Veel kinderen krijgen hun eerste smartphone niet omdat de ouders het zo’n geweldig idee vinden, maar vaak toch vooral ook omdat deze er nu eenmaal bij hoort. Alle andere kinderen in de klas hebben er al een, en dan voelt een kind zonder mobieltje zich op een gegeven moment achtergesteld.
Heel betrouwbare cijfers over de gemiddelde leeftijd voor de eerste smartphone zijn er niet, maar in Nederland hebben de meeste kinderen er een voor ze naar de middelbare school gaan. Ook in Duitsland, waar de middelbare school twee jaar vroeger begint dan in Nederland, is die overgang vaak het moment voor de eerste smartphone.
Veel te vroeg, vinden de oprichters van het ouderinitiatief Smarter Start ab 14. Ouders op 200 Duitse scholen hebben zich erbij aangesloten, en besluiten gezamenlijk om pas op hun veertiende een mobieltje te kopen voor hun kinderen. Door dat besluit met meerdere ouders in een klas te nemen, hopen ze de sociale druk te verminderen, vertelt Verena Holler, een van de medeoprichters.
Als u ouders aanspoort om voor hun kinderen pas op hun veertiende een telefoon te kopen, is het gevaar dan niet groot dat dat kind een buitenstaander wordt?
„Zeker! En het is erg dat het zo ver gekomen is. Veel ouders hebben het gevoel dat een smartphone niet echt goed voor hun kind is – en kopen er vervolgens toch een, vanwege de groepsdruk. Ik zou ze aan willen sporen om niet op te geven. Ook als dat echt moeilijk is. Ieder van ons kan proberen om mee vorm te geven aan hoe we hiermee omgaan. Bovendien is ons ouderinitiatief precies daarop gericht: om buitensluiting tegen te gaan.”
Hoe dan?
„Ons idee is: als verschillende ouders in een klas in overleg samen het besluit nemen dat hun kinderen pas op hun veertiende een smartphone krijgen, dan is de kans veel kleiner dat die kinderen zich buitengesloten voelen. Ze kunnen het veel beter accepteren als hun vrienden er ook nog geen hebben. Ons initiatief werkt zo dat je je met je naam en de naam van de school van het kind aanmeldt. Dan kijken wij: zijn er op die school nog meer ouders die zich bij ons aangemeld hebben? En dan brengen wij die mensen met elkaar in contact. Het concept is een soort sneeuwbal, die verder rolt en steeds groter wordt, doordat steeds meer ouders over ons vertellen en zich aansluiten.”
Het concept is een soort sneeuwbal, doordat steeds meer ouders over ons vertellen en zich aansluiten
En dat werkt?
„We krijgen heel veel mails van ouders die schrijven dat ze bijna in huilen uitbarstten toen ze ons ontdekten. Van opluchting. „Er bestaan nog mensen die zo denken als ik”, horen we vaak terug. Ze voelen zich gesterkt om iets in gang te zetten. Dit jaar hadden we 25.000 bezoekers op onze site. Op 200 scholen doen ouders mee.”
U heeft zelf drie kinderen. Wat is uw eigen ervaring?
„Mijn kinderen zijn de reden waarom ik dit initiatief mede opgezet heb. Een paar jaar geleden was ik bij een ouderavond, mijn oudste zoon zat toen in de derde klas (groep 5 in Nederland, red.). We hadden het over mediagebruik. En ik ergerde me dat er alleen maar gepraat werd over hoe lang kinderen hun telefoon zouden mogen gebruiken. Toen heb ik het woord genomen en gezegd: „Wat is er gebeurd met de vraag of kinderen op de lagere school überhaupt een smartphone zouden moeten hebben?” Die vraag wordt vaak helemaal niet meer gesteld. Een andere moeder is me toen bijgevallen. Na de ouderavond sprak een andere medeoprichter me aan, en zei: „Wij zijn iets van plan, wil je meedoen?””
Er zijn nog geen studies die het effect van een eigen smartphone op een kind over langere tijd meten.
„Omdat kinderen pas sinds ongeveer tien jaar smartphones bezitten en daar sociale media op gebruiken. Dat is een extreem korte tijd. Maar er worden steeds meer onderzoeken gepubliceerd, en nog geen enkel daarvan heeft een positief effect op kinderen laten zien. Integendeel: ze laten zien dat het waarschijnlijk is dat kinderen zich psychisch en fysiek slechter ontwikkelen als ze zo veel tijd achter beeldschermen doorbrengen. Ik persoonlijk geloof dat we op een dag zullen terugkijken en denken: het is gestoord dat we onze kinderen zo vroeg aan hun eigen telefoon hebben overgelaten.”
Uw slogan luidt: ”De jeugd is te kort om aan een smartphone te verliezen”. Is dat niet wat dramatisch aangezet?
„De jeugd is in het leven van een mens een belangrijke periode van zeer korte duur. Die tijd kan niemand meer terughalen. We leren daarna nooit meer zo veel. En we moeten heel veel ervaringen doormaken, zodat bepaalde verbindingen in de hersenen tot stand worden gebracht. Ervaringen van het soort dat je alleen in de echte wereld kunt opdoen, in de confrontatie met echte mensen, met de natuur, met dieren of simpelweg met jezelf. Het is bijvoorbeeld belangrijk om de gezichtsuitdrukkingen en gebaren van andere mensen te leren interpreteren, je eigen gevoelens te herkennen en te benoemen, en vooral ook om ze te reguleren. Dat gebeurt alleen als we tijd doorbrengen met andere mensen. Nog iets belangrijks: kinderen moeten leren om met verveling om te gaan. Het is bewezen dat dat extreem belangrijk is voor de creativiteit.”
Zijn er ook lichamelijke gevolgen van te veel tijd achter een beeldscherm?
„Ja, te veel tijd op de smartphone heeft een negatief effect op de motoriek, op het springen, evenwicht houden, klimmen. Dat zijn allemaal dingen die kinderen tegenwoordig veel minder doen, of soms helemaal niet meer kunnen. Omdat ze thuis zitten en op een beeldscherm staren. Dat soort beweging is, door hoe we geëvolueerd zijn, al sinds miljoenen jaren essentieel voor de ontwikkeling van het lichaam en het brein. Dat is niet alleen zo bij mensen. Alle zoogdieren spelen, als ze jong zijn. Zo bereiden ze zich voor op het volwassen leven. Dat is allemaal goed onderzocht. Als dat ontbreekt, dan houden mensen een leven lang last van beperkingen.”
Te veel tijd op de smartphone heeft een negatief effect op de motoriek
Veel ouders schijnen de overgang naar een middelbare school (in Duitsland vaak rond de leeftijd van tien jaar, red.) als een gepast moment te zien voor een eerste eigen smartphone. Waarom klopt dat niet?
„Dat is inderdaad het moment waarop de meeste kinderen een smartphone krijgen. Normaal geworden. Met het argument: langere afstand naar school, misschien met het openbaar vervoer, en dan moet het kind bereikbaar zijn. Maar bereikbaar is een kind ook met een oude Nokia. Daarvoor heb je geen iPhone 14 met internetbundel nodig. Bovendien is de eerste tijd op een middelbare school een tijd waarin van alles verandert. De samenstelling van de klas wordt anders, vriendenkringen vormen zich opnieuw. Het kind interesseert zich niet meer zo voor zijn oude speelgoed en hobby’s, en wil nieuwe dingen uitproberen. Dan overtreft een smartphone alle andere mogelijkheden. Omdat het nu eenmaal zo veel aanlokkelijker en gemakkelijker is dan bijvoorbeeld een nieuwe sport leren.”
Volgens een recente studie zijn ruim 2 miljoen Duitse kinderen en jongeren tamelijk of helemaal verslaafd aan sociale media en games. Hangt dat voor u samen met de eigen smartphone?
„Ja, want een smartphone betekent nu eenmaal een onbeperkte en ongecontroleerde toegang tot internet. Overal en altijd. Het is bewezen dat onlinegames en sociale media zo zijn ontworpen dat we er zo veel mogelijk tijd op doorbrengen. Dat weten we.
Maar niet alleen het risico op verslaving is het probleem. Er zijn ook andere negatieve gevolgen: eetstoornissen, depressies, zelfverwonding, toegang tot pornografie. Hoe kunnen we kinderen daar allemaal aan blootstellen doordat we ze een smartphone in de hand drukken?”
Moeten kinderen niet jong leren om internet te leren kennen?
„Dat argument hoor ik vaak. Hoe vroeger kinderen dat leren, des te beter. Maar dat is te gemakkelijk. Ik ben ervoor dat er een soort mediarijbewijs komt. Zo doen we dat toch ook bij autorijden: eerst de theorie, en dan heel langzaam en onder begeleiding met de praktijk beginnen. Je gaat toch niemand in zijn eentje in een auto zetten en zeggen: „Ga maar rijden, dan leer je het vanzelf”?
Uiteindelijk betekent een smartphone niet dat kinderen voor ze er eentje hebben helemaal geen digitale media mogen gebruiken. Dat mogen ze natuurlijk. Maar wel onder toezicht, bijvoorbeeld samen met de ouders.”
Voor hun verjaardag willen veel kinderen het allerliefst een eigen smartphone. Hoe kan ik als ouder uitleggen dat ze die niet krijgen?
„Ik vind het belangrijk om eerlijk te zijn en uitleg te geven. Het kind moet horen welke gedachten ik daarover gehad heb, welke wetenschappelijke bevindingen er zijn, en wat mijn zorgen zijn. We hoeven niet te verwachten dat het kind het dan accepteert, maar het kan misschien wel beter met het ”nee” omgaan, omdat het merkt dat er geen willekeur achter zit, geen samenzwering, maar een beslissing uit liefde en bezorgdheid.”
Maar dat zal niet veranderen dat een kind TikTokfilmpjes wil kijken.
„We moeten heel goed luisteren naar waarom ons kind een smartphone wil. Is het bijvoorbeeld omdat ze de klassenapp willen lezen? Of een bepaalde game willen doen? Is het muziek luisteren? Veel apps kun je namelijk ook op de tablet of de computer van de ouders gebruiken, inclusief WhatsApp. We kunnen het kind bijvoorbeeld toestaan om twee keer per dag in de klassenapp te kijken, zodat het niets mist en kan blijven meepraten. We kunnen samen met het kind op TikTok scrollen. Zo blijven we zelf ook op de hoogte. Het hele onderwerp is niet zwart-wit. We kunnen ons kind tegemoetkomen, en we moeten zijn behoeften absoluut serieus nemen.”