„Alcoholgebruik maatschappelijk geaccepteerd”
Ds. Tj. De Jong, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Staphorst, waarschuwt jongeren regelmatig vanaf de kansel voor hun doen en laten in de keten. Vorig jaar wijdde hij zelfs een kanselboodschap aan de keten en aan het internetgebruik.Als predikant heeft hij met name kritiek vanuit godsdienstig en moreel oogpunt. Ds. De Jong wijst op het overmatig alcoholgebruik in de keten. „De jongelui kunnen er goedkoop drinken. Maar ik vraag me af waar hun gesprekken op zo’n avond over gaan. Wat is de entourage en welke posters hangen er? Ook heb ik problemen met de websites en de gastenboeken die daarop te vinden zijn. In de keten kan heel veel ongecontroleerd gebeuren.”
Dat ouders een keet op hun erf toestaan, omdat ze dan toezicht op hun kind zouden hebben, vindt ds. De Jong onzin. „De ouders hebben weinig in de gaten te houden, want de jongeren in de keet doen toch net wat ze willen. Ouders zijn niet bij de gesprekken aanwezig en zien niet naar welke tv-programma’s of naar welke video’s de jongeren kijken. Dat soort argumenten zijn doekjes voor het bloeden.”
G. van Winkoop (41), een van de jeugdouderlingen in de hervormde gemeente van Putten, vindt dat te kort door de bocht. „Je hebt als ouders de jongeren toch maar mooi bij huis. Tien jaar geleden wilde de gemeente de hangjongeren het dorp uit hebben. Dat is gelukt, maar nu wil het gemeentebestuur de keten aanpakken, terwijl de overlast bij en rond de keten minimaal is.”
Van Winkoop erkent dat jongeren, ook al zitten ze in een keet vlak bij het ouderlijk huis, hun vrijheid kunnen misbruiken. De jeugdouderling vindt het jammer dat alle negatieve publiciteit zich richt op alleen de keten. „Terecht als je kijkt naar het alcoholmisbruik. Maar dat gebeurt net zo goed in sportkantines. Buiten het overmatig drinken om is het in zo’n keet heel gezellig.”
Dat laatste heeft van Winkoop de jongeren ook duidelijk gemaakt toen hij in oktober drie keten bezocht in de omgeving van Putten.
De jeugdouderling wijst op de belangrijke verantwoordelijkheid van de ouders. „Sommige vaders en moeders brengen hun kinderen al jong in aanraking met alcohol. Iedereen lacht als een jochie van vijf op een feestje een slokje alcohol neemt. Maar zijn we ons voldoende bewust van de gevaren van alcohol? Bovendien zijn er ouders die zelf ook heel graag een glaasje lusten. Alcoholgebruik is maatschappelijk geaccepteerd.”
De christelijke gereformeerde predikant ds. A. Egas uit Urk herkent de problematiek van het alcoholgebruik onder jongeren in zijn woonplaats. Volgens hem gaat een niet te verwaarlozen deel van de jongeren elke zaterdagavond naar een zogeheten barretje. „Hoeveel jongeren er precies gaan, weet ik niet. Iets minder dan de helft, schat ik.”
Ds. Egas is voorzitter van de contactraad voor kerken van de gerefomeerde gezindte op Urk. Deze biedt de jongeren een alternatief. Ds. Egas: „We organiseren avonden voor jongeren. Daar komt eens per maand een spreker. Verder kunnen ze gezellig bij elkaar zijn. Er is gelegenheid om te tafeltennissen of wat te drinken.”
Het alternatief, door de Urkers Opperdan genoemd, trekt niet zo veel bezoekers als wel zou moeten, vindt ds. Egas. „In het begin waren het er ruim honderd, langzamerhand worden dat er minder.” De predikant wijt dat onder meer aan de locatie van Opperdan. „Het is een zaaltje bij een kerk, er mag niet worden gerookt. Dat vormt een grote drempel voor de jongeren.”
Ds. Egas bezoekt de jongeren regelmatig. „Ik ga dan naar de barretjes en spreek de bezoekers aan. Ik vraag dan bijvoorbeeld: Waar ben je naar op weg? Met de bedoeling te komen bij de vraag: Hoe sta je ten opzichte van de Heere?” Jongeren waarderen het dat er naar hen omgekeken wordt, volgens ds. Egas. „We kunnen altijd serieus met hen praten en hebben nog nooit negatieve ervaringen gehad.”
Jongeren hebben behoefte aan contact met leeftijdsgenoten en het verkennen van grenzen, stelt N. Overbeeke, jeugdwerkadviseur bij de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten (JBGG). „Maar als je op jonge leeftijd je ziel volstopt met de dingen van de wereld, zal dat op oudere leeftijd terugkomen.”
Volgens hem is afgezien van een enkele keet er geen goede reden te bedenken waarom jongeren naar dergelijke onderkomens gaan. „Overmatig alcoholgebruik op vaak jonge leeftijd, populaire muziek en het kijken van grove films zijn eerder regel dan uitzondering. Jongeren die gedoopt zijn en daardoor aan de Heere toebehoren, kunnen niet meegaan in de dingen die de duivel hun zo mooi voorspiegelt.”
Volgens de jeugdwerkadviseur is het belangrijk om in de omgang met keetbezoekers naast de jongeren te gaan staan.
Ook is het van belang dat ouders weten waar hun kinderen zijn en wat ze in jongerenketen doen. „Ouders moeten toegerust worden in het omgaan met keetbezoek van hun kinderen, maar ook in het aangaan van het gesprek over deze dingen en het voorstellen van alternatieven.”
Voor sommige jongeren kan het een worsteling zijn om los te komen van het bezoeken van een keet. Voor hen heeft Overbeeke het volgende advies: „Praat erover met iemand die je vertrouwt en die hart voor jongeren heeft. Ga op zoek naar goede alternatieven, denk bijvoorbeeld aan de jeugdvereniging.” Hij wijst ook op de dienst van de Heere. „Mozes mocht de goede keuze maken, want hij wist het: De wereld heeft veel schatten, maar in het dienen van de Heere ligt een groot loon.”
Reacties (4)
@noniem bezorger | woensdag 18 januari 2006 - 11:40 | |
aantal posts:40 | ik vind kerk beter als cafe eigenlijk. |
adriana18 bezorger | dinsdag 30 januari 2007 - 13:17 | |
aantal posts:13 | je mag ckr wel een x naar cafe gaan btje lekkr gezellig doen groetjes arianne |