Geplaatst: 5 nov 2008 10:25 - Gewijzigd: 5 nov 2008 10:25

„Ik dank God voor een goed cijfer”

Eten, drinken, leven, luxe: Esther Ruit (13) en Thomas van Dam (13) geven aan waar zij God voor willen danken. Esther: „Je moet ook danken als er iets ergs is.”

Esther Ruit (13) Krimpen a/d IJssel:

„Ik heb een heleboel om voor te danken:

Dat ik nog leef en nog genadetijd heb.

Dat ik een dak boven mijn hoofd heb.

Dat ik genoeg eten en drinken heb.

Dat ik naar de kerk kan gaan zonder gevangengenomen te worden.

Dat er geen oorlog is in Nederland en we daarom alles kunnen doen wat we willen.

Dat ik naar school mag gaan. Dat vind ik namelijk heel leuk.

En dat het goed gaat met mij, dat ik niet ziek ben.

Of ik het wel eens moeilijk vind om te danken? Ja, als er iets ergs gebeurt. Een paar jaar geleden is mijn opa gestorven. Dat vond ik heel moeilijk. Maar dit jaar is er niets ergs gebeurd. Als dat wel zo was geweest, als mijn moeder bijvoorbeeld was overleden, dan zou ik er wel moeite mee hebben om God te danken, denk ik. Dan zou ik me afvragen waarom God dit heeft laten gebeuren.

Toch moet je God altijd danken. Al zijn er nare dingen, God geeft ook goede dingen. De belangrijkste daarvan vind ik dat we nog genadetijd krijgen en eten en drinken. De rest zijn extra zegeningen van de Heere.”

„Ik dank God voor een goed cijfer”

Thomas van Dam (13), Barneveld:

„Ik vind het goed dat het één keer per jaar dankdag is. Dat we een speciale dag hebben waarin we de tijd kunnen nemen om God te danken voor alle dingen die we krijgen. Danken is nodig, omdat ons leven wordt bestuurd door de Heere. We moeten Hem laten zien dat we dankbaar zijn voor wat we krijgen.

Normaal vergeet ik het wel eens om te danken. Als ik druk ben met mijn huiswerk bijvoorbeeld. Dan denk ik: „O ja, ik moet nog wel danken.” Daar heb ik niet altijd zin in. Ik bedoel: ik wíl het wel, maar het schiet er zo makkelijk bij in.

Vandaag ga ik God danken voor het achterliggende jaar. Voor alle dingen die ik heb kunnen doen en voor mijn gezondheid. En dat er niks ergs is gebeurd in mijn familie. En ook voor het feit dat ik naar school mag gaan, al vind ik dat niet altijd even leuk.

Op dankdag moeten we ook bidden, vind ik. Voor de mensen die het minder goed hadden, die ziek waren of verdriet hadden.

Of ik God wel eens heel speciaal voor bepaalde dingen dank? Jawel. Als ik een goed cijfer haal op school bijvoorbeeld. Maar dan doe ik dat niet direct daarna, dan wacht ik daarmee tot ’s avonds.”