BinnenlandWetenschap
Prehistorische walvis was mogelijk zwaarste dier

Bij opgravingen in Peru zijn botresten gevonden van vermoedelijk een gigantische walvis.

Redactie binnenland
De Peruaanse paleontoloog Mario Urbina bij de gefossiliseerde ruggengraat van de oerwalvis. beeld AFP, Cris Bouroncle
De Peruaanse paleontoloog Mario Urbina bij de gefossiliseerde ruggengraat van de oerwalvis. beeld AFP, Cris Bouroncle

Wetenschappers beweren dat het dier ongeveer 39 miljoen jaar geleden zou hebben geleefd. Het dier woog waarschijnlijk 180.000 kilo, maar misschien zelfs wel 340.000 kilo.

Daarmee is dit mogelijk het zwaarste en grootste dier dat ooit op aarde heeft geleefd. Tot nu toe is het record in handen van de blauwe vinvis, die 100.000 tot 200.000 kilo kan wegen.

Een van de ontdekkers is de Nederlander Klaas Post, honorair conservator van het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. De ontdekking staat woensdag beschreven in het belangrijke wetenschappelijke tijdschrift Nature. Het dier heeft de wetenschappelijke naam Perucetus colossus gekregen, oftewel kolossale walvis uit Peru. In 2012 werden de eerste botten uit de grond gehaald. In de jaren erna groeven de onderzoekers dertien wervels op, elk van meer dan 100 kilo. Ook kwamen vier ribben en een stuk bekken aan het licht.

19542868.JPG
Een reconstructie van de Perucetus colussus, een uitgestorven megawalvis.  beeld AFP, Alberto Gennari

In het programma Nieuws en Co op NPO Radio 1 legde Post uit dat het project twaalf jaar geleden begon met de vondst van een gigantische wervel van zo’n 180 kilo in een afgelegen berg: „Het heeft vervolgens tien jaar geduurd om alles eruit te hakken en dat heeft uiteindelijk geresulteerd in deze publicatie”, zei Post. Volgens hem konden paleontologen hun ogen in eerste instantie niet geloven. „Die wervel kon er eigenlijk niet liggen en het leek ook meer op een gigantische zeekoewervel. Dan weet je: het was een heel zwaar beest. Dat is uniek voor die periode, want oerwalvisjes waren eigenlijk best klein en hadden nog achterpoten. En dit is een van de laatste oerwalvissen, maar we hadden nooit verwacht dat die zo enorm konden worden.”

De prehistorische walvis was waarschijnlijk 20 meter lang, wat kleiner is dan een blauwe vinvis. Dat het dier toch zwaarder is, komt doordat hij veel zwaardere botten had. Die had hij waarschijnlijk nodig om te kunnen duiken, denken de onderzoekers. De botresten werden gevonden in het zuiden van Peru, niet ver van de Grote Oceaan. Daar zijn veel fossiele resten opgegraven.

De Nederlandse paleontoloog Geerat Vermeij van de Universiteit van Californië, die niet bij het onderzoek betrokken is, noemt in Nature de ontdekking „buitengewoon cool. Het is verbazingwekkend om in deze tijd nog iets te vinden dat zo groot en belangrijk is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer