Jacomijn Hoekman - 13 feb 2009 10:59 - Gewijzigd: 13 feb 2009 10:59

„We hebben God niet nodig om de wereld te verklaren”

AMERSFOORT - Darwin. Die man met die lange witte baard die de evolutietheorie bedacht. Ook scholieren kunnen niet onder hem uit. Op het Van Lodensteincollege in Amersfoort debatteerden ze donderdag over het evolutionisme. Henk Achterberg (16): „Het ging er soms heftig aan toe.”

Studiedagen. Nog zoiets waar geen enkele scholier onderuit kan. Maar in Henks geval was dat zo erg niet. Met zes andere vwo-5-scholieren mocht hij de studiedagen helpen opzetten. „Wij leverden ideeën aan en onze mentoren gingen ermee aan de slag.”

Het resultaat was een debat op woensdag over Israël en de Palestijnen en een debat op donderdag over het evolutionisme. Voor het laatste was een klas van het niet-christelijke Stedelijk Gymnasium Johan Van Oldenbarnevelt uit Amersfoort uitgenodigd. „De bedoeling was dat we aan de hand van stellingen van elkaar te weten zouden komen hoe we over de evolutietheorie dachten.”

Charles Darwin.

Henk: „Een voorbeeld van zo’n stelling was: „We hebben God niet nodig om de wereld te verklaren.” Dat leverde soms heftige reacties op. De leerlingen van het Van Oldenbarneveltgymnasium waren sterk voor de evolutietheorie. Niet dat ze er onvoorwaardelijk in geloven. Dat doet niemand, zeiden ze. Er zitten altijd wel haken en ogen aan die theorie. Maar ze gaan ervan uit dat die in de toekomst nog wel worden opgelost. In God geloven ze niet. „Er moet wel ‘iets’ zijn”, zeggen ze. „Maar meer ook niet.” Als ze al in het bestaan van een hogere macht geloven, is dat met kleine letters.”

Hoe fel de discussie soms ook was, nooit reageerden de leerlingen met minachting op de standpunten van de ander. Henk: „Dat lieten we wel uit ons hoofd. We waren van te voren drie keer gewaarschuwd altijd respect voor elkaar te blijven hebben.”

Behalve interessant is zo’n discussie ook handig, vindt Henk. Nu weet hij tenminste hoe zijn medestudenten later over de evolutietheorie zullen denken en hoe hij zich daartegen moet wapenen. „Niet dat ik later iets als natuurkunde wil gaan studeren. Maar ik denk dat je in elke studierichting met deze denkbeelden in aanraking komt. En dan is het wel fijn te weten: als ik een evolutionist tegenkom, zegt-ie waarschijnlijk zoiets.”