Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Gecharmeerd van de rode loper

Tot 1976 is het nooit duidelijk geweest wat de werkelijke functie van de prins was en welke verantwoordelijkheden hij had. Verwarring daarover deed zich keer op keer voor tijdens zijn vele buitenlandse reizen. Prins Bernhard was niet vies van een rode loper en een erewacht. Hij liet zich graag grootse ontvangsten welgevallen en werd dan ook niet zelden binnengehaald als een vorst.

Bij de buitenlandse leiders ontstond de indruk dat prins Bernhard op staatsbezoek kwam, terwijl het om gewone bezoeken ging. Nu was de prins iemand die meetelde in het internationale circuit. Al in zijn Londense periode had hij banden gesmeed met groten der aarde en de ”captains of industry”. De basis van zijn netwerk legde hij tijdens de Bilderbergconferenties, aan de wieg waarvan hij had gestaan en die hij tot 1976 voorzat. Hij kende daardoor mensen als de Amerikaanse minister Henry Kissinger, de Duitse bondskanseliers Brandt en Schmidt en de Franse president Giscard d’Estaing. De Amerikaanse president Kennedy schatte ten tijde van de Nieuw-Guinea-crisis het oordeel van de prins hoger in dan dat van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Luns. De laatste had er een gewapend conflict voor over om te voorkomen dat Nieuw-Guinea bij Indonesië kwam. Bernhard toonde meer realiteitszin en vertelde Kennedy dat hij lijnrecht tegenover Luns stond. Voor Kennedy, die meende dat de Nederlandse prins een hoge regeringsfunctionaris was, het bewijs dat de Nederlandse regering verre van eensgezind was. Nadat Nieuw-Guinea geregeld was, bedankte Kennedy via een brief koningin Juliana voor de steun die haar man hem in deze kwestie had gegeven.

De opeenvolgende regeringen legden prins Bernhard geen strobreed in de weg. Zij maakten zelfs graag gebruik van zijn diensten en zijn vaardigheden. Op die manier kon de prins ruim dertig jaar lang de ”golden errand boy” van de Nederlandse regering worden. Regering en bedrijfsleven schakelden hem in om orders in de wacht te slepen of om moeilijkheden op te lossen, bijvoorbeeld over landingsrechten voor de KLM. Een reis die veel opzien baarde, was die begin jaren vijftig naar Argentinië. Het leverde het bedrijf Werkspoor een grote order op, maar wat de prins niet wist was dat de regering 30 miljoen gulden aan steekpenningen aan de Argentijnse dictator Perón had betaald. Prins Bernhard dacht dat de onderscheiding die hij aan Evita Perón had uitgereikt de Argentijnen over de streep had getrokken.

De reis naar Argentinië stond aan het begin van een reeks van goodwillreizen, waarmee prins Bernhard een belangrijke bijdrage aan de wederopbouw van de Nederlandse economie leverde. Hij bleek deuren te kunnen openen die voor anderen gesloten bleven. Nederlandse en internationale ondernemingen, commissarissen, directeuren, bestuurders van multinationals, managers, fondsenwervers, ministers, staatssecretarissen en iedereen die ook maar enig voordeel dacht binnen te kunnen slepen, zocht tussen 1946 en 1976 de vriendschap van de prins.

„De internationale reputatie van prins Bernhard berustte ten dele op een mystificatie, zoals het duidelijkst bleek in de VS, waar zijn persoonlijke kwaliteiten veelal met politieke invloed werden verward”, schrijft Van Wijnen in zijn boek ”De Prins-Gemaal” (1992). Men dacht dat de prins een soort onderkoning was. De Nederlandse regering liet dit maar zo, omdat het vruchten afwierp.

In 1976 barstte de bom. Het kabinet-Den Uyl gebood Bernhard zijn functies, waaronder die van inspecteur-generaal der krijgsmacht, neer te leggen. De regeringsmaatregel was een uitvloeisel van het rapport van de Commissie van Drie, ook wel de commissie-Donner genaamd. Deze commissie had voor de regering de beschuldigingen onderzocht dat Bernhard steekpenningen van de Amerikaanse vliegtuigfabrikant Lockheed zou hebben aangenomen. Het harde bewijs daarvoor kon de commissie ondanks tal van aanwijzingen niet vinden.

De regering nam de conclusies van de commissie over. Prins Bernhard „had zich te lichtvaardig begeven in transacties, die de indruk moesten wekken dat hij gevoelig was voor gunsten”, hij had zich toegankelijk getoond „voor onoorbare verlangens en aanbiedingen” en had zich laten „verleiden tot het nemen van initiatieven die volstrekt onaanvaardbaar waren en die hemzelf en het Nederlandse aanschaffingsbeleid bij Lockheed in een bedenkelijk daglicht moesten stellen.” De prins beweerde dat hij het geld van Lockheed voor het World Wildlife Fund had gevraagd.

Bij de beoordeling van het handelen van de prins vergat het kabinet dat de prins nooit een strobreed in de weg was gelegd. De enkeling die het waagde kritiek uit te oefenen op deze gang van zaken, werd stilaan geneutraliseerd. Overigens was de prins wel zo slim dat hij elke reis van tevoren bij de regering meldde, waarmee hij in feite door de regering was gedekt.

Het duurde tot 1992 voordat de laakbare opstelling van de opeenvolgende regeringen via het boek van de Van Wijnen publiek werden. „Want hoe ernstig de ondeugden van prins Bernhard in deze zaak ook mochten zijn, het constitutionele bestel had grosso modo dertig jaar lang zijn toezichthoudende taken verzaakt.” Saillant detail: Als de prins betere advocaten had gehad, zou de medeverantwoordelijkheid van de regering aan het licht zijn gekomen.

De Lockheed-affaire was niet de enige gelegenheid waarbij Bernhard kennismaakte met een Commissie van Drie. In 1956 was zo’n commissie ingesteld om de verhouding tussen Bernhard en koningin Juliana weer in normale banen te leiden. Bron van de echtelijke conflicten was de gebedsgenezeres Greet Hofmans. Zij was door de prins binnengehaald omdat zij mogelijk de oogkwaal van prinses Christina kon genezen. Hofmans kon dat niet, maar beïnvloedde volgens Bernhard zijn vrouw te veel. Koningin Juliana liet zich in die jaren -midden in de Koude Oorlog- kennen als een pacifiste. Daar moest de overtuigde anticommunist en atlanticus Bernhard niets van hebben.

De bom barstte toen in 1956 in het Duitse Der Spiegel gewag werd gemaakt van de spanningen aan het hof. Prins Bernhard zelf heeft, zo bleek, in 1956 doelbewust de publiciteit gezocht om de paleiscrisis rond zijn vrouw te bezweren. De commissie kwam met adviezen die de Koningin weer op het rechte pad brachten en de verhoudingen tussen de echtelieden normaliseerden.

Het oordeel van de regering in 1976 liet Bernhard niet bij de pakken neerzitten, al moest hij al zijn militaire functies neerleggen en terugtreden uit zijn commissariaten. Achteraf viel de schade wel mee. Met alle ondernemingen en instellingen waarmee hij had moeten breken, had hij jaren na dato nog banden. Vroegere medebestuurders, collega-commissarissen en militaire medewerkers bleven hem gewoon uitnodigen voor hun bijeenkomsten. Bij de viering van zijn tachtigste verjaardag was er ook een vertegenwoordiging van het ministerie van Defensie.

De regering in 1991 keerde zelfs terug op de schreden van een van haar voorgangers. Premier Lubbers gaf de prins toestemming om bij zijn tachtigste verjaardag zijn uniform weer te dragen. Hij ging zelfs nog een stap verder, door te melden dat de regering het op prijs zou stellen als de prins bij voorkomende gevallen weer het uniform zou dragen. Lubbers dacht daarbij aan de jaarlijkse herdenking van de Duitse capitulatie in Wageningen. De prins trok op 5 mei 1991 het uniform dat hij in de Tweede Wereldoorlog droeg weer aan. Het zat hem als gegoten. „Er hoefde geen knoop te worden verzet.”

Toch heeft de prins altijd gevonden dat hij te zwaar heeft moeten boeten voor de Lockheed-affaire. Oud-KLM-topman en vriend van de prins E. van der Beugel zei dat de prins nooit heeft toegegeven „dat hij iets verkeerds heeft gedaan, iets doms.”

Nog altijd vormen de organisaties en instellingen waarvan de prins beschermheer, erevoorzitter, buitengewoon commissaris of erelid is of was een staalkaart van de wijze waarop de prins opereerde. Zo is hij onder meer de grondlegger en thans regent van het Prins Bernhard Fonds ter bevordering van kunsten en wetenschappen. Hij is regent van de Stichting Praemium Erasmianum die jaarlijks personen of instellingen onderscheidt die zich verdienstelijk hebben gemaakt op cultureel, sociaal of sociaal-wetenschappelijk gebied.

Er zijn nog geen reacties geplaatst.