Dit artikel is partnercontent.
Bij haar geboorte is haar vader teleurgesteld: hij had liever een zoon gehad. Als ze vier is, scheiden haar ouders. Vanaf haar achtste woont Rouscha bij hem en neemt ze het huishouden en de zorg voor haar broertje op zich. Vader is veel weg en als hij er wel is, is hij emotioneel niet beschikbaar. Het gevoel niet geliefd, gewenst en gezien te worden blijft knagen. Ook als ze vier keer voor een abortus staat.
Na een jeugd met emotionele verwaarlozing, huiselijk geweld en echtscheiding wordt Rouscha Witte uit Brielle rond haar zestiende van school gestuurd wegens aanvaringen met docenten. Na een jaartje vormingscentrum, waar „het uitschot van de samenleving” rondloopt, stuurt vader Rouscha naar een driejarige kappersopleiding in Rotterdam. In die periode leert ze haar eerste vriendje kennen: een stoere vent van vier jaar ouder op wie ze helemaal verliefd raakt. Helaas lijkt het niet echt wederzijds: beloftes om te bellen komt hij niet na, afspraakjes ‘vergeet’ hij. Ondanks alles blijft Rouscha loyaal. Haar vriend vindt het wel fijn: een meisje dat altijd op hem wacht en dat altijd voor hem klaarstaat.
Zwanger
Op haar zeventiende ontdekt Rouscha dat ze zwanger is. „Ik bracht mijn urine bij de doktersassistente, omdat mijn menstruatie uitbleef. Na vijf minuten keerde die terug met de boodschap: „Het is niet goed: je bent zwanger.” Omdat de praktijk vlak bij het bedrijventerrein van mijn vader lag, kenden de dokters mijn situatie wel. De assistente zei: „Het lijkt mij geen gezonde omgeving om een kindje groot te brengen en ik weet ook niet zo goed hoe je vader gaat reageren…” Ze raadde een abortuskliniek in Rotterdam aan. Ik moest wel snel beslissen, want anders was er een andere ingreep nodig en kwam ik op een wachtlijst.”
De eerste aan wie Rouscha na haar bezoek aan de huisarts vertelt dat ze zwanger is, is de vrouw van een ondernemer aan wie haar vader een bedrijfspand verhuurt. „Dat was een soort moederfiguur voor me. Zij heeft ervoor gezorgd dat mijn vriend contact met me opnam, want hij was weer eens wéééken onbereikbaar. Hoe hij op mijn boodschap reageerde? Ik weet het niet eens meer precies: een kind paste in ieder geval niet in ons leven, vond hij.”
Ingreep van niks
Andere geluiden van familie of vrienden krijgt Rouscha niet te horen, alternatieven komen niet op tafel. Ook niet van haar vader. Maar dat is logisch, want Rouscha vertelt hem niets. „Wij deelden zulke emotionele dingen niet thuis. Daar was geen ruimte voor.” En dus besluit Rouscha naar Rotterdam te reizen. Met de woorden van de doktersassistente nog in het achterhoofd: „Joh, het is nog zo klein, het is niets, weet je. En het is een ingreep van niks: met tien minuten sta je weer buiten.”
Dat valt tegen… „Mijn vriend zette me af en bleef buiten in de auto wachten. Ik moest binnen op een soort tuinstoel gaan zitten en werd op een gegeven moment geroepen om mijn kleren achter een schermpje uit te trekken. Daarna volgden de ergste 10 minuten uit mijn leven. Volgens de assistente van mijn huisarts zou mijn baarmoedermond verdoofd worden met een naald, waarna een soort stofzuigertje het vruchtje snel en pijnloos zou weghalen. Nou, ik kan je vertellen, ik heb veel prikken gehad in mijn leven, maar dit was de ergste. De prik en het curetteren lieten me zo hard gillen en tegenstribbelen dat ze me vast moesten binden. Ik kreeg te horen dat ik me niet zo moest aanstellen. Het was echt de meest traumatische ervaring die ik ooit heb gehad. Naderhand werd er een groot maandverband in mijn broek gepropt en duwden ze me de gang op. „Succes. Next.” Ik kreeg nog wel een bak thee met veel suiker. Een half uur na aankomst stapte ik weer bij mijn vriend in de auto. „Dat duurde echt lang, hè”, was alles wat hij zei.”
Huiselijk geweld
De twee besluiten te gaan samenwonen in Rozenburg en hebben het nooit meer over de abortus. Rouscha maakt haar kappersopleiding af en gaat daarna bij de plaatselijke Kruidvat werken. Een paar maanden gaat het allemaal „best aardig” tot ze op koopavonden zo laat thuiskomt dat haar vriend haar verdenkt van misstappen met de mannelijke filiaalleider en haar bont en blauw slaat. Ondanks het (aanhoudende) huiselijke geweld blijft ze bij hem. Ze raakt opnieuw zwanger en bevalt vlak voor haar 20e van een gezonde zoon. „De situatie was toen anders: we hadden een huis, een inkomen, we waren wat ouder.”
Met een dikke lip, een blauw oog en een huilend kind op mijn arm liep ik 5 kilometer naar het huis van mijn vader
Rouscha hoopt dat met de geboorte van haar zoon de klappen zullen stoppen, maar dat is niet zo. Sterker nog, de situatie wordt alleen maar erger: ze komt erachter dat haar man –haar vriend en zij zijn inmiddels stiekem in Engeland getrouwd– enorme schulden heeft wegens het gebruik van erotische 06-nummers en bezoeken aan prostituees. Bovendien is haar zoontje alleen maar aan het huilen. Het dramahuwelijk eindigt met een nachtelijk vertrek van Rouscha. „Met een dikke lip, een blauw oog en een huilend kind op mijn arm liep ik 5 kilometer naar het huis van mijn vader en klopte ik rond 2.00 uur op de deur met de woorden: Papa, mag ik alsjeblieft binnenkomen?”
Schulden
De volgende dag heeft Rouscha een zakelijk gesprek met haar vader, De samenvatting luidt: je kunt hier blijven wonen als je gewoon je ding doet, de boel schoonhoudt, voor je kind zorgt, gaat scheiden en mij niet lastigvalt. De scheiding heeft meer voeten in de aarde dan ze eerst inschat. Iets wat rauw op haar dak valt, is dat ze de helft van de schulden van haar man moet overnemen, waardoor ze nog járen vastzit in een schuldsaneringstraject.
Met de scheiding is de dramatische ‘eerste helft’ van Rouscha’s levensverhaal nog lang niet ten einde. Zo belandt ze via een „heel vriendelijke man” die ze in een bar ontmoet, maandenlang in de prostitutie en raakt ze nog vier keer zwanger, waarbij ze drie keer opnieuw voor abortus kiest. „Minder pijnlijke ingrepen en vriendelijkere medewerkers, maar toch.” Lang wil ze er niet bij stilstaan, want vertelt liever over de meest positieve gebeurtenis in haar leven: haar kennismaking met de Heere Jezus. Hoewel ook dat moment is verbonden aan een traumatische ervaring: de vierde abortus.
Hyperventileren
Op haar 44e raakt Rouscha opnieuw zwanger, nu van een man over de vijftig, met wie ze een los-vastrelatie heeft. „Ik keek naar de test en dacht: nee, echt niet! De vader reageerde best blij, maar ik zei tegen hem dat hij opa hoorde te worden, geen váder! Alles in mij verzette zich tegen deze zwangerschap en dus stapte ik weer naar een abortuskliniek. Daar kwamen alle gevoelens die ik zo lang had onderdrukt in me naar boven. Ik probeerde ze te onderdrukken, maar dat lukte niet. Ik wilde weten hoe lang ik zwanger was, maar dat vertelde men liever niet. Het beeldscherm waarop de echo te zien was, stond echter naar mij toe gericht en ik zag een hoofdje. Na lang aandringen vertelde de medewerkster me dat ik waarschijnlijk negentien weken was. Ik moest hyperventileren. De arts zag het, wilde me wel een week bedenktijd geven, maar daarna moest ik het echt weten. Ik besloot om een soort schoenen van dapperheid aan te trekken en het diezelfde dag nog door te zetten.
Vlak voor de ingreep appte een vriendin, voor wie ik als zzp’er workshops over alcohol, drugs en seksualiteit verzorgde om jongeren voor de gevaren ervan te waarschuwen. Ik vertelde dat ik in het ziekenhuis was, maar dat ik niet wilde zeggen waarom. Ze zei dat ze voor me zou bidden. Een uur daarna was de abortus een feit.”
Levenslust
De relatie met de vader bloedt daarna snel dood: Rouscha en hij kunnen niet echt goed met elkaar praten, zeker niet over emotionele zaken. „Praten lukte sowieso slecht, want ik bleef maar denken: waar is de trein, hoe snel kan ik eronder stappen? Wat ben ik afschuwelijk! Mijn levenslust was helemaal weg.”
Haar vriendin liet Rouscha ondertussen niet los. „Ze wees me op Jezus en nam me mee naar een gemeente in Alblasserdam. Bij elke samenkomst werd ik meer geraakt; ik heb nog nooit zulke natte tranen gehuild als in die periode. Het leek wel alsof ik werd afgepeld door de Heere, alsof ik toen pas zag hoeveel schade die abortussen hadden toegebracht, niet alleen fysiek maar ook psychisch-emotioneel. Bij iedere abortus had ik ook een stukje van mezelf gedood, maar in de ontmoeting met Jezus veranderde dat. Ik heb onvoorwaardelijke Liefde mogen ervaren toen ik ontdekte wat vergeving echt inhield. Ik heb mijn ouders door verkregen genade kunnen vergeven. Ik voel me nu geliefd, gewenst, gezien, heb mogen leren om een goede moeder te zijn, al zijn er nog steeds delen in mij die verdere genezing nodig hebben. God keert echt dingen ten goede!”
Nooit de enige optie
Om dat Evangelie uit te dragen is Rouscha, samen met een vriendin, bezig een stichting op te zetten voor jonge moeders. Ze wil hun een woonplek, een veilige haven bieden „waar ze kunnen wonen, waar ze moeder kunnen worden, waar ze mensen om zich heen hebben die hen beschermen en hun vertrouwen geven en die hen kennis laten maken met God.”
Ik wil graag laten zien dat een abortus nooit de enige optie is, dat er hulp is - Rouscha Witte
Rouscha had het afgelopen jaar contact met de vereniging Kies Leven en gaf bij voorzitter Kees van Helden aan mee te willen werken aan de Week van het Leven. Waarom? „Ik wil zwangere vrouwen allereerst graag vertellen wat aborteren precies inhoudt en wat dat met je doet. Ik heb ervaren dat die informatie lang niet altijd compleet en beschikbaar is. Ik wil ook graag laten zien dat een abortus nooit de enige optie is en dat er hulp is. Van christenen, die je niet veroordelen –als het goed is– maar juist vanuit liefde met je willen meewandelen en naast je blijven staan, welke keuze je ook maakt. En van Iemand Die je nóóit laat vallen, bij Wie je al je schuld en schaamte kwijt kunt. Ja, er verandert echt iets na een ontmoeting met Hem.”
Scan de QR-code voor een video waarin Rouscha meer over haar leven vertelt. Kijk op rd.nl/weekvanhetleven voor andere artikelen rond de Week van het Leven.