Geplaatst:27 jan 2009 11:34 - Gewijzigd: 27 jan 2009 11:34

CHECK: Knutselen aan de scheppingsdagen

Al jaren proberen christelijke wetenschappers Genesis 1 in te passen in de evolutietheorie. Maar sporen hun pogingen met de Bijbel?

Opvatting 1
Het Hebreeuwse woord voor dag betekent niet een dag van 24 uur, maar een tijdperk van miljoenen jaren. Binnen zo’n tijdperk heeft de evolutie plaatsgehad. Een dag kan best miljoenen jaren duren, want bij God is een dag als duizend jaar.

Opvatting 2
Een andere variant leert dat het wel om dagen van 24 uur gaat, maar de scheppingsdagen volgen niet direct achter elkaar. Ze zijn van elkaar gescheiden door perioden van lange duur. De zes dagen van de schepping zijn dan een scheppingsopenbaring, die Mozes in een visioen –dat in zes dagen duurde– zou hebben gezien. Genesis 1 zegt niets over de duur van de schepping.

...fossiel...

Opvatting 3
Volgens weer een andere opvatting is Genesis 1 niet meer dan een beschrijving van de schepping, die kunstzinnig over zes dagen is verdeeld. In Babel lazen joodse priesters de Babylonische scheppingsverhalen. Ze bedachten daarop hun eigen versie, Genesis 1. Hoe lang de scheppingsdagen duurden, is niet van belang. Het gaat alleen om de boodschap.

Het woord ”dag”
Wanneer je onbevangen Genesis 1 leest, kun je alleen maar concluderen dat God de hemel en de aarde in zes letterlijke dagen heeft geschapen. God spreekt over dag en nacht en over ”avond” en ”morgen”. Het Hebreeuwse woord voor dag –jom– als losstaand woord is in alle gevallen een gewone ”dag”. Dat betekent dat zo’n dag onmogelijk gelijk kan zijn aan een tijdperk van miljoenen jaren. Je kunt uit Genesis 1 evenmin opmaken dat het de beschrijving van een visioen is. Volgens Zijn Woord schiep God de hemel en de aarde in zes gewone dagen. Hij schreef dat bovendien Zelf in de stenen tafelen van de Wet.

Dit is het vierde deel in een serie over schepping en evolutie.