Gerald Harbers - 23 apr 2005 08:31 - Gewijzigd: 23 apr 2005 08:31

Levensgevaarlijke hoeken

Karel (13): Ik kom niet meer dicht bij vrachtwagens

LEIDEN - „Dat had ik niet verwacht.” Corrinda (12) kan vanuit de chauffeursstoel in een grote vrachtwagen haar klasgenoten Willeke, Margre-Lisa en Inge niet zien als ze een meter voor het voertuig oversteken. De klas waarin het viertal zit, kijkt hoe groot de dode hoek bij een vrachtwagen is.

„Blijf eens van die gordijntjes af, je bent geen Ajax-supporter”, klinkt het door de bus waarin klas L1B van het Driestar College in Leiden zit. De groep is op weg naar een plein met vrachtwagens waar de leerlingen vanuit de cabine kunnen zien hoe groot de dode hoek is.

Voordat de chauffeur gaat rijden, start hij een video. Over de gevaren van de dode hoek. Niet alle leerlingen vinden het onderwerp interessant. Twee meisjes schuiven met de gordijntjes in de bus en krijgen direct commentaar van een klasgenoot die zich de voetbalrellen van zondag herinnert. Hanneke uit Rijnsburg (13) vindt het een saai filmpje, zegt ze na afloop. „Het enige wat ik nog weet, is dat een man zei: Zien en gezien worden.”

Per jaar vallen er gemiddeld twintig dodelijke slachtoffers doordat vrachtwagenchauffeurs fietsers die in de dode hoek rijden niet opmerkten. Ook raken daardoor ieder jaar vijftig mensen gewond. Hanneke herinnert zich zeker vier van dergelijke ongelukken in haar eigen woonplaats. „Van een weet ik zeker dat het dodelijk afliep. De ouders van dat Britse meisje kwamen een jaar later vragen waar hun dochter omgekomen was. Toen moest ik in het Engels de weg wijzen.”

De brugklasser gaat iedere dag op de fiets naar school. „Dat is ongeveer 7 kilometer. We komen dan altijd langs Flora, de bloemenveiling. Daar rijden altijd veel vrachtwagens. Die moeten naar rechts, op de weg waar wij fietsen. Soms moeten we dan de stoep op, omdat de chauffeur ons niet ziet.”

Ook Karel (13) komt elke dag op de fiets naar school. Hij woont in Lisse. Dat ligt op 13 kilometer van Leiden. Hij heeft nooit last van vrachtauto’s. „We fietsen het grootste deel van de route over een fietspad dat apart van de weg ligt.”

Puntje
Na een kwartiertje komt de bus aan op een groot plein. Daar staan acht vrachtwagens met aanhangers. De leerlingen worden opgedeeld in groepjes. Willeke, Margre-Lisa, Inge en Corrinda gaan met chauffeur-opleider Jan Vermeulen mee naar een van de vrachtwagens.

Rondom de Volvo staan pionnen. Daarmee laat Vermeulen zien hoe groot de dode hoek van een vrachtwagen is. Om de beurt mogen de meiden op de plek van de chauffeur zitten. Corrinda tuurt in de spiegel naar de pionnen. Aan de linkerzijde zijn ze prima te zien. „Aan de rechterkant zie ik alleen maar een puntje.” Vermeulen wijst naar de pionnen voor een andere vrachtauto. „Zo ver staan de pionnen ook van onze voorbumper af. Zie je ze?” Corrinda schudt haar hoofd.

Inge wil weten hoe ze kan voorkomen dat een vrachtauto haar „platdrukt in de dode hoek.” Vermeulen: „Kom niet te dicht bij de vrachtwagen en zorg dat je oogcontact met de chauffeur krijgt. Dan ziet hij jou niet over het hoofd.”

Karel had niet verwacht dat de dode hoek zo groot zou zijn. „In het vervolg blijf ik ver genoeg bij een vrachtwagen vandaan. Het is veel te gevaarlijk om dichtbij te komen.”

Tips tegen ongelukken in de dode hoek:
Maak oogcontact met de chauffeur.
Kom niet te dicht bij de vrachtauto, zo veel mogelijk afstand houden is het veiligst.
Ga nooit achter of direct voor een vrachtauto staan.
Kijk naar de spiegels. Zie je de chauffeur, dan ben je buiten de dode hoek.
Kijk om je heen, dan kun je op tijd stoppen of uitwijken als het nodig is.
Voorrang hebben is wat anders dan voorrang krijgen. Speel op safe.
Tips afkomstig van Rijschool Bremmer