Gewoon doorgaan
Beroepskeuzetest confronteert leerlingen met zichzelf
Ooit wilde ik de muziek in, maar ik belandde als meester voor de klas. Na vijf jaar stapte ik over naar de journalistiek. Daar zit ik nog steeds. Maar heb ik wel de goede baan? De beroepskeuzetest geeft antwoord. Verslag van een ervaring op 46-jarige leeftijd die leerlingen op de middelbare school dertig jaar eerder meemaken.
Decaan M. A. Aarnoudse van het Van Lodensteincollege in Amersfoort is zo gastvrij zijn kamer, computer en e-mail beschikbaar te stellen voor het maken van de Qompastest, een van de vele digitale varianten op het gebied van beroepskeuzetests.
Het eerste deel is een studiekeuzetest met 105 stellingen. Er zijn vier antwoorden mogelijk: helemaal oneens, oneens, eens, helemaal eens. Starten maar. „Ik ben creatief en artistiek.” Verdraaid, gelijk de eerste stelling roept al een dubbel gevoel op. Creatief ben ik zeker niet, maar artistiek? Beetje toch wel? Of is het meer een wensen? Lastig hoor. Ik besluit ”eens” in te vullen. Tweede stelling: „Praktijk vind ik leuker dan theorie.” Nou en of! Helemaal eens dus.
„Ik vind het leuk om flink in de belangstelling te staan.” Ah, dat is confronterend. Even kom ik in de verleiding te sjoemelen. Nee, toch maar eerlijk zijn. Ik klik ”eens” aan. „Ik kan mijn ideeën goed op papier krijgen.” Wat staat er ook alweer bij dit punt in mijn jaarlijkse RD-beoordeling? Opnieuw kruis ik ”eens” aan. „Ik wil in ieder geval later veel geld verdienen.” Nou, ik geloof niet dat dit ooit een bewust doel is geweest. ”Oneens” dus maar.
Havomannetje
„Ik heb muzikale talenten en zou daar graag later ook beroepsmatig wat mee willen doen.” Au, die doet zeer. Mijn gedachten dwalen af naar het Utrechts conservatorium waar ik mij een jaar voorbereidde op een glanzende carrière als musicus. Ik heb de opleiding afgebroken, lange tijd spijt van die beslissing gehad. Maar ik wilde wel… Dus toch maar ”eens.”
Ben ik even blij dat stelling 105 verschijnt. Wat een klus zeg, deze test. En moeten jongens, meisjes van 15, 16 of 17 jaar zoiets maken? Arme stakkers. Toch schijnen ze de test leuk te vinden, volgens Aarnoudse. En ik geloof hem. Maar nu het resultaat van deze eerste ronde. Wat geeft de computer voor advies? Ik scoor het best in de studierichting kunst, taal en cultuur, gevolgd door gedrag en maatschappij. Onderaan bungelen technische en natuurwetenschappen. Nou, dat is geen verrassing voor me.
Maar ik wil concrete opleidingen weten. Welke passen bij mij? Op nummer één staat wo-communicatie- en informatiewetenschappen. Nou, nou, slaat de computer mij -havomannetje- niet te hoog aan? Bij twee schiet ik in de lach: hbo-academie voor popcultuur. Ben ik even blij dat ik deze test geen dertig jaar geleden heb gemaakt. M’n ouders hadden me zien aankomen… Op de elfde plaats staat docent muziek. Tja, daar heb ik ooit wel van gedroomd.
Help!
Tijd voor de tweede test die mij in 56 opgaven gaat doorzagen op interesses. De computer geeft vooraf nog een stimulerend adviesje: „Werk vlot door, maak spontane keuzes.” Doe ik. „Kies welke van de drie het beste bij je past: laboratoriumapparatuur ontwikkelen en testen, in de toeristische of horecasector werken of werken in de import en export.” Help, ik wil geen van drieën! Het ene na het andere trio komt langs. Zodra er iets van communicatie, muziek of onderwijs tussen staat, heb ik mijn keus snel gemaakt, maar sommige opgaven maken me wanhopig. Hoe kan ik kiezen uit drie mogelijkheden als ik de ene nog erger vind dan de andere? Zuchtend baan ik me een weg naar het einde van deze test.
En nu de uitslag! Een verrassende top 3: sociale zorg en dienstverlening, literair en communicatie, kunst en recreatie. Welke beroepen zouden er bij één horen? Voorzichtig klap ik het menuutje open. Daar staan ze: psychotherapeut, pastoraal werker, docent. Zit ik dan toch fout bij de krant? Een snelle rekensom: ik ben 46, heb -bij gezondheid- nog een kleine twintig jaar te werken, misschien zelfs meer, dan toch maar omscholen? Ik wil er niet aan denken en besluit snel door te gaan met de derde en laatste test.
Zolderkamer
Competentietest. Het woord alleen al. Iedereen heeft het tegenwoordig over competenties. Scholen geven zelfs competentiegericht onderwijs. Modegril? Over tien jaar weten we meer. Ik krijg 110 uitspraken voor m’n kiezen. Of ik maar weer even wil aangeven wat ik ervan vind. „Ik kan goed alleen werken.” Nou en of. Ik denk aan de vele uren dat ik alleen met m’n laptop op m’n zolderkamer artikelen zit te tikken. „Ik kan goed samenwerken.” Tja, dat moeten ze eigenlijk aan m’n collega’s vragen. „Ik kan anderen overtuigen.” Ze zeggen het. „Ik kan een instrument bespelen.” Nou, dat mag ik toch ook niet ontkennen.
Na anderhalf uur vul ik het laatste antwoord in. En nu de uitslag van deel drie. Ik ben meer een alpha- dan een bèta-figuur. Dat verbaast me niks. Hbo past beter bij me dan universiteit. Helemaal mee eens. Competenties? Gelukkig blijk ik er een paar te hebben. Bovenaan staat… schriftelijke expressie! Zie je wel, dus toch niet voor niks journalist geworden. Ook muziek staat erbij. Conclusie: gewoon doorgaan met schrijven voor de baas en orgelspelen en koren dirigeren in m’n vrije tijd. Een hele opluchting!
Reacties (3)
Irina bezorger | zaterdag 21 maart 2009 - 17:06 | |
aantal posts:46 | muziek mooi en leuk!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! maar de smaken verschillen!!!!!!!!!!
|
IkBenWieIkBen journalist | woensdag 13 mei 2009 - 06:40 | |
aantal posts:2239 | Muziek is heel moio om te horen. Mar zelf maken. Nee |