De aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebestrijding en Dienstverlening moeten stuk voor stuk worden overgenomen.
Dat vindt de SP, die het initiatief voor de enquête nam en de voorzitter leverde.
In het rapport blijft de Tweede Kamer zelf niet buiten schot. Die moet na de inwerkingtreding van wetten vaker vragen om invoeringstoetsen om zo zicht te krijgen op de eerste effecten van de wet, zo valt in het stuk te lezen. De commissie vindt ook dat moet worden nagegaan of elk Kamerlid een individueel ondersteuningsbudget kan krijgen toegekend, waarmee hij of zij beleidsmedewerkers kan aantrekken.
Ook moet de ondersteuning vanuit ambtelijke diensten in de Tweede Kamer verder worden versterkt, vinden de commissieleden.
Garanties dat een Kamermeerderheid daar ook daadwerkelijk de schouders onder gaat zetten, zijn er echter niet, zo valt op te maken uit de eerste reacties. Die zijn globaal van aard en variëren van „dit kan en mag nooit meer gebeuren” (VVD), tot „het zou onvergeeflijk zijn als we hier geen lering uit trekken” (D66).
Ook de Raad van State vindt dat het eerst aan de regering is om een standpunt in te nemen over de aanbevelingen van de commissie. Die wil onder meer dat de afdeling bestuursrechtspraak bij de raad wordt weggehaald en elders bij de rechterlijke macht wordt ondergebracht. De raad benadrukt wel eerder erkend te hebben dat zij als hoogste bestuursrechter tekort is geschoten in het bieden van rechtsbescherming aan gedupeerden van het toeslagenschandaal.
Volgens advocaat Eva González Pérez, die meerdere gedupeerden van de toeslagenaffaire bijstond, moet de bezem door de Belastingdienst. „Ik blijf zeggen: als mensen die het hebben veroorzaakt nog steeds bij de dienst werken, zal de oplossing er niet komen. Het probleem moet echt bij de kern worden aangepakt. De wortels moeten eruit, zodat er nieuwe zaadjes kunnen worden geplant.” Dan kunnen er volgens haar mensen werken die „niet blind zijn voor mensen en rechten en deze respecteren”.
Papagaaiencircuit
Het Genootschap van Hoofdredacteuren reageert niet op het rapport, laat het secretariaat weten. „Dit is meer een onderwerp waar individuele hoofdredacteuren op kunnen reageren.” In het rapport van de commissie krijgen ook de media een stevige veeg uit de pan. Zij zouden vaak te veel aandacht hebben „voor ophef en conflict en minder voor het inhoudelijke debat”. Volgens de commissie hebben journalisten onevenredig vaak over fraude met sociale zekerheid geschreven. Kamerleden zouden daar weer op hebben ingesprongen, waardoor pers en parlement „het slechtste” in elkaar naar boven zouden hebben gehaald en er een „papegaaiencircuit” zou zijn ontstaan.