Praktijkonderwijs demonstreert donderdag voor gratis openbaar vervoer
Leerlingen en docenten uit het praktijkonderwijs demonstreren donderdag voor gratis openbaar vervoer. „De groep die we het hardst nodig hebben op de arbeidsmarkt, halen we het vel over de oren.”
„Ik ga het regelen”, zei voormalig onderwijsminister Dennis Wiersma afgelopen zomer. Hij doelde op een gratis ov-kaart voor stagiairs uit het praktijkonderwijs. Bovenbouwleerlingen in het praktijkonderwijs lopen vaak drie of vier dagen per week stage. Daardoor kunnen de vervoerskosten hoog oplopen. Maar in tegenstelling tot hun leeftijdsgenoten op het mbo, hebben stagiairs uit het praktijkonderwijs geen recht op een gratis ov-abonnement.
Vanaf januari 2024 zou daarin verandering komen. Maar die belofte heeft het ministerie niet waargemaakt. Dat bleek eind december uit een Kamerbrief van demissionair minister Mariëlle Paul. De gratis ov-kaart komt er niet voor alle bovenbouwleerlingen, maar alleen voor degenen die een entreeopleiding, een opleiding op mbo-niveau 1, volgen binnen het praktijkonderwijs. Dat is een groep van zo’n duizend leerlingen. Ook geldt de regeling niet vanaf dit jaar, maar pas vanaf 2026. Vanaf dat jaar is er structureel 1 miljoen euro beschikbaar, schrijft de minister.
Teleurgestelde leerlingen en docenten demonstreren daarom donderdag bij de Tweede Kamer voor gratis openbaar vervoer. Nicole Teeuwen, voorzitter van de Sectorraad Praktijkonderwijs, is een van hen. De raad pleit al jaren voor gratis bus- en treinvervoer voor praktijkschoolleerlingen.
De 1 miljoen euro die het kabinet vanaf 2026 structureel beschikbaar stelt, komt volgens Teeuwen te laat. „We wachten hier al vier jaar op.” Omdat de regeling afhankelijk is van een wet die de samenwerking tussen het praktijkonderwijs en het mbo mogelijk moet maken, is ze bang dat het nog langer gaat duren.
De gratis ov-kaart is keihard nodig, vindt Teeuwen. „Relatief veel leerlingen in het praktijkonderwijs komen uit gezinnen met de laagste inkomens. Zij moeten een jaarabonnement voor het openbaar vervoer ophoesten, want het systeem zegt nee. Terwijl de betreffende leerlingen praktisch hetzelfde doen als hun leeftijdsgenoten in het mbo, alleen halen ze dat niveau net niet.”
Door hoge reiskosten kiezen leerlingen en hun ouders soms noodgedwongen voor een stageplek die niet bij hun uitstroomprofiel past, is Teeuwens ervaring. Soms vallen leerlingen daardoor zelfs helemaal uit.
„Onbegrijpelijk”, vindt ze. „Al onze leerlingen komen terecht in sectoren waar keihard handen nodig zijn, zoals de horeca en de schoonmaak. Met een kleine tegemoetkoming kunnen we hen helpen, maar dat gebeurt niet. De groep die we het hardst nodig hebben, halen we het vel over de oren.”