Jacomijn Hoekman - 14 nov 2008 10:48 - Gewijzigd: 14 nov 2008 10:48

„We groeiden onze docenten voorbij”

Luid trompetgeschal weerklinkt als vijf jongeren in toga en met baret de aula van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn binnenkomen. Tijd voor hun diploma-uitreiking. Huh, diploma-uitreiking? In november?

Het is niet zomaar een diploma dat ze in ontvangst nemen. Het is een IB-diploma -International Baccalaureate-, een bewijs voor het volgen van zes jaar tweetalig onderwijs (tto). Heel hun middelbare schooltijd hebben ze extra les gehad in Engels. Vaak was het de voertaal, zelfs bij vakken als wiskunde en natuurkunde. Met uitzondering van Nederlands. En gym.

Inmiddels studeren ze alle vijf. Arco den Heijer (18), een van de gelukkigen, moet lachen als hij zich woensdagavond weer voor de geest haalt. „Toen we binnenkwamen werden we meteen meegeloodst naar een kamer waar vijf toga’s lagen. Dat was wel een verrassing, ja.”

Het klasje voltooide als eerste in de Fruytiergeschiedenis de zes jaar tweetalig onderwijs. Slechts vijf van de 28 die in 2002 begonnen. „Er vielen er steeds meer af”, zegt Arco. „Sommigen vonden het niet leuk, anderen konden het niet aan, bleven zitten of verhuisden. En nieuwe kwamen er nooit bij, omdat je vanaf het eerste jaar tto moet doen.”

Omdat de klas zo klein was, zagen sommige docenten hen als een eliteklasje. „Vervelend”, vond Arco. „Daar heb ik echt niks mee.”

Inmiddels studeert hij filosofie en klassieke talen. Engels heeft daar weinig mee te maken, maar toch is hij blij met zijn zes jaar tto. „Mijn studieboeken zijn soms in het Engels. En misschien ga ik nog eens in het buitenland studeren.”

Andriesa van der Klis (17) is nog beter af met haar tto-ervaring dan Arco. Zij studeert nu Engels. „Door het tweetalig onderwijs heb ik ontdekt hoe leuk ik het vond. Ik merk ook dat ik nu duidelijk een voorsprong heb op mijn vwo-jaargenoten. Essays schrijven, literatuurstudie: dat is soms alleen maar herhaling van vorig jaar.”

Of er dan geen negatieve punten zijn? „Sommige docenten konden niet zo goed Engels. Dan ging de les deels in het Nederlands, deels in het Engels. Op een gegeven moment groeiden we deze docenten voorbij. Maar dat is niet erg. Mijn Engels is in elk geval stukken beter geworden door tto.”