Californië heeft een rechtszaak aangespannen tegen ExxonMobil. Volgens procureur-generaal Rob Bonta van de Amerikaanse staat heeft het olieconcern het publiek misleid over de mate waarin zijn plastic te recyclen is. Californië wil daar een einde aan maken en eist onder meer boetes en een schadevergoeding. ExxonMobil is een van ’s werelds grootste producenten van harsen die worden gebruikt voor wegwerpplastic.
Volgens de aanklacht heeft ExxonMobil onder meer het kenmerkende recyclingsymbool van drie pijlen gebruikt op plastic producten. Daardoor geloofden kopers dat deze artikelen gerecycled konden worden. Maar volgens het kantoor van de procureur-generaal wordt slechts 5 procent van het plastic afval in de Verenigde Staten daadwerkelijk gerecycled, een percentage dat is gebaseerd op een schatting van belangenorganisatie Beyond Plastic.
Daarnaast heeft ExxonMobil „geavanceerde recycling” gepromoot als „de oplossing voor de plasticafval- en vervuilingscrisis”. Maar volgens de aanklacht spelen daarbij technische beperkingen, iets waar het bedrijf niet open over is geweest. „Het ‘geavanceerde recyclingprogramma’ van ExxonMobil is niets meer dan een pr-stunt om het publiek aan te moedigen plastic voor eenmalig gebruik te blijven kopen, dat de plasticvervuilingscrisis aanwakkert”, zo staat in de aanklacht.
Volgens ExxonMobil werkt de geavanceerde technologie wel degelijk. „Mensen aanklagen levert krantenkoppen op, maar lost het plastic afvalprobleem niet op. Geavanceerde recycling is een echte oplossing”, stelt het bedrijf, dat daaraan toevoegt dat Californië „niets heeft gedaan om recycling te bevorderen”.
De rechtszaak komt vlak voor een laatste onderhandelingsronde over een plasticverdrag. Die vindt aan het einde van het jaar in Zuid-Korea plaats. Landen zijn verdeeld over de vraag of er meer beperkingen moeten komen op de productie van plastic. Ook ExxonMobil is, net als andere bedrijven uit de petrochemische industrie, tegen eventuele beperkingen.