COLUMN MAX: Wild geraas
Wat kan een mens eraan doen dat hij in een bepaald jaar geboren is? Niets, lijkt me. Je bent nu eenmaal van 1947, 1957, 1967 of 1977. Daar valt weinig aan te verhelpen; je hebt geen keus.
En zo vind je jezelf in het gekrakeel over de AOW terug als babyboomer, late babyboomer, nababyboomer of helemaal géén babyboomer. En opeens behoor je tot een kamp. Een kamp dat andere kampen te vuur en te zwaard bestrijdt, de haren uitplukt en voor rotte vis uitmaakt. Mag ik verbijsterd zijn over zo veel herrie? Makkers, staakt uw wild geraas, roep ik, krap vier weken voor dat lied echt actueel is.
Naar de zuiver demografische letter ben ik een nababyboomer. Geen echte, geen late, maar ook geen helemaal niet. Een soort nadruppeling: niet echt nat, maar ook niet droog. Een vaag tussenpersoontje dus.
Vaag, niet uitgesproken, is doorgaans weinig populair, maar soms is vaag wel handig. Al was het maar om een buffertje te kunnen vormen tussen de strijdende partijen.
Dé dertigers –bestaan die?– constateren dat babyboomers met een gouden lepel in de mond geboren zijn. Ongeveer alles is hun schuld. Het zijn opvreters, uitvreters, profiteurs, goudhaantjes die voor zichzelf alles piekfijn regelden. Met maximaal profijt genoten ze van alle goudgerande regelingen. Nu liggen ze vuttend op hun strandstoel in een ver land en wuiven zichzelf koelte toe met de nieuwste Zwitserlevencatalogus vol exclusieve voorzieningen. Dat beeld wordt geschapen.
Dé babyboomers –bestaan die?– stellen op hun beurt dat de dertigers internetverslaafde stamgasten zijn van McDonald’s, die hun colabuikjes tweemaal daags douchen, te lui zijn om hun afwasmachine in te ruimen, een turboleasebak naar keuze onder hun gat hebben en tijdens de wintersport hun intercontinentale vluchten voor de zomervakantie alvast bespreken. Wie is hier verwend, vragen de babyboomers zich af.
Tja, dat schiet niet op. Ik sta ertussenin en maakte van beide perioden wat mee. De boterham met tevredenheid is me niet onbekend, matigheid was tijdens mijn opvoeding een deugd en de eerste keer dat m’n vader tijdens een bescheiden vakantie besloot dat we gekochte –niet zelfgemaakte– frites zouden eten, staat me nog helder voor de geest: ik meende dat hij warempel een zonnesteek had opgelopen.
Ook van de andere kant kreeg ik wat mee. Met een oplettend bestierd huishouden kon je verder komen. Onze kinderen liepen soms nog wel in gekregen of zelfgemaakte kleren –uit één rok van een tante naaide m’n vrouw drie broekjes–, maar over een keer ”eten-uit-de-muur” of een variant daarop deden we niet moeilijk. Een auto aanschaffen was nog wel een behoorlijk waagstuk, maar hij stond er op enig moment toch echt.
De nodige maanden zwangerschapsverlof en speciale kolfkamertjes kwamen later. Dat was in dezelfde tijd dat de eerste vragen werden gesteld over de houdbaarheid van ongebreidelde hypotheekrenteaftrek en zo.
Waarmee ik maar gezegd wil hebben dat –de excessen daargelaten– dé waarheid ook hier ergens in het midden ligt. En dat de verschillende generaties het nu en in de toekomst met elkaar moeten zien te rooien. Met geven en nemen van beide kanten. Waarbij het wild geraas voor mijn gevoel beter achterwege kan blijven.
Reacties (4)
hoihoi journalist | maandag 9 november 2009 - 11:21 | ![]() |
aantal posts:2992 | leuk stukje... |
margroet journalist | maandag 9 november 2009 - 15:41 | ![]() |
aantal posts:2881 | leuk stukjj altijd.. maar ook altijd n tikkeltje vaag.! | |
B3VA is the best.. |
Aaltjuh journalist | dinsdag 10 november 2009 - 12:53 | ![]() |
aantal posts:1774 | Goed geschreven....! |