Albert-Jan Regterschot - 28 mei 2009 22:50 - Gewijzigd: 28 mei 2009 22:50

„Frans is gewoon mooier dan Duits”

Telkens gaat de deur van de aula van de Prins Maurits Scholengemeenschap in Middelharnis even open. De ene na de andere leerling komt naar buiten. Pen, rekenmachine of soms een woordenboek in de hand. Frans voor vmbo, natuurkunde voor havo en Engels voor vwo stonden donderdag op het examenrooster. „Of ik het gehaald heb? Nee.”

Lisanne van de Velde weet het bijna zeker. „Dit examen heb ik niet gehaald. Van Frans snap ik niet zoveel.” Waarom ze er dan toch examen in doet? „Op vakantie komen we vaak in Frankrijk, daarom leek het me leuk om Frans te leren. Maar daar heb ik nu spijt van.” Ook al zakt ze voor Frans, het hoeft niet te betekenen dat ze haar diploma niet haalt. „Ik heb zeven vakken; ééntje meer dan normaal. Frans kan ik dus altijd nog laten vallen.”

Wilbert van Dijke had minder moeite met het examen. „Talen liggen mij wel. In dit examen kwamen geen moeilijke woorden voor. Bovendien kregen we bij de oefententamens vooraf heel lange teksten en nu korte.” De groep vmbo’ers van het Prins Maurits die examen Frans deed, bestond dit jaar uit acht leerlingen. Een gering aantal, maar dat is min of meer normaal, aldus Wilbert.

Onder de acht is ook Jaco Witte. Hij heeft zich de laatste dagen niet voorbereid op het examen, bekent hij. „Je moet het snappen. En op de woordjes hebben we het hele jaar al geoefend.” Jaco heeft Frans vooral gekozen omdat hij het zo’n mooie taal vindt. „Heel anders dan Duits. Dat is zo had, zo dwingend.”

 

De havisten die zich donderdag over natuurkunde bogen, waren wat later klaar dan de vmbo’ers. De meesten haalden zelfs het moment van half vijf, waarop ze hun opgavenblad moesten inleveren. Rijk Verkerk vond het examen redelijk goed te doen. „Er zaten een aantal vragen in die ik niet wist. Daar heb ik maar het antwoord ingevuld wat me het meest waarschijnlijk leek.” Natuurkunde ligt hem niet bijzonder, bekent hij. „Biologie meer. En sporten. Na de zomer ga ik de calo doen, de lerarenopleiding voor lichamelijke opvoeding.”

Docent natuurkunde J. J. van Nieuwaal staat na afloop voor de school nog even na te praten met ’zijn’ leerlingen. Samen vergelijken ze de antwoorden op de vragen. „Het was een vrij pittig examen”, aldus Van Nieuwaal. „Er was bijvoorbeeld een opgave over de lens van een bril, waarvan de brekingsindex veranderde als er water op gedaan werd. Ik hoop dat alle leerlingen dat door hadden.”

Henk Kievit is één van de leerlingen voor wie die opgave niet al teveel problemen opleverde. „Dat die brekingsindex veranderde? Wist ik, gewoon een kwestie van leren en snappen.” Natuurkunde ligt hem wel. „Ik sta nu een 6,4. Da’s redelijk. Maar dit examen heb ik wel gehaald.” Henk hoopt na de zomervakantie nog regelmatig gebruik te maken van zijn bij natuurkunde opgedane vaardigheden. „Ik ga naar de zeevaartschool in Rotterdam. Uiteindelijk hoop ik kapitein van een zeeschip te worden. Een jongensdroom? Zeker weten!”