Kabinet gaat de genocide op Armeniërs niet erkennen
Het kabinet gaat de genocide op de Armeniërs meer dan een eeuw geleden niet erkennen. Het kabinet blijft spreken over de „kwestie van de Armeense genocide”, schrijft minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft al enkele keren een motie aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen de Armeense genocide te erkennen. Het kabinet acht het echter „nog niet opportuun om de zienswijze op de kwestie van de Armeense genocide te heroverwegen”, aldus Veldkamp.
De minister bracht vorige maand nog een bezoek aan Armenië. Volgens Veldkamp heeft voor Armenië vrede met Azerbeidzjan en normalisering van de relatie met Turkije de hoogste prioriteit. De bewindsman steunt die ambities en wil die niet hinderen door nu de genocide te erkennen. Dat zou „nadelig kunnen uitwerken op de belangen van Armenië, landen in zijn regio of Nederland zelf”.
In 1915 werden in het Ottomaanse Rijk honderdduizenden Armeniërs vermoord. Volgens Turkije was er geen sprake van doelbewuste volkerenmoord. Een reeks landen heeft het wel erkend als genocide, tot ongenoegen van de regering in Ankara.
De Tweede Kamer erkende op initiatief van de ChristenUnie de genocide begin 2018. Het kabinet ging daar toen niet in mee, maar beloofde wel elke vijf jaar een bewindspersoon naar de herdenking in Jerevan te sturen. Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) was daarom donderdag bij de herdenking in de Armeense hoofdstad.