FF serieus: Hoe moet je bekeerd worden?
Ik geef toe, ik ben een hemelzoeker. Ik kan vaak ’s nachts vreselijk bang worden van het idee dat Jezus elk moment kan terugkomen. Dan val ik op m’n knieën en smeek ik God om bekering. Maar aan bekering gaat toch zondekennis vooraf?
Het moeilijke vind ik dat ik dat niet heb. Echt niet! Ik probeer me wel in te prenten of heel hard te denken hoe slecht ik ben, maar dat lukt niet! En ze zeggen wel dat God het doet en dat Hij er om gevraagd wil zijn, maar moet ik dus heel de tijd gaan bidden (wat ik al vaak doe) en voor de rest niet? Afwachten? Ik vind dit zo moeilijk allemaal.
Heb je er, beste vriendin, iets op tegen om heel te tijd te bidden? Joh, ik hoop van harte dat je zult zeggen: „Het is mijn beste plekje, daar op mijn knieën voor de Heere. Al ben ik diep ongelukkig en mis ik alles, die plaats kan ik niet meer missen.” Dan wil je ook blijven aanhouden, al moet je lang wachten.
In Psalm 123 noemt de dichter geen tijd, als we met hem zingen: „Zo slaan wij ’t oog op onzen Heer’, tot Hij ook ons genadig zij.” Denk eens na hoe lang we de Heere laten wachten. Dan durven we Hem geen tijd voor te schrijven
Als ik toch één keer in mijn leven een genadig antwoord krijg, zou het al zo’n eeuwig wonder zijn. Is het niet?
Bovendien, is de Heere het niet waard om aangebeden te worden? Je noemt jezelf een hemelzoeker. Begin maar te bidden of je een Godzoeker mag worden. Over hen lezen we in Psalm 69:33: „En gij, die God zoekt, ulieder hart zal leven.” Want de Heere hoort de nooddruftigen.
Wat is een kenmerk van Godzoekers? Zij zijn door de Heere nederig gemaakt. Zij leren hoe zondig ze zijn.
Zij leren hoe vaak hun gebeden op zichzelf zijn gericht. Daarom kunnen ze niet rekenen op verhoring. En toch zingen we met Psalm 147: „De Heer’ betoont Zijn welbehagen aan hen, die need’rig naar Hem vragen.” En met Psalm 25: „Wie Hem need’rig valt te voet, zal van Hem Zijn wegen leren.” En dat alles en alleen om Christus’ wil.
Misschien zeg je nu: „Dit gaat allemaal over mensen die echte zondekennis hebben en dat heb ik niet.” Wel, lees Jesaja 55 eens aandachtig. Let op het zesde en zevende vers en pak de kanttekeningen erbij. Zo spreekt de Heere tot goddelozen! Is dat geen wonder?
Ds. J. M. D. de Heer, Middelburg
Heb jij ook een vraag rond geloof, relatie of samenleving? Mail naar achterkrant@refdag.nl.