Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    Calvijn en de kredietcrises

    Wat heb ik nu met Calvijn? Ik kan mijn tijd wel beter gebruiken dan me te verdiepen in een man die me niet echt aanspreekt. Als ik een tekening of schilderij van hem zie, dan denk ik: kijk toch eens wat vrolijker. Zo somber is het leven niet!

    Hoewel: ik denk ook wel eens, wat zal er eigenlijk in mijn leven gebeuren? Heb ik niet te vrolijk geleefd? En te royaal?
    Als je de TV aanzet op een andere zender dan TMF, hoor je minstens zeven keer in een uur het woord ’kredietcrisis’.
    Niet dat ik er veel van merk hoor: mijn vader heeft pas nog mijn zakgeld verhoogd. Maar laatst heeft iemand mij toch aan het denken gezet.

    Zo stond ik in de winkel mij te vergapen aan de nieuwste iPods. Ik hoefde alleen nog maar te beslissen of ik een rood of een zilveren exemplaar zou nemen. 8 gig, 200 euro, ach dat viel nog mee. Kwam er een man naar me toe die zei: ”Zo, jij hebt zeker geen last van de kredietcrisis?!” Ik dacht: kredietcrisis? Nee, hoezo? Dus ik zei beleefd dat ik er inderdaad geen last van had. Nieuwsgierig keek ik de man aan, en toen schoot er ineens een schok door mijn lijf. Dat is Calvijn, dacht ik. Dat kan niet anders. Die baard en dat strakke gezicht, dat is hem. Van schrik en verbazing hakkelde ik: ”Ma… maar u bent toch Calvijn?” Even leek het alsof zich een glimlach op zijn lippen vormde. Toen zei hij: ”Jazeker, dat ben ik. En wie ben jij?” ”Ik? ”Joanne”, zei ik nog steeds verbaasd. Snel keek ik weer naar de iPods en deed alsof ik al mijn aandacht daar bij had. Hij bleef maar staan en mij aankijken.

    Moet ik iets zeggen? dacht ik. Of verwacht hij iets van mij? Voorzichtig vroeg ik of hij zelf last had van de kredietcrisis. Hij antwoordde dat dat erg meeviel. Hij leefde toch al sober en hij werd niet gelukkig van geld en nieuwe spullen.

    Ik keek met een schuin oog naar de rode iPod, die ik het mooiste vond, en dacht bij mijzelf dat het ook eigenlijk overbodig was een nieuwe te kopen. Ik had er immers nog een die het prima deed.

    Calvijn begon net als ik naar de iPods te turen, en zei: ”Vroeger, was er ook een crisis, in de kerk, en daar had ik wel last van.” Calvijn dacht even na, voordat hij verder ging met zijn verhaal. ”Weet je Joanne, je kunt sommige mensen van vroeger wel vergelijken met mensen van nu. Neem nou de bankdirecteuren van tegenwoordig. Die lijken sprekend op de geestelijken van vroeger. Hoe hoger aan de top, hoe meer gericht op bezit. De paus voorop, met zijn mooie kerk in Rome. Maar de gewone bisschoppen konden er ook wat van. Dat kon best eens te maken hebben met hun manier van denken: waar leef je voor? Om het zelf goed te hebben?

    De edelen en de geestelijken, ja die zorgden goed voor zichzelf. Op kosten van de arme mensen. Die moesten maar even wachten tot zij in de hemel kwamen, daar zouden zij het wel beter krijgen. Vind je dat niet raar, Joanne?”

    Ja, hij heeft helemaal gelijk, dacht ik. ”Ze moesten dure aflaten kopen om later een goed plekje in de hemel te krijgen” zei ik. ”Wat een systeem! Belachelijk! En die aflaten konden de armen eigenlijk niet betalen. Op die manier kregen de armen het op aarde nog slechter. En de geestelijken leefden in luxe van het geld van de armen.”

    ”Ja, zo dacht men vroeger,” zei Calvijn. ”En daar was ik het dus niet mee eens. De manier van denken moest totaal anders worden. Vroeger dachten mensen dat, als je maar veel geld aan de kerk gaf, je het later wel beter zou krijgen. Maar als je vooral denkt aan: hoe kan ík het beter krijgen, dan leidt dat tot niets. Je zou niet vanuit jezelf moeten denken, maar vanuit de vraag: hoe kan God de eer krijgen?”

    Calvijn zweeg. En ik ook. Daar had ik nog nooit echt over nagedacht. Hij had wel een punt. Wat heb je er nou aan als je alleen doet wat jij zelf wilt en niet God erbij betrekt? ”U heeft gelijk … dank u wel…”zei ik ”Ik denk dat ik die nieuwe iPod maar laat zitten.

    Iedereen wil altijd alles voor zijn eigen heil, en als we dat nou eens veranderen, zou dat misschien een goede start zijn voor het oplossen van de kredietcrisis?”

    Calvijn lachte en zei dat hij het leuk vond om zo eens in een winkel een gesprek te hebben. Hij nam afscheid en ging er gauw vandoor, want zei hij: ”ik heb nog veel te doen.”

    Calvijn heeft mij aan het denken gezet, in die winkel. Ik ben anders over hem gaan denken. Ik dacht altijd dat hij een ouderwets strenge figuur was, maar in levende lijve is hij toch anders. En hij heeft, denk ik, nog steeds veel te bieden aan de kerk in Nederland, en aan Nederland als land.

    En ach, die mooie iPod heb ik inderdaad maar laten liggen. Die oude is nog goed, vond ik, en alles altijd maar mooier en nieuwer en beter, dat is niet echt belangrijk. Ik liep de winkel uit en ging weer naar huis.

    Joanne Meerveld

    Er zijn nog geen reacties geplaatst.