Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Sluipen langs de pijpen in een orgel

Een houten kist. Erin liggen orgelpijpen. Tussen de pijpen het skelet van een vogel. „Die is er op z’n kop ingevlogen en niet meer uitgekomen”, zegt Arjen de Boer. Als jonge orgelbouwer maakt hij van alles mee. Soms balanceert Arjen op een metershoge steiger tussen kerkvloer en gewelven, dan weer sluipt hij door smalle gangetjes in een eeuwenoud instrument. „Voor het geld hoef je dit niet te doen. Maar als je gek van orgels bent, zoals ik, dan is er geen mooier beroep.”

Orgelbouwer.

Orgelbouwer.

Arjen (29) heeft een merkwaardige schooltijd achter de rug. Na de mavo deed hij mts-bouwkunde. In plaats van de bouw in te gaan, stoomde hij door naar het conservatorium in Enschede. Daar haalde Arjen het solistendiploma voor orgel. „Toen stond ik op straat: Wat nu? Ik solliciteerde naar verschillende banen in de muziek, maar niets lukte. Toen heb ik vier orgelmakers een brief geschreven: Flentrop, Van Vulpen, Reil en Hendriksen(&(Reitsma. Flentrop in Zaandam had plaats voor een leerling-orgelmaker. Ik kon beginnen in de pijpenmakerij. Dat doe ik nu twee jaar. Het bevalt me uitstekend. Ik zou niet meer terug willen in de muziek.”

Arjen probeert elke dag even orgel te spelen om zijn techniek bij te houden. „Ook ben ik weer op les gegaan: bij Cor Ardesch in Dordrecht. Verder speel ik ’s zondags in de gereformeerde kerk in Zaandam. Af en toe val ik in bij de hervormden.” Dat Arjen uiteindelijk zijn draai vond in de orgelbouw, is voor hemzelf geen verrassing. „Op de mts liep ik een halfjaar stage bij orgelmaker Winold van der Putten in Finsterwolde. Dat beviel zo goed, dat ik er ook in de vakanties bleef werken. Ik had dus al ervaring in het vak.”

Al snel na zijn indiensttreding bij Flentrop kreeg Arjen een aantrekkelijk aanbod. „Ik mocht op kosten van de baas een opleiding gaan volgen. Eigenlijk geen echte opleiding; meer een cursus. We gingen in totaal met tien leerling-orgelbouwers van verschillende bedrijven één dag in de week naar een orgelmakerij. We verdiepten ons in het maken van pijpen, mechanieken en windlades. Bij Reil mochten we zelf pijpen intoneren en stemmen. Orgeladviseur Peter van Dijk vertelde over de historie van het orgel. Via de cursus kregen we het boek van Jan Jongepier: ”Toegang tot het orgel”. Na zo’n vijftien cursusdagen volgde een tentamen. Wie slaagde, kreeg een certificaat.”

Kernspleet
Op een gewone werkdag zit Arjen van halfacht tot kwart over vier in de pijpenmakerij van Flentrop aan de Westzijde in Zaandam. Hij maakt nieuwe pijpen en restaureert oude uit historische instrumenten. Een precies karwei. De pijp moet de juiste lengte hebben en de kernspleet (de mond) de juiste wijdte om de goede toon voort te brengen. Arjen wil uiteindelijk intonateur/stemmer worden. „Dan is het heel belangrijk dat je eerst zelf pijpen hebt leren maken. Ik verwacht overigens nog wel tien jaar nodig te hebben om uit te groeien tot een vakman.”

Geregeld gaat Arjen voor een klus op pad, meestal samen met een collega. „Ik was zes weken in Washington om een groot orgel schoon te maken en uit te breiden met drie registers. Ook ben ik bij een orgel in Londen geweest om een nieuwe Trompet 8’ te plaatsen. Dat zijn leuke klussen.” Ook in Nederland gaat Arjen op pad. „Ik zat vijf weken in de Sint-Jan in Den Bosch. Daar moest ik op een metershoge steiger die voor het orgel stond werken. Wát een instrument is dat, zeg. Indrukwekkend. Ook werkte ik in Purmerend, waar het historische Garrels-orgel weer is opgebouwd.”

Dat hij de kans krijgt grote, historische orgels in hun buik te kijken, vindt Arjen een van de mooiste kanten van zijn beroep. „Zo hoop ik nog eens het Bavo-orgel in Haarlem en het Laurens-orgel in Alkmaar vanbinnen te zien. Dat zijn ook van die topinstrumenten.” Op dit moment werkt Arjen aan pijpen voor het Smits-orgel in De Duif, een roomse kerk in Amsterdam, en voor het Cavaillé-Coll-orgel in het Concertgebouw te Haarlem.

Verknocht
Flentrop, net honderd jaar oud, is het grootste orgelbouwbedrijf in Nederland. Er werken 35 mensen. Arjen: „Omdat het zo’n groot bedrijf is, is er veel aandacht voor persoonlijke begeleiding. In een klein bedrijf moet je als leerling vaak direct volop meedraaien in het productieproces. Hier is genoeg tijd om dingen goed onder de knie te krijgen.” Op de vraag wat hem het meest boeit in het vak, antwoordt Arjen kort en goed: „Het orgel zelf. Het is het mooiste instrument dat ik ken. Van de orgelbouw zelf vind ik het ambachtelijke boeiend. Ik ben heel erg verknocht geraakt aan dit vak.”

Een orgelbouwer verdient niet veel, beaamt Arjen, die zijn exacte salaris liever achter de kiezen houdt. „Als ik naar vrienden kijk, dan verdienen die meer. Dat zie ik aan de auto’s die ze rijden. Maar ik heb daar geen problemen mee. Ik kan met mijn salaris zonder financiële zorgen leven en af en toe ook nog leuke dingen doen.”

Arjens vriendin, met wie hij samenwoont, studeert geneeskunde. „Er klopt niks van, een orgelbouwer en een bijna-arts, maar we hebben het goed samen. Ik weet natuurlijk niet hoe het financieel zal zijn als je ook kinderen hebt. Als ik echter naar mijn oudere collega’s kijk, die wel een gezin hebben, dan kunnen die nog steeds rondkomen. Het scheelt dat mijn vriendin en ik weinig eisen stellen. We kunnen prima leven met tweedehands spullen.”

Op eieren
Het vak van orgelmaker is voor velen onbekend, merkt Arjen. „Ik moet nogal eens uitleggen wat ik doe. Maar als mensen het weten, gaat hun petje vaak af.” Arjen hoopt dat meer jongeren zich voor het eeuwenoude ambacht gaan interesseren. „Jongeren zijn broodnodig in dit vak.”

Arjen is niet de enige werknemer bij Flentrop met een conservatoriumdiploma op zak. Hij kan zo drie collega’s noemen, onder wie Dick Koomans, oud-leerling van Bavo-organist Klaas Bolt. „Er is net een Japanse dame aangenomen die orgel heeft gestudeerd”, vertelt Arjen. „Zij wordt ook opgeleid voor intonateur/stemmer.” Ook al is Arjen orgelbouwer, hij blijft organist in hart en nieren. „Als ik bij een orgel kom, zet ik altijd eerst de motor aan. Even proberen.”

Ongevaarlijk is het orgelmakersvak niet, zeker niet als je op karwei gaat. Arjen: „Ik kom bij heel grote orgels, met een hoogte van 25 meter. Soms balanceer ik op een steiger tussen de kerkvloer en de gewelven. Of ik kruip door een smal gangetje tussen de pijpen. Dan loop ik op eieren.”

Arjen laat de werkplaats zien en vertelt intussen over de opdrachten die eraan komen. „Binnenkort moeten we een Bazuin 32’ maken voor een orgel in Dublin. De langste pijpen zijn bijna 10 meter. Een zeldzame klus.”

Reacties (3)

janvisscher@yord.nl
bezorger
Quote bericht
aantal posts:5

ons orgel is door hendriksen&reidsma gemaakt. toen heb ik dit al geleerd. wij hebben 2159 pijpen in het orgel. ik wou ook orgelbouwer worden maar ik zie er toch maar wwer van af.
ikkuh
bezorger
Quote bericht
aantal posts:21

mijn vriendin z'n vader is ook orgelbouwer.
tardie
bezorger
Quote bericht
aantal posts:7

ik wil orgelbouwer worden