Jan Mark ten Hove - 25 sep 2009 13:52 - Gewijzigd: 25 sep 2009 13:52

Twijfel over roeping

Student theologie wil predikant in HHK worden

Op je achttiende ervoor kiezen predikant te worden: dat zullen maar weinig jongeren doen. Toch zijn ze er. Wilfred ’t Hart bijvoorbeeld. Zijn schooljaar begon heel anders dan die van de meeste jongeren.

Ergens rond zijn derde of vierde jaar weet Wilfred al dat hij later predikant wil worden. Toch twijfelt hij nog wel eens. „Ik weet niet of je dat een roeping kunt noemen. Ik hoop dat de Heere daar in de komende jaren meer duidelijkheid over wil geven.”

De Woudenberger formuleert voorzichtig. „Pas las ik nog het boek ”Predikers en prediking” van de Engelse puritein Lloyd-Jones (1899-1981). Weet je niet zeker of je predikant moet worden, ga dan eerst wat anders doen, luidt het advies van de Brit.”

Hebreeuws
Tijdens zijn middelbareschooltijd kiest Wilfred met opzet vakken die hem in een theologieopleiding goed van pas zullen komen. Op het gymnasium aan het Van Lodensteincollege in Amersfoort volgt hij Grieks en Latijn. Als extra vak kiest hij in klas 5 Hebreeuws. „Daardoor heb ik nu een voorsprong op klasgenoten.”

De 18-jarige Wilfred ’t Hart uit Woudenberg.

Sinds drie weken studeert Wilfred aan de predikantenopleiding van de Hersteld Hervormde Kerk. Omdat de HHK samenwerkt met de Vrije Universiteit in Amsterdam, wordt 60 procent van de vakken godgeleerdheid door de universiteit gegeven. De overige vakken verzorgt de HHK.

De keuze voor de HHK-opleiding is voor Wilfred vanzelfsprekend, na de scheuring van de Nederlandse Hervormde Kerk in 2004. „Ik sta niet achter de Lutherse formulieren die de PKN gebruikt. Ook heb ik moeite met ontwikkelingen zoals vrouwelijke predikanten en huwelijken van mensen van hetzelfde geslacht.”

Voetsius
Een studie theologie in Amsterdam duurt zes jaar. Drie jaar basisopleiding en daarna nog eens drie jaar lang een specialisatie. „Over twee jaar moet ik kiezen of ik doorga voor predikant of voor iets anders.” Andere mogelijkheden zijn opleidingen voor pastoraal werker, een soort assistent van een predikant, of een specialisatie voor godsdienstdocent.

Tijdens de studie krijg je drie persoonlijke gesprekken met een aantal predikanten. „Het eerste gesprek gaat over je studiekeuze, het tweede krijg je als je als student preekbevoegdheid krijgt. Het laatste gesprek is de afsluiting van de gesprekkenreeks. Dat krijg je vlak voor het moment waarop je beroepbaar gesteld wordt.”

Door te studeren aan een universiteit kom je in aanraking met andere denkbeelden. „Je ziet duidelijk dat de wetenschap boven het geloof wordt geplaatst. Voetsius (1589-1676) zegt ergens heel mooi dat het geloof het begin van de wetenschap is.”

Jong
Als Wilfred in dit tempo doorstudeert kan hij op zijn vijfentwintigste door een gemeente beroepen worden. Is dat niet erg jong om herder te zijn? „Zeker, ik hoor bij wijze van spreken zelf nog bij de jeugd van de gemeente, terwijl ik tegelijkertijd leiding moet geven.”

De kersverse student haalt twee Bijbelse voorbeelden aan om te laten zien dat een jeugdige leeftijd niet in de weg hoeft te staan. „Salomo moest al op erg jonge leeftijd rechtspreken, hij slaagde daarin door van God wijsheid te bidden. Koning Josia is ook zo’n voorbeeld. Hij was op zijn achtste jaar al koning.”

Wat trekt hem eigenlijk zo in het predikantschap? „Het is een voorrecht als je mensen mag wijzen op de enige Weg tot het behoud, die in Jezus Christus ligt.”