Effect uitkoop piekbelasters op natuur lijkt twijfelachtig
Kwetsbare natuur waar te veel stikstof op neerslaat, heeft nauwelijks baat bij de uitkoop van naburige veebedrijven met het stempel piekbelaster.
Die conclusie lijkt te trekken uit dinsdag gepubliceerd onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Verreweg de meeste stikstof die –in de vorm van ammoniakgas– uit veestallen ontsnapt, verdwijnt namelijk naar de hogere luchtlagen in de atmosfeer. Waar die neerslaat, is onduidelijk, maar het kan op honderden kilometers afstand van de boerderij zijn.
De universiteit voerde metingen uit rond twee melkveebedrijven: een boerderij in een agrarische omgeving in Friesland en een boerderij in Flevoland die dicht bij een stad en een snelweg staat. De onderzoekers konden met een nieuwe methode nagaan of neergeslagen stikstof van de boerderij kwam, of ergens anders vandaan.
Van de ammoniak slaat slechts 9 procent binnen 500 meter van de boerderijen neer, het grootste deel zelfs binnen 100 meter, dat wil zeggen op het erf. De rest verdwijnt in de ”stikstofdeken”, dat is alle stikstof samen die in de atmosfeer als een soort deken over ons land ligt.
Dus als een boerderij op meer dan 300 meter afstand van een beschermd natuurgebied staat, heeft het weinig zin om specifiek dat bedrijf op te kopen om de stikstofneerslag op het bewuste natuurgebied te verminderen. Het maakt pas verschil als de stal dichterbij staat, zei onderzoeker Albert Tietema tegen persbureau ANP.
Uit het onderzoek blijkt ook dat op een afstand van 500 meter nog maar een kwart van de ammoniak die in de lucht zit, afkomstig is uit de bewuste stal. De rest komt dus uit andere bronnen. Dat kunnen andere veehouderijen zijn, maar ook uitstoters van buiten de landbouw. En deze bronnen kunnen dichtbij zitten, maar ook (heel) ver weg.
De piekbelastersregeling die minister Christianne van der Wal (Stikstof) in juli openstelde, telt op basis van berekening door het Aerius-model alle stikstofneerslag tot 25 kilometer afstand van een boerderij bij elkaar op. Komt die boven een bepaalde grens, dan is het bedrijf een piekbelaster. De boer kan zich dan, op vrijwillige basis, laten uitkopen. Hij krijgt dan maximaal 120 procent van de bedrijfswaarde vergoed.
Voor de regeling komen 3000 bedrijven in aanmerking. Enkele honderden boeren hebben tot nu toe belangstelling getoond.
Het kabinet hoopt hiermee een flinke slag te maken op weg naar herstel van kwetsbare beschermde natuur. Het nieuwe Amsterdamse onderzoek roept echter de vraag op of dat gaat lukken. Nu blijkt dat verreweg de meeste ammoniak van een boerderij hoog in de lucht terechtkomt, lijkt dat op zijn zachtst gezegd twijfelachtig.
Wat is dan een effectieve aanpak? Het antwoord ligt voor de hand: de stikstofdeken als geheel moet dunner worden. Onder meer de Wageningse stikstofprofessor Wim de Vries pleit daar al langer voor.
Aan die stikstofdeken dragen naast de landbouw ook industrie, verkeer en lucht- en scheepvaart bij. Die stoten vooral stikstofoxiden uit. Een deel van de stikstof in de lucht boven Nederland komt bovendien uit het buitenland.
Het aan de melkveehouderijsector gelieerde Mesdagfonds, dat opdracht gaf voor het onderzoek, denkt dat het effectiever is om op uitstoot te sturen dan op stikstofneerslag. Het fonds denkt aan technische maatregelen, waarmee ammoniak als het ware wordt afgevangen en hergebruikt als meststof in plaats van kunstmest. Ook land- en tuinbouworganisatie LTO denkt in die richting.
De BoerBurgerBeweging (BBB) wil dat de stoppersregeling verbreed wordt, zodat boeren die verder weg zitten van natuur maar graag willen stoppen er ook van kunnen profiteren.