Molukse republiek 75 jaar: „Geef ons land terug”
„Mena muria!” davert het door de hal. De Republiek der Zuid-Molukken stond vrijdag stil bij het 75-jarig bestaan. „Geef mij mijn land terug!”

De trom dreunt; er klinkt melancholiek gezang. Met veel ceremonieel onthaalt het Molukse volk zijn regering. Een volk in ballingschap, met een regering in ballingschap. John Wattilete is advocaat in Amsterdam, maar ook president van de Republik Maluku Selatan (RMS), en dus schrijdt hij nu evenementenlocatie Mainstage binnen in veelkleurig gewaad en is hij omringd door drie beveiligers.

Elk jaar staan de Molukkers op 25 april stil bij het uitroepen van de republiek die hun niet werd gegund. Ze kwamen bijeen in Den Haag, in Apeldoorn en nu in ’s-Hertogenbosch.
Aan Proclamatiedag ging Peringatan Ride Out vooraf: op 12 april –de datum waarop de Molukse president Soumokil in 1966 door Indonesië werd doodgeschoten– reden duizend motorrijders van Middelburg naar Krimpen aan den IJssel.
Deze vrijdag verzamelen Molukkers uit het hele land zich in de Brabantse hoofdstad. De eerste generatie is grotendeels weggevallen. Maar hier zijn ze, „de tweede, derde, vierde, vijfde generatie”. Voorzitter Crams Nikijuluw van het Nationaal Comité heet hen stuk voor stuk welkom.
De bijeenkomst begint een half uur te laat. „Molukkers, hè. Elastieken tijd”, zegt een medewerkster. In de hal hangt een kaart van eilandengroep Maluku. Er zijn zwarte t-shirts te koop met het embleem van de RMS, de republiek die Indonesië nooit heeft willen erkennen. „Wie heeft Maluku lief als wij het niet zelf zijn”, citeert Nikijuluw een lied. „Laat mijn land terugkeren in mijn schoot.”

Met dreunende tred marcheert Pembarisan Vught het podium op, een groep Molukkers in het khaki uniform dat herinnert aan de archipel waarvan het volk afkomstig is. „Voorwaarts, mars!”
De commandant haalt een doek van een schaal. De president tilt de RMS-vlag eruit, die in Indonesië verboden is. Hier wordt hij in top gehesen, terwijl de Molukkers hun volkslied zingen: ”Maluku, Tanah Airku – Molukken, mijn vaderland”.
Twee jongeren lezen de tekst voor waarmee 75 jaar geleden de RMS werd geproclameerd. In het Maleis en in het Nederlands, zoals alle toespraken tijdens deze bijeenkomst tweetalig zijn. De ”Last post” klinkt, en na de uitroep „Mena muria!” worden de gevallenen in stilte herdacht.

Oud zeer
De republiek is in vrijheid geproclameerd, door leiders met visie, zegt president Wattilete. Ze voorzagen dat Indonesische overheersing de Molukken weinig goeds zou brengen. „Ze handelden vastberaden, rechtmatig, in overeenstemming met het internationaal recht. Ze realiseerden een soevereine staat. De RMS is dus geen droom, maar realiteit.”
Het ideaal blijft niet vanzelf in stand. „We zullen vooruit moeten denken. Vandaag lazen jongeren de proclamatietekst voor. Zij belichamen de toekomst.”
Daarover spreekt de president. Een deel van zijn volk luistert. Anderen staan in de hal, in de rij voor de patat. Ze zwerven langs de standjes en omhelzen bekenden tijdens deze jaarlijkse reünie. Ze horen niet dat Wattilete de toestand in Indonesië schildert –„grote schulden, grote politieke onrust”– en die op de Molukken, met hun armoede, haperende gezondheidszorg en gebrek aan politieke vrijheid.
RMS-president roept Nederland op verantwoordelijkheid te nemen
Volgend jaar is het 75 jaar geleden dat Molukse militairen met hun gezinnen werden overgebracht naar Nederland. „Volgend jaar moet Nederland verantwoordelijkheid nemen voor het leed dat hun is aangedaan”, vindt de president in ballingschap. „Ontslag op staande voet, achterstallige soldij, gedwongen verblijf in kampen, trauma’s die in volgende generaties doorwerken”, somt hij op. Veel oud zeer. „Nederland heeft geweigerd ons recht op zelfstandigheid te verdedigen, zoals Portugal dat wel bij Oost-Timor deed. Nederland is een voorbeeld van: alles weigeren, niets doen en niets betalen.” Nederland is er volgens Wattilete mede verantwoordelijk voor dat de locatie waar de geëxecuteerde president Soumokil is begraven, nooit is bekendgemaakt.

In Kamp Vught, waar een woonoord voor duizenden Molukkers werd ingericht, wordt volgend jaar een monument onthuld ter gedachtenis aan Soumokil en andere slachtoffers van de vrijheidsstrijd.
”Ale dan beta – Jij en ik bepalen de toekomst van de Molukken”, is nu het dagthema. „Hoe verder met de strijd?” De president beantwoordt zijn eigen vraag: bewustwording kweken bij jongeren en de volksgenoten in de archipel steunen met geld en via (sociale) media. Niet alleen in Nederland: „Het volk op de Molukken moet in beweging komen en hun stem laten horen.” Dat gebeurt soms wel, maar hoe gevaarlijk dat is, blijkt uit een video die wordt vertoond: de Molukkers zijn van achteren of met mondkapje gefilmd, want „als je je gezicht laat zien, wordt dat gezicht kapotgeslagen”.
Weduwe Soumokil
De 91-jarige weduwe van president Soumokil klimt langzaam het podium op, doet haar mondkapje af en spreekt haar vertrouwen uit „in de Almachtige. Hij weet dat de Molukken ons grondgebied is. Wij eisen onze grond terug, het land dat de Almachtige aan onze voorvaderen schonk.”
Aan de voorlopige grondwet van de RMS wordt deze dag een preambule toegevoegd die ook spreekt van „vertrouwen op de Almachtige Schepper”, in erkenning „dat onze soevereiniteit als natie, ons leven in vrijheid, welvaart en vrede zal worden ondersteund door Zijn leiding en zegen”. Vastgesteld door „de regering in ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken, President, Mr. J.G. Wattilete”.