Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    COLUMN SEBASTIAN: Mooi gezegd

    Veel mensen zeggen dat ze het mooiste beroep van de wereld hebben; bij de journalist is dat echt zo. Hij komt op plaatsen waar anderen van dromen. Hij spreekt personen met wie je op verjaardagen goede sier kunt maken. De journalist is altijd op zoek naar de waarheid. Als geen ander weet hij: waar rook is, is vuur. Leidt zijn speurtocht tot een primeur, dan verrast hij zijn lezers en bezorgt zichzelf een kick. En is er echt helemaal geen nieuws, dan máákt hij nieuws.

    De directeur van een klein krantenbedrijf zei ooit: „De journalist wordt ervoor betaald om nieuwsgierig te zijn.” De man sloeg de spijker op z’n kop. Nieuwsgierig zijn we allemaal van nature, alleen wordt die eigenschap in het gewone menselijk verkeer meestal niet op prijs gesteld. „Bemoei je met je eigen zaken”, ligt ons voor in de mond.

    De journalist laat zich daardoor niet afschepen. Zo’n reactie is voor hem alleen maar een aanmoediging om door te vragen. Hij mag dat, want het is zijn opdracht, zijn missie –ja, ook journalisten hebben die!– om nieuwsgierig te zijn. Kortom: eigenlijk willen we allemaal graag journalist zijn.

    Toch kleeft er zelfs aan het mooiste beroep van de wereld een nadeel. De journalist moet zijn met zorg geschreven artikel vaak ter goedkeuring voorleggen aan de geïnterviewde. Die tekst is zijn troetelkind. Elke letter, elke punt, elke komma staat precies op de juiste plek, althans naar eigen waarneming, en nu gaat een ander daar zijn oordeel over geven. Eigenlijk een voor de journalist vernederende bezigheid.

    Soms zegt de geïnterviewde na het gesprek: „Maak er iets moois van, ik lees het wel.” Heerlijk, zo’n reactie. Optimale vrijheid om naar eer en geweten een tekst te baren die er zijn mag. Maar meestal werkt het zo niet. Je zit er als journalist op te wachten dat die onvermijdelijke vraag komt: „Mag ik het artikel van tevoren lezen?”

    Het traject dat dan volgt, verschilt per keer. Sommige geïnterviewden respecteren het werk van de journalist onder het motto ”ieder z’n vak” en beperken zich tot het corrigeren van een enkel kleinigheidje. Daar valt mee te leven. Anderen hebben meer noten op hun zang. Ze willen zinnen schrappen, toevoegen, wijzigen, afzwakken en meestal kiezen ze, niet gehinderd door bescheidenheid, voor een combinatie van al die mogelijkheden. Daar word je als journalist niet vrolijk van.

    De lastigste gevallen zijn de mensen die met een angstig soort gretigheid de complete tekst beginnen te verbouwen. Sommigen doen dat door de telefoon; dan valt er nog wat af te remmen. Anderen leven zich uit op hun laptop en sturen het zwaar verminkte artikel retour, soms voorzien van de ongetwijfeld goedbedoelde mededeling: „Ik heb het maar vast aangepast, dat scheelt jou werk.” Vertwijfeld vraagt de journalist zich af: „Wie is hier de vakman?”

    Na 21 jaar journalistiek trek ik een voorzichtige conclusie: Hoe minder mensen te zeggen hebben, hoe meer ze willen wijzigen. Nee, dan die gezaghebbende, inmiddels hoogbejaarde theoloog. Hij belde op, begon de tekst van het interview met zichzelf voor te lezen en constateerde niet één, maar meerdere keren tevreden: „Mooi gezegd. Zo laten staan. Niets meer aan doen.”

    Sebastian

    Reacties (1)

    hoihoi
    journalist
    Quote bericht
    aantal posts:2992

    tja...van alle 2 de kanten te begrijpen...

     

    kheb dr ok welis ingestaan, dr stonden best veel dinge in die ik niet of zo niet heb gezegd...

    maar idd, overdrijven hoort bij de journalistiek...toch?