Martijn den Hollander - 12 aug 2009 10:04 - Gewijzigd: 12 aug 2009 10:04

DAAROM: Smaakpapil met een eigen wil

De vraag van deze week: Smaken verschillen, maar waarom eigenlijk?

”Lekkernij” is een breed begrip. Een maaltje sprinkhanen, meelwormen, escargots –ordinaire slakken– of schorpioenen: sommige mensen verorberen het alsof het patat met mayonaise is. Om nog maar te zwijgen van schildpaddenvlees of kaas met vliegenmaden.

Waarom vindt de een verrukkelijk wat de ander verafschuwt? We kunnen gemakkelijk zeggen dat we eten niet vies mogen vinden. Maar wat verstaan we onder ”eten”? Een vrucht die naar rotte eieren ruikt, is in principe eetbaar. Toch zullen de meeste mensen zo’n delicatesse graag aan hun neus voorbij laten gaan.

Er zijn nu eenmaal dingen die we absoluut niet lekker vinden. Op yord.nl stemden 558 bezoekers op de stelling: Ik vind spruitjes écht vies. Maar liefst 63 procent van hen antwoordt instemmend. Bijna de helft van de stemmers geeft aan: „Als het aan mij ligt, eet ik nooit meer spruitjes.”

Toch blijkt ook uit deze peiling dat smaken verschillen. Met spruitjes is niets mis, oordeelt 22 procent van de stemmers. Nog eens 15 procent vindt de gehate groente zelfs heerlijk. Dat is opmerkelijk, want de afkeer van spruitjes zit diep. Onlangs nog weerde een Britse kapitein spruiten van zijn marineschip, omdat het volgens hem „groente van de boze” is.

Over smaak valt niet te twisten, wel na te denken. Hoe komt het dat smaken verschillen? Er zijn twee mogelijke antwoorden, die ook allebei tegelijk waar kunnen zijn.

Volgens de eerste verklaring is smaak een kwestie van cultuur en opvoeding. Vies bestaat niet. Dat 63 procent van de stemmers op yord.nl spruitjes vies vindt, is volgens deze theorie een kwestie van kuddegedrag. Iets ‘vies’ vinden is aangeleerd. In werkelijkheid zijn spruitjes net zo lekker als patat en pannenkoeken.

Het tweede antwoord luidt dat vies en lekker wel degelijk bestaan. Smaakpapillen op de tong en in de mondholte zorgen ervoor dat we de smaken zoet, bitter, zuur en zout kunnen proeven. Het reukzintuig speelt ook een belangrijke rol bij het beoordelen van ons voedsel.

Dit ingewikkelde proces verloopt niet bij iedereen precies hetzelfde. Het is dan logisch dat ieder zijn meug heeft. Iets kan te bitter, te zoet, te zuur of te zout zijn naar onze zin. En alles waar ”te” voor staat, is niet goed.

Heb jij een leuke vraag waar je het antwoord maar niet op kunt vinden? Stuur een mail naar achterkrant@refdag.nl.