Bart De Wever wordt premier van land dat hij zeer verachtte
Bart De Wever (54) was jarenlang een scherpe criticus van een verenigd België, maar is nu de beoogde nieuwe premier van het land.
Wie had ooit kunnen denken dat Vlaams nationalist Bart De Wever premier van België zou worden? Vermoedelijk was hij zelf degene die dat het minst had verwacht. Hij liet lange tijd graag optekenen hoe zeer hij het land verachtte. „België heeft geen toekomst”, zei De Wever in 2010 tegen het Duitse nieuwstijdschrift Der Spiegel. „Laat België maar rustig verdampen”, aldus De Wever hetzelfde jaar in een interview met Trouw.
Die minachtende houding tegenover het voortbestaan van België deed niets af aan de populariteit van de politicus – dat wil zeggen: in Vlaanderen. De 54-jarige De Wever prijkt al sinds het begin van zijn politieke carrière steevast bovenaan in populariteitspeilingen.
In Franstalig België was het tot voor kort ondenkbaar dat een Vlaamse nationalist het land zou besturen. Maar in de twintig jaar dat De Wever actief is op hoog politiek niveau, als voorzitter van de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) en later als burgemeester van Antwerpen, is er het nodige veranderd – zowel bij de politicus zelf als bij de Belgen ten zuiden van de taalgrens.
Infuus
Kenmerkend daarvoor is een uitspraak van Waalse coalitiepartner Georges-Louis Bouchez, die met zijn partij MR de meeste stemmen in Wallonië haalde. Toen vrijdagnacht de onderhandelingen over het nieuwe regeerakkoord waren afgerond, zei hij: „Bart De Wever heeft absoluut alle kwaliteiten om premier te zijn. Hij heeft discussies geleid die niet eenvoudig waren, met grote intelligentie, creativiteit en vooral: humor.”
Zo geliefd als hij direct was bij de Vlamingen, zo werd hij gehaat door de Walen. Daar had hij het dan ook zelf naar gemaakt, weet Ivan De Vadder, politiek journalist bij nieuwsomroep VRT. „Toen hij net voorzitter was deed hij forse uitspraken over de Franstaligen, zoals: „Wallonië ligt aan een infuus”, waarmee hij bedoelde dat Vlamingen betaalden voor Wallonië.”
Volgens De Vadder is één gebeurtenis uit 2005 in het collectieve geheugen van Wallonië gegrift. Destijds trok De Wever met een colonne vrachtwagens vol nepgeld naar de scheepslift van Strépy-Thieu. „Die lift was ooit bedoeld om het transport van steenkool te vergemakkelijken, maar de bouw duurde zo lang dat tegen de tijd dat hij klaar was, de steenkoolmijnen al gesloten waren.” Het project had dus geen nut meer. „De Wever lachte de Walen eigenlijk uit in hun gezicht”, stelt De Vadder. „Zo’n sterk beeld raak je niet snel kwijt.”
Strategischer
Of De Wever nu nog zo’n actie zou ondernemen, is de vraag. In de loop der jaren heeft de politicus wel wat inzichten opgedaan. Dat begon volgens De Vadder in 2014. „Toen stapte de N-VA voor het eerst in een federale regering. Tot dan toe was De Wevers visie: „De beste premier is iemand die mijn beleid uitvoert.” Hij dacht dat hij achter de schermen zijn stempel wel kon drukken. Maar toen die regering viel, besefte hij dat hij misschien toch beter zelf de leiding kon nemen omdat uiteindelijk de premier de agenda bepaalt.”
De Wever veranderde geleidelijk zijn toon, analyseert De Vadder. „Zeker sinds de coronacrisis zei hij steeds vaker dat, als hij de verantwoordelijkheid zou krijgen om premier te worden, hij die zou aannemen. Let op: dat zou hij zeker niet met plezier doen, maar hij zóú het wel doen.” De Wever werd strategischer.
De recente verkiezingsuitslag toont aan dat ook de Walen niet stil blijven staan. Nadat de Parti Socialiste (PS) decennialang regeerde, stemde Wallonië ineens rechts. Georges Louis-Bouchez (MR) ging aan kop, iemand die bekendstaat als zeer koppig en gewiekst, en vooral: liberaal. Hij vertegenwoordigt een partij met een economisch rechtse agenda en een focus op veiligheid en migratie. Zo leek het gat met de N-VA ineens minder groot.
Volgens politicoloog Nicolas Bouteca aan de Universiteit Gent heeft de N-VA zich ontwikkeld tot een liberaal-conservatieve volkspartij. „Bij de oprichting in 2001 was het een nichepartij, gericht op meer autonomie voor Vlaanderen. Maar voor de achterban is de sociaaleconomische agenda belangrijker dan een staatshervorming. Het idee is: als we België laten vergaan, dan kost dat de Vlamingen geld.”
De grootste recente verdienste van Bart De Wever is dat hij bij de laatste verkiezingen bijna eigenhandig het uiterst rechtse Vlaams Belang uit de politiek heeft weten te houden. Bouteca: „Daarvoor had hij goed gekeken naar wat er in Nederland met de VVD was gebeurd. Hij presenteerde zich als een redelijk alternatief voor uiterst rechts en zei expliciet dat hij niet wilde samenwerken met Vlaams Belang.” Het bleek de juiste tactiek. N-VA werd de grote winnaar, in weerwil van alle peilingen.
Kar
Nu rijst de vraag hoe België zich zal ontwikkelen onder De Wevers leiding. „Hij is al twaalf jaar burgemeester van Antwerpen, maar we zagen hem op nationaal niveau niet eerder beleid uitvoeren”, zegt Bouteca.
„Ook toen zijn partij in 2014 in de federale regering zat, bleef hij aan de kant. Als premier moet hij nu wel de kar gaan trekken. Kan hij de grote hervormingen doorvoeren of rijdt hij zich vast in de weerbarstige Belgische politiek?”
Als historicus is De Wever vaak uitdrukkelijk bezig met zijn nalatenschap. „Ik wil een stempel drukken in de geschiedenisboeken”, zei hij in april nog in weekblad Humo. „Maar het moet nú wel gaan gebeuren.” Wordt hij de eerste Vlaamse nationalist die toch een liefde voor het voortbestaan van België ontwikkelt? Of zal hij, nadat hij het land de komende jaren gaat opbouwen, alsnog proberen België in tweeën te splitsen?
Het antwoord op die vragen schemerde zaterdagavond door in De Wevers eerste interview als aankomend premier. Jarenlang was zijn boodschap duidelijk: de Walen kosten de Vlamingen alleen maar geld. Nu wil hij dat aanpakken door langdurig werklozen, die volgens hem vooral in het zuiden van het land zitten, aan het werk te krijgen. „Als je hier (in Vlaanderen, red. Trouw) langdurig werkloos bent, dan heb je daarvoor gekozen of kán je niet werken. Die mensen zullen we blijven verzorgen. Maar de rest mag gaan opstaan en gaan werken.” Iedereen wordt daar uiteindelijk beter van, benadrukte hij.
De Wever erkende de ironie van zijn nieuwe positie. „Dat is zoiets als droog water”, merkte hij op. Toch had hij er een verklaring voor. Hij herhaalde zijn verkiezingsbelofte om de welvaart van de Vlamingen te beschermen. „Daarvoor achten wij bepaalde maatregelen nodig. Als je die op federaal niveau kán doorvoeren, dan zou het dom zijn die gelegenheid niet te grijpen.”