Geplaatst:19 dec 2008 08:19 - Gewijzigd: 19 dec 2008 08:19

Check: Zeg eens glashard nee

APELDOORN - Je kent ze wel: jongens en meiden die altijd heel zachtjes praten. Die verlegen vanonder hun haren naar je gluren als je hun iets vraagt. Die nooit zelf op iemand afstappen. Misschien ben je zelf ook wel zo. Niks mis mee. Maar wel tijd om iets assertiever te worden. Hoe je dat doet?

* Maak je gevoelens duidelijk. Sommige mensen denken dat andere mensen wel weten wat ze voelen, bijvoorbeeld omdat ze voor hun gevoel kwaad kijken. Beter is gewoon te zeggen wat je voelt, want een ander kan dat onmogelijk altijd weten.

* Geef je mening.

* Stel vragen. Waarom zeg je dit? Wat bedoel je hiermee? Door vragen te stellen help je veel misverstanden uit de wereld. Bovendien is het een makkelijke manier van communiceren. Probeer maar uit.

* Nee is nee en ja is ja. Wees duidelijk in wat je wilt of niet wilt. Twijfelaars voegen vaak weinig toe aan een gesprek.

* Wees niet altijd aardig. Soms moet je op je strepen staan. Daardoor krijgen mensen alleen maar respect voor je. Zeg soms gewoon glashard nee als jij eens geen tijd hebt om iets voor een ander te doen.

* Probeer niet te negatief over jezelf te denken. Als iets niet lukt, wat dan nog? Zeg niet: „Ik kan dit gewoon niet.” Maar: „Ik heb dit op de onderdelen x en y niet goed gedaan. De onderdelen a, b en c lukten mij eigenlijk best goed.”

* Gebruik ik-boodschappen om duidelijk te maken wat jíj vindt. Niet: „Als je ergens mee zit, kun je je niet concentreren.” Maar: „Als ik ergens mee zit, vind ik het moeilijk me te concentreren.”

* Zeg wat je niet bevalt en maak het concreet. Niet: „Jij luistert nooit naar mijn mening.” Maar: „Toen ik mijn mening gaf over onderwerp X, deed je alsof je me niet hoorde.”

* Maak duidelijk wat je wilt en formuleer dat positief. Niet: „Ik vind het niet leuk dat je me telkens in de rede valt.” Maar: „Ik zou het fijn vinden als je me laat uitpraten en wacht met reageren tot ik mijn zegje heb gedaan.”

Laat ook je lichaam spreken:

* Sta of zit rechtop met je schouders naar achteren.

* Houd je handen en voeten in bedwang. Geen gewiebel en gefriemel.

* Spreek rustig, met duidelijke stem en varieer in toonhoogte.

* Onderstreep je woorden met gebaren.

* Maak oogcontact. Kijk de ander aan.

Bron: loopbaan.nl, leren.nl.