Corine Bruggink - 14 mrt 2009 08:20 - Gewijzigd: 14 mrt 2009 08:20

„Elk dag werd ik geslagen”

Shafia wordt vervolgd om haar geloof

Christus volgen en je christen noemen. In een land met vrijheid van godsdienst is dat geen probleem. Maar wat als je erom wordt afgetuigd met een ijzeren staaf? Als je niet naar school kan, omdat vijanden je in de gaten houden? Een ver-van-je-bedgedachte? Voor Shafia is het de bittere werkelijkheid. Ze ervaart dat het volgen van Jezus offers vraagt. Grote offers.

 

In de lijdensweken herdenken christenen de weg van Christus naar het kruis. Jezus roept op tot navolging.
„Volg Gij mij” (Matth. 6:15)
Jezus volgen houdt lijden in. Lijden om Zijn Naam.
„Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen.” (Joh.15:20b)
Marteling, celstraf en doodstraf zijn realiteit voor christenen in meer dan vijftig landen. Voor hen worden de woorden van Jezus werkelijkheid.
„En gij zult gehaat worden van allen om Mijns Naams wil; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.” (Mark. 13:13)

Shafia vergeeft haar vervolgers

Eerst hoorden ze alleen het geluid van een motor. Toen Shafia en haar moeder Mariya zich omdraaiden, zagen ze een man op een motorfiets op hen afkomen. Het was Masood. Hij stopte naast hen en stapte af. Plotseling trok hij een wapen. Mariya werd door hem op de grond geduwd en hij pakte Shafia beet en trok haar op de motorfiets. Voordat Mariya overeind was gekrabbeld, reed Masood weg. Hij nam Shafia mee naar zijn huis en sloot haar op in een kamer. Deze kamer zou haar gevangenis zijn voor de komende vier maanden.

Moeilijke tijd
Shafia, die nu 20 jaar is, groeide op in een christelijk gezin. Na het overlijden van haar vader in 1990, brak een moeilijke tijd aan voor de familie. Rafi, de enige broer van Shafi, nam de leiding in het gezin op zich. Hij verdiende wat geld in een katoenfabriek. Ze konden maar moeilijk rondkomen, maar Rafi drong er op aan dat ze moesten blijven bidden en op God moesten vertrouwen. Elke avond bad Rafi met zijn drie zussen en zijn moeder.

Mangosap
Hij nam het ook op voor de christenen in hun omgeving en sprak moslims aan die christelijke meisjes lastig vielen. Verschillende keren hadden moslims al gedreigd om hem te doden. Op 3 juli 2004 werd hij aangesproken door een paar moslims die hij kende. Ze geven hem een glas mangosap waarin ze slaappillen hadden opgelost. De 19-jarige Rafi raakte hierdoor buiten bewustzijn en daarna werd hij doodgeschoten. Een dag later vond een voorbijganger zijn lichaam in de bosjes langs de weg.

Achter de tralies
Shafia was heel boos op de moordenaars. ”Ik wilde dat ze achter de tralies opgesloten werden”, zei ze. Het gezin verkocht hun huis en hun vee om een rechtszaak tegen de moordenaars te kunnen aanspannen. Toen er na twee jaar opnieuw betaald moest worden om de zaak te kunnen voortzetten, was het geld op.

Getrouwd
Masood, een moslim, kwam als redder in nood. Hij bood aan te helpen en gaf Shafia een stapeltje papieren om te ondertekenen. Dit was zogenaamd om de rechtszaak voort te kunnen zetten. Een paar maanden later ging het gerucht rond dat Shafia en Masood getrouwd waren. Het bleek dat Masood haar handtekening gebruikt had om een huwelijksovereenkomst op te laten stellen. De dorpsleiders dwongen Masood om een scheidingsdocument te tekenen. Drie dagen later, op 25 september 2007, ontvoerde hij Shafia op zijn motor.

Opgesloten
Vier maanden lang werd Shafia opgesloten. Masood sloeg Shafia elke dag en misbruikte haar. Elke keer als Masood haar aanviel, bad Shafia of God haar wilde beschermen. ”Ik zei zachtjes Psalm 23, 120 en 121 op. Het bemoedigde me dat de Heere mijn Herder is en dat Hij mij zou bevrijden.” Masood zei tegen haar: ”Als je jezelf bekeert tot de islam, zal ik stoppen met slaan.” Maar Shafia bleef trouw aan God. Na vier maanden, op 11 januari 2008, vergat Masood de deur op slot te doen en kon ze ontsnappen.

Slaaf
Het gezin werd herenigd, maar de problemen waren nog niet voorbij. Ze leenden een geldbedrag van de eigenaar van een steenfabriek om een rechtszaak tegen Masood aan te kunnen spannen. Om het geld terug te verdienen, moest het hele gezin als slaaf in de steenfabriek werken. Voor elke 1000 stenen die ze maakten, verdienden ze 2 euro. Ze werkten 12 uur per dag. Uiteindelijk werden Shafia en haar familieleden door veldwerkers van de SDOK vrijgekocht uit de steenfabriek.

Vergeving
Door hun geloof in God konden ze het volhouden. ”Dagelijks baden we met elkaar en lazen we uit het Woord van God”, vertelde Shafia. ”Het hielp mij om mijn boosheid en wraakgevoelens te overwinnen. Nu heb ik degenen die ons kwaad hebben aangedaan, vergeven. De Heere zal zorgen dat er recht gedaan wordt.”Shafia wil erg graag een zondagschool starten. ”Het is mijn verlangen om de kinderen in mijn dorp over de Heere Jezus te vertellen.”

Verbonden
De Bijbel roept ons op om te denken aan vervolgde christenen. Willen jullie daarom bidden voor Shafia? Overweeg ook eens om bijvoorbeeld een kaart te sturen naar vervolgde christenen in de gevangenis. Onze verbondenheid met hen, bemoedigt hen enorm!

Lees in het Reformatorisch Dagblad van zaterdag 14 maart nog twee verhalen op de jongerenpagina Magneet.

 

 

Dit is het eerste deel van twee artikelen over de lijdensweken. Volgende week: Hoe kun je als christen in Nederland in de lijdenstijd stilstaan bij Jezus’ lijden en gehoor geven aan Zijn gebod Hem te volgen?