COLUMN SEBASTIAN: Vergadertaal
„Het heeft de aandacht.” „We nemen het mee.” „Dit moeten we samen delen.” Wie het genoegen smaakt vaak te vergaderen, zal dergelijke veelgebezigde uitdrukkingen onmiddellijk herkennen. Noem het gerust de turbotaal van vergadertijgers. Op zich weinig mis mee. Ook jongeren hebben hun turbotaal. Helemaal wennen doet het niet, maar er valt mee te leven.
Die vier woorden: „Het heeft de aandacht” intrigeren. Spreek ze eens langzaam uit en laat de diepe betekenis ervan doordringen tot in je haarwortels. Wie wordt niet blij van zo’n gulle toezegging?
Nee, niet doorvragen. Niet willen weten wat ”het” is en ook niet wiens aandacht ”het” heeft. Alleen die vier woorden zijn voldoende om met vertrouwen achterover te leunen in je stoel. Je hebt een voorstel gedaan, en nu zegt de partij aan de overkant van de tafel: „Het heeft de aandacht.” Dat is meer dan je had durven hopen.
Nu de praktijk. Natuurlijk kan het niet blijven bij die vier goedbedoelde woordjes. Al helemaal niet als de spreker ze heeft laten volgen door die andere vier: „We nemen het mee.” Dat schept verwachting aan de ene kant van de tafel, verplichting aan de andere kant. Want als je iets meeneemt, dan moet je erop terugkomen. En daar wringt nu net de schoen.
Niet zelden valt er na de vergadering een oorverdovende stilte. De beloofde aandacht blijkt sneller te verdampen dan het goedkoopste damesluchtje en ”het meenemen” heeft veel weg van het vervoeren van knikkers in een zak met gaten. Sterker nog: soms krijg je de indruk dat vergadertijgers dergelijke zinnetjes gebruiken om een einde aan de discussie te maken, terwijl ze op dat moment al weten dat ze waarschijn-lijk niets met het voorstel zullen doen. Precies, een dooddoener dus.
Op het moment dat iemand zegt: „Het heeft de aandacht” of „We nemen het mee” moet je misschien juist oppassen. Het zou best wel eens het verkapte signaal kunnen zijn dat je vriendelijk wordt bedankt voor je creatieve inbreng, maar dat je vooral niet de illusie moet hebben dat er iets mee gedaan wordt. Kortom: ga rustig zitten, bedenk een nieuw voorstel en probeer het later op de vergadering nog eens. Of luister de rest van de tijd gewoon naar wat anderen te zeggen hebben. En houd in de gaten hoe daarop wordt gereageerd. Weer met: „We nemen het mee” of blijven die woorden onuitgesproken en is er een serieuze kans op overname van het voorstel?
Nog even die derde uitdrukking: „Dit moeten we samen delen.” Die klinkt ook goed. Samen delen, dat doen we als kind al graag. En we zeggen niet voor niets: „Gedeelde vreugd is dubbele vreugd.” Dus als er op een vergadering iets te delen valt, zal niemand daar bezwaar tegen hebben.
Die conclusie is echter te kort door de bocht. Wanneer gebruiken vergadertijgers die beroemde woorden: „Dit moeten we samen delen”? Niet als er successen te vieren zijn, want die houdt ieder mens graag voor zichzelf. Nee, als het tegenzit. Als de afgesproken doelen niet gehaald worden. Dan blijkt er vooral de behoefte om iets samen te delen, namelijk de verantwoordelijkheid voor de ontstane problemen. Dat is het moment voor de vergadering om te zeggen: „Het heeft de aandacht. We nemen het mee.”
Sebastian
Reacties (4)
schooltas journalist | maandag 26 januari 2009 - 10:01 | ![]() |
aantal posts:1716 | Pffffffffffffffffffffffffffffff...wat een gedoe..!! |
Aaltjuh journalist | maandag 26 januari 2009 - 17:06 | ![]() |
aantal posts:1774 | Flink artikel... Je moet de inspiratie maar hebben, ik doe het hem niet na! |