De beroemde zeeheld Michiel de Ruyter had helemaal geen hekel aan mensen van een ander ras. Hij was goed bevriend met een Afrikaanse ex-slaaf die het tot onderkoning van Senegal had geschopt. Toch had De Ruyter zelf ook een slaaf. Voor een man van aanzien was dat in de zeventiende eeuw de gewoonste zaak van de wereld. Op dit bekende schilderij draagt een jonge slaaf de helm van de admiraal. Pas twee eeuwen na de dood van De Ruyter schafte Nederland de slavernij af. In Suriname kregen 33.000 mensen de vrijheid, op de Nederlandse Antillen waren dat er 12.000. - Foto's: Library of Congress, ANP, EPA, RD

De Europeanen gingen meestal niet zelf op slavenjacht. Dat deden de bewoners van de Afrikaanse kust. Zij hadden altijd wel vijanden, die ze met plezier ruilden voor wapens, buskruit en mooie spullen als kralen, katoen, wol en zijde. De gevangen slaven werden naar forten aan de kust gebracht. De Afrikaanse handelaren waren verzot op al het moois uit Europa. Er waren zelfs vrouwen die in slaven handelden. Ze hadden alles over voor een nieuwe pan of een mooie stof uit Nederland.

Fort Elmina in Ghana. Vanaf hier brachten de Nederlanders vele Afrikanen als slaaf naar de andere kant van de oceaan.

Kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima zijn in traditionele Ghanese kledij gestoken door de Chief van Elmina. De prins en zijn vrouw bezochten het vroegere slavenfort in april 2002.

Er zijn ruim 9 miljoen slaven verscheept. Daarvan namen de Nederlanders er ongeveer 550.000 voor hun rekening. Zeeuwse kooplieden uit Middelburg en Vlissingen waren met 180.000 verhandelde slaven echte groothandelaren.

De Nederlandse slavenhandelaars waren vrome christenen. Ze begonnen en eindigden hun vergaderingen met gebeden waarin ze vroegen om een behouden vaart, om zegen over hun werk en vergeving van hun zonden. De kooplieden leken zich werkelijk van geen kwaad bewust. Er staat niet in de Bijbel dat slavernij goed is of dat God het zo wil, maar de Bijbel beschrijft wel hoe slaven en heren met elkaar moeten omgaan. - LOC

Het is duidelijk dat de omgang met de slaven doorgaans niet Bijbels was. Duizenden kwamen om tijdens de reis van Afrika naar Amerika. De Atlantische Oceaan werd hun graf. Afbeelding: Nederlandse soldaten met slaven in de haven van de Amerikaanse stad Jamestown. - LOC

Na aankomst in de koloniën worden de slaven te koop aangeboden. Eigenaren van suiker en koffieplantages komen naar de slavenmarkt om nieuw ‘personeel’ aan te schaffen.

Te koop: een jonge neger.

Soms duurde het even voor er een koper gevonden werd voor de slaven. Tot die tijd gingen ze achter slot en grendel in het gebouw van de slavenhandelaar.

“Price, Birch & Company. Dealers in slaves.” Soldaten voor het pand van een slavenhandelaar in de Amerikaanse stad Alexandria.

Slaven in een bootje onderweg naar hun werk op de plantages.

Door het zware werk dat ze moesten doen, werden de meeste slaven niet oud. Op de foto het graf van Lewis Porter, slaaf van Major Porter. Slaven mochten hun Afrikaanse naam niet houden. Ze kregen de achternaam van de plantage-eigenaar voor wie ze werkten.

Op de plantages woonden de slaven in dit soort huisjes.

Ondertussen in Amsterdam: slavenhandelaar Paulus Godin laat een prachtig huis bouwen aan de Herengracht. Tegenwoordig woont de burgemeester van Amsterdam in het pand.

Nederland was niet het eerste land dat de slavernij afschafte. Denemarken (1803), Groot-Brittannië (1834) en Frankrijk (1848) waren eerder. Na Nederland volgden de Verenigde Staten (1865), Portugal (1869), Spanje (1886) en Brazilië (1888). Op de foto een ex-slaaf voor een vervallen slavenverblijf.

Slavernij is de wereld nog niet uit. In landen als Marokko is kinderarbeid heel gewoon.