Hoe Oost-Europa de democratie vaarwel zegt
Niet alleen in Hongarije en Polen holt het democratisch gehalte achteruit. Ook in andere Oost-Europese landen lijkt de trend neerwaarts te zijn. Twee experts geven uitleg.
Wat is er met de democratie in Oost-Europa aan de hand?
Séan Hanley, universitair hoofddocent in vergelijkende Centraal- en Oost-Europese politiek aan het University College in Londen: „Tot twintig jaar geleden gingen politiek analisten ervan uit dat landen als Polen en Slowakije een steeds stabielere democratie zouden kennen. Nu zien we in die landen democratische achteruitgang: een stapsgewijs proces naar machtsconcentratie rondom één –in veel gevallen democratisch verkozen– persoon of partij.”
Thomas Carothers, vice-president van de denktank Carnegie Endowment for International Peace: „We zien dat waar sommige van deze landen ooit een mate van democratie hadden bereikt, verkiezingen nu minder eerlijk verlopen, de mediavrijheid en rechten van de oppositie worden ingeperkt en de rechtsstaat steeds minder wordt gerespecteerd.”
Waar in Oost-Europa is die machtsconcentratie het best zichtbaar?
Hanley: „Het modelvoorbeeld is Hongarije. Dat was ooit een land met sterke, onafhankelijke instituties – een machtig hooggerechtshof en een goed parlementair systeem met een gevestigde oppositie. Nadat Viktor Orbán in 2010 aan de macht kwam, zijn de bevoegdheden van het hooggerechtshof sterk ingeperkt en kregen staatsbedrijven, overheidsinstanties en publieke media een door het regime van Orbán aangestelde leiding. Landen in de regio met een vergelijkbaar proces van democratische neergang zijn Polen, Slowakije en Tsjechië.”
Carothers: „Hongarije springt er zeker uit. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de persvrijheid is er enorm afgenomen en de oppositie word tegengewerkt. In Polen was er net zo goed de voorbije jaren sprake van democratische neergang, omdat de vorige regering vooral de rechterlijke macht minder onafhankelijk maakte. In Slowakije ging het op en neer, maar de democratische neergang was daar niet zo consequent als in een land als Hongarije of Polen. Ik laat Servië even buiten beschouwing, maar ook daar is de situatie zorgwekkend.”
Waar in Oost-Europa gaat het juist goed met de democratie?
Hanley: „Dan wordt vaak gekeken naar de Baltische staten. Maar in het algemeen gaat het met de democratie in Oost-Europa achteruit.”
Carothers: „Roemenië verrast mij in positieve zin. Het land kent een goed georganiseerde oppositie en respect voor burgerrechten. Wel waren er in het verleden zorgen over corruptie en de rechtsstaat, maar nooit poogde een illiberale politieke kracht de democratische basisbeginselen omver te werpen. Verder denk ik aan Tsjechië, waar de democratie op dit moment goed functioneert.”
Wat verklaart die neergang?
Hanley: „Er is niet een enkele verklaring. In het algemeen kun je stellen dat nieuwe democratieën kwetsbaar zijn. In de Verenigde Staten, een land met sterke instituties als het hooggerechtshof, onafhankelijke ambtenarij en media, bleek Donald Trump als president niet in staat de macht naar zijn hand te zetten.
Ook geldt het dat een ‘winner-takes-all democratie’ als het Verenigd Koninkrijk kwetsbaarder is voor democratische neergang dan een land met een proportioneel kiesstelsel, zoals Nederland dat kent, waarin veel partijen naast elkaar bestaan en coalitievorming en samenwerking met andere partijen een vitaal onderdeel van het politieke proces vormen. Dus een land dat geworteld is in een sterke traditie van onafhankelijke instituties en een proportioneel kiessysteem heeft, zou minder kwetsbaar moeten zijn voor democratische neergang.
Democratische terugval is niet altijd te herleiden tot acties van populisten. In Polen is het nationaal-conservatieve Recht en Rechtvaardigheid (PiS) afgetreden en zit het liberale Burgerplatform (KO) van Donald Tusk nu in een coalitieregering. Maar waar de instituties eerst door PiS-loyalisten waren bezet, waarschuwen mensenrechtenorganisaties dat KO nu net zo handelt en daarbij het normale wetgevingsproces omzeilt.
Politieke wetenschappers zijn het niet eens over de oorzaken van democratische neergang. Sommige analisten wijzen de sociale ongelijkheid, interculturele verschillen of de economische situatie in een land aan als oorzaak. Maar iedere situatie is anders, dus je kunt alleen op landenniveau bepalen wat de oorzaak van democratische neergang is.
Er is een beroemde quote van de Russische schrijver Lev Tolstoj: “Alle gelukkige mensen zijn om dezelfde reden gelukkig; alle ongelukkige mensen zijn om verschillende redenen ongelukkig. Dat gaat ook in dit geval op.”
Carothers: „Na veertig jaar communistisch bewind begonnen autocratieën in Oost-Europa pas vanaf de jaren 90 een democratie te ontwikkelen. De landen hebben echter ook na die omwenteling nog te maken met een zwakke rechtsstaat, geen traditie van tolerantie voor minderheden en zonder sterke machtenscheiding. Dat maakt Oost-Europa kwetsbaar voor illiberale krachten.
Bovendien schiepen de snelle sociaaleconomische en politieke veranderingen van de jaren 90 verdeeldheid onder de bevolking: tussen progressief en conservatief, links en rechts. stad en platteland. De combinatie van zwakke instituties én interne verdeeldheid werkt ontwrichtend en verklaart de democratische neergang in Oost-Europa.”
Hoe zou de Europese Commissie met schendingen van de rechtsstaat (Hongarije) moeten omgaan?
Hanley: „Dat vind ik een heel lastige vraag. Ik denk dat niemand hier echt een antwoord op heeft. Ik denk dat het verstandig is dat Brussel nu de EU-fondsen voor Hongarije bevriest. Tegelijk is het wel belangrijk de Hongaren binnenboord te houden. Moet je je eens indenken wat de situatie zou zijn geweest als de Hongaren geen EU-lid waren geweest. Dan had het land nu een satellietstaat van Rusland kunnen zijn.
De democratische neergang in Hongarije is groot; zo groot dat ik op korte termijn geen verbetering verwacht. Ik hoop dat over de generaties de binnenlandse politiek zich weer langzaam in de richting van een democratie kan bewegen.
Tegelijk wil ik een kanttekening plaatsen bij de westerse democratie. Natuurlijk gaat het niet goed in Oost-Europa, maar in het Westen kennen we tegenwoordig ook zoiets als, zoals politieke wetenschappers dat noemen, een ‘vieze democratie’. Onze manier van politiek bedrijven –polarisatie om de macht in instituties over te nemen– is net zo min fraai.”
Carothers: „De EU is traag geweest in haar reactie. Orbán is een gewiekst politicus en weet hoe hij moet onderhandelen. Zie maar hoe hij in december de bevroren miljarden euro’s uit EU-fondsen wist los te peuteren. Brussel moet blijvend juridische en financiële druk uitoefenen en Orbán tonen dat hij niet ongestraft de regels kan overtreden.”