Meer dan een uitzonderlijk mensenleven
Hij werd geboren als Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter te Jena, Duitsland, als oudste zoon van Bernhard Prinz zur Lippe en Armgard barones von Sierstorpff-Cramm. Hij stierf als Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden. Tussen 29 juni 1911 en het moment van overlijden van prins Bernhard ligt meer dan een uitzonderlijk mensenleven.
Bij zijn geboorte kreeg prins Bernhard de titel graaf mee omdat zijn oom Leopold IV het niet eens was met het huwelijk van Bernhards ouders. Zijn moeder, prinses Armgard, was gescheiden voordat zij met zijn vader, ook Bernhard genaamd, trouwde. In 1916 vaardigde oom Leopold, die het toen in Lippe voor het zeggen had, een decreet uit, waarin hij bepaalde dat zijn schoonzuster met haar kinderen vanaf dat moment Prins of Prinses zur Lippe-Biesterfeld zouden worden.
Bernhard en Aschwin groeiden op op het landgoed Reckenwalde, nu het Poolse Woynowo. Zij stonden onder de hoede van een Brits-Chinese verzorgster. De kinderjaren waren onbezorgd. Daaraan kwam eind toen de prins in 1923 naar de kostschool in Züllichau -nu Sulechow- ging. Zijn medeleerlingen hadden er plezier in hem regelmatig een pak slaag te geven. Bernhard werd afgeranseld met een riem, onthulde hij tegenover De Telegraaf in 2001. In 1926 volgde in deze plaats de bevestiging van de prins als lid van de Evangelisch-Lutherse Kerk. In hetzelfde jaar vertrok Bernhard naar Berlijn, waar hij ondergebracht was in het studentenhuis Oraniën ofwel Oranje.
Verloving
Het zou nog tien jaar duren voordat de prins Von Lippe toetrad tot het echte Huis van Oranje. In de tussenliggende tijd studeerde hij in Lausanne, München en Berlijn, waarbij af en toe de bloemetjes flink werden buitengezet. Over de feesten die hij in Berlijn gaf, vertelde zijn moeder vol trots: „Ze deden het huis op zijn grondvesten trillen.” De dood van zijn vader in 1934 dwong Bernhard ertoe vaart te zetten achter zijn studie. Een jaar later studeerde hij af. Hij behaalde een graad in de rechten.
Van Berlijn toog Bernhard naar Parijs. Daar werkte hij op het kantoor van het Duitse chemische concern IG Farben. Onderdak vond hij bij een oom en tante, de graaf en gravin Kotzebue. Hij was een veel geziene gast in de hogere kringen in Parijs. Zo kwam hij onder meer regelmatig over de vloer bij de Belgische gezant, graaf Van Kerckhoven. Daar ontmoette Bernhard ook diens Nederlandse collega, Loudon. Die wees hem erop dat in Nederland de functie van prins-gemaal vacant was.
Begin 1936 ontmoette de prins in het Oostenrijkse Igls prinses Juliana voor het eerst. Zij was daar met haar moeder op vakantie. Koningin Wilhelmina was op zoek naar een geschikte gegadigde voor haar enige kind, dat de troon zou beërven. Juliana, verstandig, wilde niet over één nacht ijs gaan. Er volgden vele ontmoetingen en stevige onderhandelingen over een huwelijkscontract. Op 8 september 1936 maakte koningin Wilhelmina de verloving bekend van haar dochter met prins Bernhard zur Lippe, wat al snel veranderde in Van Lippe-Biesterfeld. Ze waren het in de tussenliggende maanden „zeer eens” geworden, aldus een gelukkig ogende Juliana.
Feesten
Op de bekendmaking volgden, hoewel het midden in de crisisjaren met bittere armoede en werkloosheid was, drie weken van officiële feesten. Daarna stelde Bernhard zijn verloofde voor aan zijn Duitse familie en vrienden. In december begonnen de festiviteiten in Nederland opnieuw. Zij waren het opwarmertje voor het huwelijk op 7 januari 1937. Bij de kerkelijke plechtigheid kon hofprediker Obbink niet nalaten ook op de schaduwzijde van het huwelijk te wijzen. „Ieder huis heeft zijn kruis en ook het uwe zal zijn kruis wel krijgen.”
Voorlopig leek het daar nog niet op. Het paar ging op een drie maanden durende huwelijksreis, waarbij ze onder meer Polen, Oostenrijk, Monte Carlo en Parijs aandeden. Wilhelmina vond het toen welletjes en de prins en zijn vrouw keerden terug in Nederland - een slanker ogende Juliana voor het eerst in nieuwe, vrouwelijke jurken gestoken.
In juni konden zij de komst van de eerste baby bekendmaken. Even zag het ernaar uit dat de vader de geboorte van Beatrix niet zou meemaken. Op 29 november botste Bernhard met een auto die 160 kilometer per uur reed op een zandauto. Hij verkeerde dagen in levensgevaar, maar was op tijd hersteld om bij de geboorte van zijn eersteling op 31 januari 1938 aanwezig te zijn. Er zouden nog drie dochters volgen: Irene (1939), Margriet (1943) en Christina (1947).
Oorlog
Van de eerste jaren van de oudste drie maakte Bernhard door de Tweede Wereldoorlog weinig mee. De prins bracht zijn gezin op 12 mei 1940 naar Londen. Hij keerde twee dagen later terug, nadat hij zijn vrouw had overtuigd. „Die avond zei ik: Ik moet terug, maar vertel het alsjeblieft niet aan je moeder. Als een braaf meisje zweeg ze over mijn plannen.”
De Nederlandse regering had evenwel tot capitulatie besloten, dus restte de Prins niets meer dan een tocht via Zeeuws-Vlaanderen en Parijs terug naar Londen. Daar bleef hij gedurende de oorlog, terwijl prinses Juliana en de kinderen om veiligheidsredenen in de Canadese hoofdstad Ottawa woonden.
In 1940 nog grepen Hagenaars zijn verjaardag aan om te protesteren tegen de Duitse bezetting. Ze deden dat door anjers, de bloem die hij altijd in zijn knoopsgat had, ook in het knoopsgat te steken of als corsage te dragen. De door Bernhard genomen foto’s van het prinselijk gezin werden in de oorlogsjaren door geallieerde vliegtuigen uitgestrooid over Nederland.
Voor het schieten van die foto’s vloog de prins diverse keren naar Canada. In 1941 stak hij de oceaan voor het eerst over om zijn gezin te bezoeken. Voor zijn dochters, die hem een jaar niet hadden gezien, was hij een volslagen vreemde. Irene zette het op een brullen en Beatrix gaf vage blijken van herkenning. De vader zelf had „een gevoel of me een mes in het hart werd gestoken.”
Opvoeding
Over de manier waarop zijn vrouw de opvoeding ter hand nam, was de prins weinig tevreden. Zijn kinderen groeiden naar zijn zeggen op als „kleine wilden.” Ook toen het gezin in 1945 herenigd was, verschilden Juliana en Bernhard van inzicht als het ging om het grootbrengen van kinderen. Zo gingen Beatrix en Irene eerst naar de Werkplaats van de quaker-anarchist Kees Boeke in Bilthoven. Boeke was een onderwijs- en maatschappijvernieuwer.
Bernhard vond de school maar niets. Hij zag zijn gelijk bevestigd toen uit tests bleek dat zijn dochters weliswaar sociaal zeer vaardig waren, maar bij kennisvakken duidelijk onder het niveau van hun leeftijdsgenoten zaten. De dochters werden van de Werkplaats gehaald. De jongste twee gingen van jongs af naar normale scholen.
Thuis was de prins duidelijk de baas. Zijn vrouw had het na haar troonsbestijging in 1948 in het land voor het zeggen, hij op Soestdijk. Bernhard was de spil van het gezin. Hij kon veel beter dan Juliana sfeer scheppen en het werk van zich af zetten. Hij omschreef zich als een „streng maar rechtvaardige” vader. Hij duldde niet dat Beatrix al kauwgom kauwend een salon met gasten binnenkwam. Ook vond hij dat zijn dochters maar moesten wennen aan de publieke belangstelling. „Tenslotte is het niet zo erg te worden aangestaard door mensen die van je houden.”
Gezin
De dochters waren dol op „pappie”, hoewel hij veelvuldig uithuizig was. Behalve de natuur en snelle auto’s was het vliegen een grote passie. Regelmatig kroop hij achter de stuurknuppel van het regeringstoestel. De liefde voor het luchtruim deelde hij met zijn oudste kleinzoon. Hij was erg trots toen hij Willem-Alexander in 1993 zijn brevet overhandigde. Toen hij in 1994 stopte met vliegen had hij meer dan 200 verschillende typen vliegtuigen zelf gevlogen. Dat leverde hem de bijnaam ”Nederlands vlieger nummer 1” op.
De band met de kleinkinderen werd hechter naarmate zij groter werden. Met hen had hij een „goede uitwisseling van gedachten.” Hij gaf ze ook wel eens advies. Met prins Willem-Alexander vervulde hij meermaals gezamenlijk openbare verplichtingen. De prins en zijn vrouw vierden hun zilveren bruiloft in 1962 op grootse wijze. Nooit eerder en later was zo veel internationale royalty verzameld in Nederland. De 40-jarige bruiloft in 1977 werd, kort na de Lockheed-affaire, in familiekring herdacht.
Bij het gouden jubileum gaf het echtpaar het laatste gezamenlijke televisie-interview. Bij die gelegenheid keerden zij zich tegen verhalen als zouden de Oranjes miljarden bezitten. Daar was niets van waar. Het diamanten huwelijksfeest was opnieuw een familieaangelegenheid. Met kinderen en kleinkinderen togen de jubilarissen naar Afrika. In Kenia maakten ze een safari. Het zou de laatste keer zijn dat zij gezamenlijk op reis gingen. Hun huwelijk was, zoals Engelandvaarder en vriend van Bernhard C. Steensma zei, „in het begin uitstekend, later niet meer.”
Juliana
Prins Bernhard heeft zich nooit echt teruggetrokken uit het openbare leven. Na de troonsafstand van zijn vrouw in 1980 hoefde hij wat hij verplichte nummers noemde niet meer na te komen. Hij nam de vrijheid om die uitnodigingen aan te nemen die hij interessant vond. Organisaties waarmee hij zich verbonden voelde, deden nooit tevergeefs een beroep op hem. Al nam hij zich iedere keer voor om ook tegen hen nee te zeggen, uiteindelijk deed hij het niet. Na iedere ziekenhuisopname kwam hij terug. Om monter als altijd zijn openbare verplichtingen na te komen.
Ondersteund door zijn twee oudste dochters volgde prins Bernhard op 30 maart 2004 de door grenadiers gedragen kist de grap af naar de grafkelder in de Nieuwe Kerk in Delft. Er was aan getwijfeld of hij de begrafenis van zijn vrouw, met wie hij 67 jaar het leven had gedeeld, wel zou bijwonen. Hij werd achtervolgd door de suggestie dat hij een hekel zou hebben aan begrafenissen. Een keer heeft de prins inderdaad verklaard dat liever voor hun overlijden voor het laatst afscheid wilde nemen van zijn vrienden. Dat nam niet weg dat hij in de loop der jaren tal van begrafenissen bijwoonde, al dan niet als officiële vertegenwoordiger van Nederland en/of het Koninklijk Huis. Uiteraard was voor prins Bernhard het bijwonen van de uitvaart van zijn eigen vrouw Juliana een vanzelfsprekendheid en hij kwam, al was hij uit zijn evenwicht door de dood van koningin Juliana.
Open brief
Het was nog maar even geleden dat de prins volop blijk had gegeven van zijn ontembare vechtlust. Op 7 februari nam hij een stap die helemaal bij hem paste. Hij plaatste een open brief in De Volkskrant waarin hij zich eens helemaal wilde uitspreken over het oude zeer dat hem dwarszat: de aantijgingen die diverse columnisten en schrijvers, onder wie Kikkert, Dröge, Ross en Galesloot, hem jarenlang hadden aangewreven.
Prins Bernhard achtte het in de laatste fase van zijn leven de plicht om recht te doen aan de reputatie van zijn ouders. „Het belangrijkste element voor mijn voldoening echter wordt gevormd door de contacten met mijn vele gezins- en familieleden. Ik zie het als iets kostbaars op 92-jarige leeftijd tegelijkertijd echtgenoot, vader, grootvader en overgrootvader te zijn. En ook dat ik nog steeds in staat ben om op te komen voor mijn dierbaren, voor mijn ouders en voor mezelf.”