Huisartsen vaker ontlast door praktijkondersteuners
Nederland is sinds enige tijd een beroep rijker. Om de overbelaste huisartsen werk uit handen te nemen, krijgen zij steeds meer hulp van praktijkondersteuners. Voor P. van Heerden uit Vianen was de overstap van het ziekenhuis naar de praktijk niet moeilijk. „De huisarts is al jaren mijn partner.”
Van Heerden (51) is niet helemaal tevreden over de naam van zijn nieuwe functie. „Praktijkondersteuner huisartsen klinkt zo weinig deskundig en ook een beetje stuntelig. Ik ben professional en verpleegkundige.”
Veel huisartsen zagen de hoeveelheid werk de laatste jaren steeds meer groeien. Vergrijzing, langer zelfstandig wonen van ouderen en een ziekenhuisbeleid dat erop gericht is patiënten eerder te ontslaan, leveren de artsen veel werk op. „Ook de toename aan chronisch zieken, die een groot beroep doen op de huisarts door hun intensievere zorgvraag, verhoogt de werkdruk”, zegt Van Heerden.
Het is juist deze doelgroep die in steeds meer praktijken behandeling krijgt van een praktijkondersteuner. Van Heerden merkt bijvoorbeeld dat steeds meer mensen al op jongere leeftijd last krijgen van suikerziekte. „Vroeger zag je zelden mensen onder de 55 jaar die ouderdomsdiabetes hadden. Later kregen dertigers het en momenteel lopen er in Amerika al pubers rond met ouderdomsdiabetes. Het aantal patiënten neemt ook toe.”
In huisartsenpraktijken begint een praktijkondersteuner volgens Van Heerden vaak eerst met de zorg voor diabetespatiënten. Zij zijn meestal relatief eenvoudig te begeleiden, houden zich goed aan adviezen en zijn therapiegetrouw.
Van Heerden, de laatste jaren voor zijn overstap werkzaam in een ziekenhuis op de afdeling spoedeisende hulp -„daar heb ik nog een piepklein baantje van twee dagen per maand”-, maakte anderhalf jaar geleden de overstap naar de functie van praktijkondersteuner. „Als verpleegkundige was ik al langer geïnteresseerd in dit deel van de gezondheidszorg, maar er waren eigenlijk geen functies voor verpleegkundigen. Daarnaast wilde ik op een gegeven moment meer regelmaat in mijn leven”, stelt hij.
Na eerst een jaar in een andere praktijk te zijn geweest, ontstond een halfjaar geleden de mogelijkheid bij zijn partner in Vianen te gaan werken. Deze situatie bevordert het contact over het werk, volgens Van Heerden. „Overleg vindt bij ons aan de keukentafel plaats.”
Er zijn volgens Van Heerden meer verpleegkundigen die de stap uit het ziekenhuis naar de huisartsenpraktijk maken. „Nogal wat oudere verpleegkundigen houden de ziekenhuizen voor gezien vanwege de werkdruk en de toegenomen techniek. In de groep studenten die met mij aan de Hogeschool van Utrecht de opleiding tot praktijkondersteuner volgde, was ik niet eens de oudste.”
De helft van zijn tijd is Van Heerden bezig met patiënten die een chronische ziekte hebben. „Met name patiënten met ouderdomsdiabetes, maar ook met long-, hart- en vaatziekten, begeleid ik.” De andere helft van zijn tijd vult de verpleegkundige met organisatorische zaken. „Dan moet je denken aan het schrijven van protocollen, personeelsbeleid, studie en contacten met verzekeringen en andere instanties.”
De verpleegkundige houdt zich tijdens de consulten voornamelijk bezig met het geven van voorlichting en educatie. „Veel diabetici stunten met allerlei kunstjes, maar weten niet precies waarom ze dat doen. Ik vertel de mensen waarom ze bepaalde zaken moeten laten of juist doen. Formeel stel ik geen diagnose en schrijf ik geen medicijnen voor. De huisarts is eindverantwoordelijk.”
De groep patiënten die Van Heerden onder ogen krijgt, is veelal ouder dan veertig jaar. „Voor veel mensen is het moeilijk zelf bepaalde zaken in hun leven te veranderen. Gezond leven, stoppen met roken en drinken en de effecten ervan op de gezondheid zijn zaken waar ik over vertel.” Mensen moeten volgens Van Heerden manager worden van hun eigen ziekte. „Dan moet er wel inzicht zijn en daar investeer ik in.”
De praktijkondersteuner houdt de dagen dat hij in Vianen werkt -„ik ben hier drie dagen per week”- een vast spreekuur. Ook legt hij visites af in de stad en het buitengebied. „Ik heb meer tijd voor een consult dan de huisarts. Daardoor kan ik ruimer aandacht besteden aan voorlichting en begeleiding.”
Tussen 8.00 uur en 8.30 uur verschijnen de diabetespatiënten nuchter voor bloedsuikerbepaling en consult. „Later in de ochtend komen mensen met bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en de stoppers met roken. ’s Middags leg ik bezoeken af bij kankerpatiënten en mensen die in een rouwverwerkingsproces zitten.” Dan houdt Van Heerden zich ook vaak bezig met telefonische consulten en het verwijderen van hechtingen bij patiënten.
Op dit moment werkt de praktijkondersteuner vanuit een monumentaal pand in het stadscentrum van Vianen. „Het gebouw dateert uit 1500 en fungeert al sinds de jaren dertig van de vorige eeuw als huisartsenhuis.”
De snelle ontwikkelingen in de huisartsenzorg in Nederland laten ook de praktijkondersteuner niet onberoerd. Toch maakt Van Heerden zich over zijn situatie nog geen zorgen. „Dit is een nieuwe functie. Al snel moet kwaliteitsverbetering zichtbaar worden waar huisartsen steken laten vallen omdat zij er geen tijd voor hebben. Je moet wel investeren als je wat wilt bereiken. Ik geloof in deze functie.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst.