Drie rijen dik voor de viskar
„Wat? Bijna 2 euro voor een Hollandse nieuwe? Bent u wel goed snik?” Niet alle klanten van viskraam Rosendaal uit Veenendaal komen in vrede. Dat blijkt als ik Frank Schalk (18) help met zijn bijbaantje: vis verkopen op de markt.
„Er zit een luchtje aan dit beroep”, waarschuwde eigenaar Wim Rosendaal al. Het klopt. Als je eerst haring schoonmaakt en vervolgens kibbeling bakt, doe je een parfum op dat een dag lang niet meer van je handen wil verdwijnen. „Tenzij je ze met tandpasta wast”, zegt een collega van Frank, duidelijk ervaren.
Het kan Frank niets schelen. Hij doet zijn werk en bakt er lustig op los. Af en toe vliegt er een gloeiend hete spetter frituurvet omhoog. Ook dat maakt hem niets uit. „Het doet steeds minder zeer.”
De kibbeling is veruit favoriet bij de klanten, op de voet gevolgd door een lekkere vette Hollandse nieuwe. Geroutineerd grijpt Frank bij elke bestelling de juiste vis beet, pakt die in en dreunt uit zijn hoofd de prijs op.
Het ziet er gemakkelijk uit. Een kind kan de was doen. „Ga je gang”, moedigt Frank me aan. „Help de klanten maar.” Een bejaarde vrouw staat geduldig voor de kraam te wachten. Ze wil „kibbeling alstublieft.” Eerst een zak pakken. Een zak? O, daar. Kibbeling in de zak doen. Is de vis wel gekruid? Kruiden in de zak strooien. Zak dicht frommelen. Niet goed gefrommeld. Opnieuw. „Alstublieft mevrouw, anders nog iets?” Ze glimlacht om de typische slagersmeisjesvraag. Gelukkig vraagt ze niet om een plakje worst.
Uitvlucht
Net als ik me al heel wat begin te voelen, komt er een lastige klant de hoek om. Ze is samen met haar man en beiden willen graag drie scholletjes. Nee, wacht, niet drie scholletjes. Nee, nee. Twee scholletjes en een tong, dat willen ze.
Ik zie geen tong. Ik zie zalm, makreel, paling en lekkerbekken, maar ik zie géén tong. Ik verzin een uitvlucht om de naam op het kaartje te kunnen lezen. „Ik loop wel even om de kar heen, mevrouw, dan kan ik er beter bij.” De vrouw knikt begrijpend. Helaas, geen kaartje met tong erop. Terwijl ik twee scholletjes bij de kladden vat, kijkt de vrouw naar me op. „Tong is die vis daar in het hoekje.” Betrapt.
Niet genoeg geld teruggeven aan de klant, de verkeerde prijs berekenen, de vis slecht verpakken: na een halfuur heb ik alle fouten zo’n beetje gehad. M’n lippen staan volautomatisch in ”sorry mevrouw, ik moet het vak nog leren”-positie.
Een man die zich blijkbaar verveelt, komt zich bij de kraam melden. „Bijna 2 euro voor een Hollandse nieuwe? Vindt u dat normaal? Oplichting, iets anders is het niet.” De man scheldt, foetert en beledigt erop los. Dan loopt hij weg, zijn woede blijft nog even boven de vis hangen. „Ook dat soort klanten komt elke week langs”, reageert Frank nuchter.
Druk
Om halfelf wordt het razend druk. De klanten staan drie rijen dik voor de viskar. Ik zie Frank en zijn collega’s niet meer, maar fixeer me alleen nog maar op klant en vis, vis en klant. Tot ik de klanten schubben zie krijgen en vissen bestellingen hoor doen.
Frank laat zich niet gek maken. Hij neemt de ene order na de andere op, zonder de draad kwijt te raken. Moet klant X wachten op kibbeling die zich nog in de olie wentelt? Geen probleem. X mag vast betalen, Frank onthoudt het wel.
Met ontzag kijk ik van een afstandje toe. Laat mij maar klant zijn. Dat lijkt me het beste. En ik beloof: ik zal niet klagen over de prijs van de Hollandse nieuwe.
Dit is het tweede deel in een serie over vakantiebaantjes. Volgende week deel 3.
------------------------------------------------------------------------------------------------------
„Sloom met inpakken”
Frank moet flink nadenken als ik hem vraag hoe mijn prestaties waren. Aan de diepe denkrimpel tussen zijn ogen is te zien dat hij het een lastige vraag vindt.
Heel pedagogisch benoemt hij eerst de positieve punten. „Je hebt de klanten netjes geholpen”, zegt hij. „Je had ook snel door hoe het werkte. Hoe je moest verkopen en wat welke soort vis was. En je hebt goed haring schoongemaakt.”
En negatief? „Je was wat sloom. Vooral met inpakken.” Dat is de schuld van het pakpapier natuurlijk. Hoop ik.
Reacties (23)
ForLife journalist | maandag 20 juli 2009 - 07:53 | |
aantal posts:2239 | Vis is lekker. En het lijkt mij best leuk om achter een viskraam te staan, alleen je moet wel echt snel zijn ja met helpen enz. |
OranjeBarret verslaggever | maandag 20 juli 2009 - 10:00 | |
aantal posts:950 | geinig om te lezen |
mvl stagiair | maandag 20 juli 2009 - 13:36 | |
aantal posts:64 | dat is leuk |
dd stagiair | maandag 20 juli 2009 - 17:36 | |
aantal posts:93 | mmm, kibbeling is zooo lekr hé...!! | |
SNEEUW!! >>VRIJ! |
rooieria redacteur | maandag 20 juli 2009 - 19:10 | |
aantal posts:397 | viswijf. dat kan je dan wel zeggen | |
een nuchtere zeeuw :-) |
sjaen stagiair | maandag 20 juli 2009 - 21:16 | |
aantal posts:66 | Lus alleen maar kibeling... |
hoihoi journalist | maandag 20 juli 2009 - 21:29 | |
aantal posts:2992 | haha/.... leuk da je n daggie mee had gedraaid! is leuk zulk soort ervaringen te lezen! |
Flower stagiair | maandag 20 juli 2009 - 21:34 | |
aantal posts:69 | Zou niks voor mij zijn de hele dag in een viskraam. Maar het is wel lekker ! |