D.V.
Afhankelijke mensen zijn we. De Bijbel leert ons dat. De praktijk van het leven laat het ons ook weten. We laten het dan ook in ons spraakgebruik uitkomen. Als we over onze plannen praten, doen we dat niet zoals de wereld het doet. Nee, we zeggen er dan bij: „Zo de Heere wil", of „Bij leven en welzijn."
Als we het heel netjes willen doen, zeggen we: „D.V." Zo hoort het toch? Zo leren we dat toch ook van Jakobus? Deo Volente. Zo de Heere wil.
Maar, met dat we zoiets zeggen, zeker als de Naam des Heeren erin genoemd wordt, in het Nederlands of in het Latijn, denken we wel eens: Moeten we dit wel elke keer zeggen? Gaat dat niet een beetje lijken op het ijdel gebruiken van Gods Naam?
Dus gaan we het gebruik ervan beperken. Bij de afkondigingen voorafgaande aan de kerkdienst horen we dan: maandag vergadering kerkenraad, dinsdag vrouwenvereniging, woensdag nog weer iets anders, enzovoorts. En aan het eind zeggen we dan: Voor dit alles geldt: zo de Heere wil en wij leven.
Goed bedoeld allemaal. Op de een of andere manier behoren we te belijden dat we beseffen afhankelijke mensen te zijn. Zo’n belijdenis is zeker in onze tijd niet overbodig. Onze tijd, die zo vol is van menselijke zelfgenoegzaamheid.
Als de genoemde uitspraken maar geen inhoudsloze gemeenplaatsen gaan worden: woorden die we ondoordacht uitspreken. Gebeurt dat wel ondoordacht, dan heeft de zogenaamde belijdenis van afhankelijkheid voor God geen enkele waarde.
Zulk ondoordacht spreken kan zelfs lachwekkend worden. Zoals die keer toen iemand een afspraak maakte en daarbij zei: „Als ik het beleven mag, maar dat zal wel." (Waar gebeurd.)
Ik denk ook aan die man die zich aangewend had om telkens het woord "hopen" te gebruiken: Ik hoop dit, wij hopen dat.
Natuurlijk had hij het woord "hopen" op die manier van zijn Bijbelse inhoud ontdaan. Maar nog afgezien daarvan, het kon niet missen of hij moest een keer uitglijden. Dat deed hij toen er een afspraak gemaakt moest worden en hem gevraagd werd: „Kun jij overmorgen?" Daarop zei de man, geheel argeloos: „Nee, want er is een tante van mij gestorven en die hoopt dan begraven te worden."
Dat ga je dus krijgen als stichtelijke uitdrukkingen hun eigenlijke inhoud verliezen. Dat zou toch niet mogen gebeuren met woorden die eigenlijk een belijdenis zijn.
Moeten we dan maar niets meer van dien aard zeggen? Dan doen we tekort aan wat Jakobus zegt. Maar Jakobus bedoelt natuurlijk niet: Zeg het desnoods maar gedachteloos. We moeten wel weten wat we zeggen. Zeker als we de Godsnaam erbij gebruiken.
Het kan ook geen kwaad om ons gedurig eraan te herinneren dat we slechts tijdelijke mensen zijn. De dood is toch altijd dichtbij? Daarom bidt Mozes ons voor: „Leer ons alzo onze dagen tellen." Tellen – is dat hier optellen of aftrekken? Ik heb er al zo veel gehad, of: ik heb er nog zoveel te goed?
Dat laatste weet natuurlijk niemand. Daarom, inderdaad: zo de Heere wil. Deo Volente. Ook in vakantietijd.
Ds. P. den Butter, Middelharnis
Reacties (9)
margroet journalist | woensdag 8 juli 2009 - 12:06 | ![]() |
aantal posts:2881 | Ik vind dat je deo volente altijd mag gebruiken! en zelfs soms MOET gebruiken.. | |
B3VA is the best.. |
toms redacteur | donderdag 9 juli 2009 - 10:31 | ![]() |
aantal posts:460 | Ik vind dat magroet daar helemaal gelijk in heeft!
Toms | |
Toms... de vakantie is om dus zal ik meer reacties plaatsen |
ikju correspondent | dinsdag 14 juli 2009 - 21:12 | ![]() |
aantal posts:104 | 't is een interessant stuk. Je wordt er weer eens bij stil gezet. Zelf gebruik ik vaak ook liever het woord 'hopen'... |
OranjeBarret verslaggever | dinsdag 21 juli 2009 - 21:21 | ![]() |
aantal posts:950 | is belangrijk om DV te gebruiken. afhankelijk zijn. |