Calvinist
Ik heb het de laatste weken niet gemakkelijk. Dat komt door Calvijn. Of, beter gezegd, door alles wat ik over hem hoor en lees.
Mijn leven lang ben ik calvinist geweest. In het calvinisme ben ik gepokt en gemazeld. Ik heb ook altijd geloofd dat binnen dit calvinisme het Woord van God op de juiste wijze wordt verstaan. Vooral daarom is het werk van Calvijn voor mij van grote waarde geworden. Over de man Calvijn heb ik me nooit zo druk gemaakt. Zijn lijfspreuk was immers: Laat ik maar verteerd worden als ik maar nuttig mag zijn. Daarom ging het me meer om zijn werk.
Maar wat gebeurt er in dit Calvijnjaar? Die lijfspreuk lijkt even vergeten te zijn. Niemand weet het graf van Calvijn. Maar is wat nu gebeurt toch zoiets als het bouwen van de graven der profeten (Matth. 23:29)? Wat een aandacht voor de mens Calvijn! En dan lijkt de Calvijn van de herdenking ook nog hoe langer hoe minder op de Calvijn die ik van vroeger ken. Dat brengt me in verwarring. Ik vraag me af: wat is de waarde van dit alles?
Daar komt bij dat ik ondertussen ook een beetje misselijk geworden ben van de Calvijnwijn en het Calvijntoneel. Krijgen we straks ook nog Calvijnvlaggetjes en -petjes en -shirts met het opschrift: ”Ik ben een calvinist?” Dat zou best kunnen, zeker als de commercie er brood in ziet.
En dan ook nog dit. Werd Calvijn niet door velen verguisd? Vanwege zijn starheid en rechtlijnigheid en vooral vanwege bepaalde accenten in zijn leer. Met name dat van de soevereiniteit van de verkiezende God. Het woord ”calvinist” kreeg de klank van een scheldwoord. Velen kozen dan ook wat anders zoals het arminianisme, socianisme, libertinisme, enz. En nu lijken er ineens veel meer ‘calvinisten’ te zijn dan we dachten. Hangt dat samen met het veranderde Calvijnbeeld? En ik vraag me af: wil ik zo nog wel calvinist zijn?
Weet u wat ik gedacht had? Dat dit jaar een uitstekende gelegenheid zou geven voor een Calvijnherdenking met daarin alle nadruk op datgene wat Calvijn zo benadrukte, namelijk de waarachtige genade Gods. Daar is in onze tijd schreeuwend behoefte aan. Over de hele breedte van het kerkelijk leven zien we immers die genade schuil gaan achter ons werk, ons activisme, ons gedoe.
Wat ga ik nu doen? Lutheraan worden? Ach, als er straks een Lutherherdenking komt gaat het waarschijnlijk net eender als nu, compleet met Lutherbier. Dat is dus ook geen optie. Wat dan? Zwingliaan? Kohlbruggiaan? Ledeboeriaan? Kuyperiaan? Paauweaan? Schilderiaan? Steenblokkiaan? Waarom nog langer gezocht naar een handvol stof om me daarnaar te noemen?
Ik hoor een andere vraag. Uit onze calvinistische Catechismus: „Waarom wordt gij een christen genaamd?” Ja, een christen! Discipel van Christus. Laat ik me daar dan maar bij houden. Daar heb ik trouwens de handen vol aan.
Ds. P. den Butter, Middelharnis
Er zijn nog geen reacties geplaatst.