Leiders uit enkele tientallen landen hebben donderdag in de bittere kou de bevrijding herdacht van het nazi-concentratiekamp Auschwitz, precies zestig jaar geleden. De herdenking werd bijgewoond door ruim 1000 overlevenden en ongeveer 50 Russische bevrijders. Koningin Beatrix en premier Balkenende waren namens Nederland aanwezig.
De ceremonie begon met het geluid van de stoomfluit van een trein. De meeste slachtoffers van de nazi-terreur werden per trein vervoerd naar de vernietigingskampen. Met gebeden, het branden van kaarsen en het leggen van bloemen werden de slachtoffers herdacht.
Staatshoofden en regeringsleiders riepen op tot bezinning en waarschuwden voor een opleving van antisemitisme in het moderne Europa. Overlevenden en bevrijders vertelden het gruwelijke verhaal van hetgeen zich binnen de poorten van Auschwitz heeft afgespeeld.
De 79-jarige Russische oud-militair Yakov Vinisjenko beschreef de schokkende beelden die al zestig jaar op zijn netvlies staan gebrand. „Achter het hek zagen wij joodse, Poolse, Franse gevangenen. Ze huilden en omhelsden ons. Ze waren zeer zwak en ziek, zagen eruit als geraamtes. We durfden niet eens naar hen te kijken.”
„Het sneeuwde, net als vandaag. Sommigen van ons liepen op blote voeten. Het waren verschrikkelijke dagen”, vertelde de 84-jarige Pool Kazimierz Orlovski, die Auschwitz overleefde.
De Israëlische president Moshe Katsav noemde Auschwitz in zijn toespraak „de grootste begraafplaats van het joodse volk.” De nazi’s vermoordden in het vernietigingskamp tussen de 1,1 en de 1,5 miljoen mensen, van wie de meesten joods waren. In totaal kostte de holocaust 6 miljoen joden het leven.
„Vandaag, zestig jaar later, kunnen wij nog altijd niet bevatten hoe en waarom de wereld in de twintigste eeuw in staat was te zwijgen ten tijde van de holocaust”, zei Katsav. Het Israëlische staatshoofd riep de aanwezigen ertoe op de geschiedenis niet te laten herschrijven door hen die proberen de holocaust te ontkennen of te bagatelliseren.