Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    COLUMN MAX: Kleuterschool

    Ik kan er slecht tegen: mensen die voordringen. Ze zijn zó irritant.

    We gaan vliegen. Te vroeg voor het leuk, maar je kunt niet alles hebben. De auto staat langs de A44, bij een particuliere parkeerboer, dat spaart het nodige geld uit. We zijn ingecheckt via internet, dat scheelt in tijd. Denken we. Eenmaal in vertrekhal 2 op Schiphol blijkt er een systeem uit te liggen van de balierij waar we onze grote koffer zouden droppen. Dus belanden we alsnog in een flinke rij.

    Nee, twee rijen die één moeten worden. Twee bestemmingen in hetzelfde land worden provisorisch bediend en dat neemt nogal wat tijd. De mensen van de luchtvaartmaatschappij doen wat ze kunnen om de stromen in goede banen te leiden. Want het ene toestel vertrekt drie kwartier eerder dan het andere en in dat geval begint de tijd te dringen.

    Waar de twee één worden, begint het gemier. Een setje 55-plussers neemt het niet nauw met de fatsoens­regels. Hij: type topbankier in casual. De goede schoentjes, het juiste broekje, het voorgeschreven jackje, het gelikte brilletje. Geslaagd in het leven, van top tot teen.

    Zij: type wereldvrouw, maar dan wel van het hoogste niveau. Hippe laarsjes, perfect lang jasje, kek broekje met geweldig riempje en een bijna gelukte facelift. Ze is druk in de weer met haar stijlvolle mobieltje, hij voert twee peperdure stuks bagage van Louis Vuitton mee. Geslaagd koppel, zeker in eigen oog.

    Ze zijn niet gewend te wachten, zoveel is meteen duidelijk. Als ze zich lomp voor ons in de rij dringen, denk ik: Nou, toe maar: als jullie dat zo graag willen. Nee, ze zijn voor het latere toestel, dus echt haast is er niet. Drie minuten nadien zijn ze warempel ook hun voorburen voorbijgestreefd. Zijn blik kruist de mijne, maar er gebeurt niets.

    Weer even later hebben ze opnieuw twee voorgangers verschalkt: de ruimte tussen de banden-aan-palen laat hun acties helaas toe. Gelukkig, nu staan ze opgesloten achter twee volumineuze dames met enorme koffers op een kar: die truc lukt ze niet nog eens. Denken we. Maar na nog drie keer knipperen is het tóch een feit: Jules en Juliëtte van Zeergeslaagd tot Onbehoorlijk zijn ook de trolley voorbij.

    Mijn wijze vrouw ziet mijn ergernis, maant me tot kalmte, maar dat is nu even vergeefs. Hij met de goede schoentjes, het juiste broekje, het jofele jackje, het gelikte brilletje en de dure koffers kijkt me opnieuw aan. Of het in z’n ogen staat weet ik niet, maar ik lees het erin: „Dát hebben we snel gedaan, nietwaar?”

    Hij is nog binnen gehoorsafstand. „Niet veel veranderd hè, sinds je op de kleuterschool zat”, voeg ik hem toe. Hij wacht even, probeert een minzaam lachje en zegt: „De kleuterschool, ach ja, dat is alweer zo lang geleden.” Ik: „Soms is het kleuterbaasje opeens weer springlevend.” Mijn reisgenote spreekt me opnieuw vermanend toe: „Jongen, láát die mensen, wind je toch niet zo op.”

    Na de controle staan hij en ik weer elk in een rij. Nu in de boekhandel, voor een verse krant. Hij in de trage, mijn rijtje schiet lekker op. In het voorbijgaan treffen onze blikken elkaar opnieuw. Ik trek mijn mondhoeken zo ver mogelijk op en reken m’n krantje af.

    Ik kan er bijzonder slecht tegen: mensen die voordringen. Ze zijn zó irritant.

    MAX

    Er zijn nog geen reacties geplaatst.