Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    COLUMN MAX: Micraatje

    Pal voor me rijdt een grijs Micraatje. Zo’n bolletje. Het schiet maar niet op, passeren is ondoenlijk. We rijden in de bebouwde kom, waar 50 geldt. Mijn teller geeft krap 20 aan, m’n hartslag loopt snel op. Want er staat bij het station iemand op me te wachten en op het voorgaande parcours hobbelde er al langdurig zo’n fijne sukkelgraafmachine vooraan.

    Wat is er toch mis achter het stuur bij m’n voorligger? Ik ontwaar een grijs permamentje. Ah, mooi, daar doemt een rotonde op, die biedt hopelijk uitkomst. O nee, zij moet óók rechtsaf! Maar dan toch niet voordat ze heeft stilgestaan voor de lege ronding, de situatie uitgebreid heeft overzien en overdacht en vervolgens haar richtingaanwijzer secuur heeft ingeschakeld. Warempel, die doet het! Prachtig, mevrouwtje!

    Na nog 300 meter slakkengang grijp ik –geheel tegen mijn gewoonte– m’n kans en schiet haar voorbij. Een diepgerimpeld gezicht, een ruimbemeten bril en een verheerlijkte blik neem ik waar in het voorbijgaan. ”Blij dat ik rij” heette de campagne die de lol van het autorijden in 1975 moest onderstrepen. Hier rijdt iemand die toen de vijftig al voorbij was en 34 jaar na dato nog immer zielsgelukkig is met haar puike Micra. Zolang die in haar garage staat, ben ik dat ook.

    De vraag die dan rijst, is: hoe lang is het verantwoord om zo deel te nemen aan het huidige, soms hectische verkeer? Zeker, dat verschilt per persoon en ik wil echt geen mens zomaar beroven van z’n mobiele genoegens. Maar toch... Aan alles komt een eind. Al was het maar vanwege de veiligheid.

    Het andere uiterste bestaat ook. Dat rijdt, hoe is het mogelijk, ook al in een Micraatje. Het is een dametje van 86 bij wie mijn vrouw geregeld komt voor hand- en spandiensten. Ze woont in het buitengebied en voor haar contacten in de wijde regio houdt ze de auto zo lang mogelijk aan. Ze is zo klein van stuk dat ze een dik kussen op haar stoel nodig heeft om net boven het dashboard uit te kunnen blikken. Daarbij kijkt ze dóór het stuur... Van achteren en opzij zie je alleen haar kruintje.

    Soms zien we haar rijden op de provinciale weg richting haar huis: moordend hard. Toen mijn vrouw ooit met haar meereed, zweette ze peentjes. Met 100 kilometer per uur over die 80-weg, met links en rechts dikke bomen. De toelichting van de kwieke chauffeuse was even helder als verontrustend: „Ik rijd maar een beetje door, anders denken de mensen achter me dat er een oud wijf achter het stuur zit.”

    Als we nu die 20 en die 100 eens bij elkaar optellen en het gemiddelde aanhouden als minimale richtsnelheid voor de wat onzekere weggebruiker, is dat een optie? Ik hoor het gemopper al: 80 is 80. Of 50 is 50 en 100 is 100. Ik ben zelf ook van die school, maar je moet wel clementie hebben met mensen die iets minder vlug en vaardig zijn.

    Wie zich na dit alles op enig punt tekort gedaan voelt: vul voor merk en type gerust iets anders in –dikke Mercedessen zijn soms even sloom–, net als voor de maximale leeftijd om nog veilig de weg op te gaan. Uitgangspunt moet zijn dat anderen ook nog een klein beetje blij kunnen zijn met jóú. Nee, ik ben geen proleet en ik houd ook niet van opgefokt rijgedrag.

    Blij dat ik rij, wis en zeker. Dat wil zeggen: bijna altijd, maar soms even niet.

    Reacties (3)

    Pienemienn
    redacteur
    Quote bericht
    aantal posts:584

    Echt een super goed en leuk artikel!!

    Jaco
    redacteur
    Quote bericht
    aantal posts:273

    Zozo, dan weten we weer wat meer...

    snoepiemy
    redacteur
    Quote bericht
    aantal posts:405

    haha, klopt gans helemaal ongeveer wel bijna :p wan ik geloof nii dat een vrouwtje van 86 nog 100 over een 80-weg scheurt.