Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    COLUMN MAX: Appelboom

    Een paar keer in je leven moet je het meemaken. Dat je een vuurrood hoofd oploopt vanwege een persoonsverwisseling. Of erger.

    We zitten in een loverrijke tuin, gezellig op bezoek. Mooi voorjaarsweer, lekker wijntje, geschonken onder een bloesemende appelboom. Halverwege het samenzijn schuift een onvoorziene gast aan, een goede bekende van de familie waar we ons ophouden.

    Het gesprek gaat geanimeerd voort. Soms heb je dat, dat het zomaar extra genoeglijk wordt in een nieuwe, onverwachte combinatie. In dit geval gaat het om een blonde vrouw die de aanduiding piepjong net achter zich heeft gelaten. Een reislustige vogel, bruisend van levenslust en vol toekomstplannen. Aanstekelijk gezelschap.

    Vele maanden later, tijdens een zondagse avonddienst. Een paar banken voor ons zit de bewuste vrouw, in het gezelschap van haar moeder die we uit de verte kennen. Blonde coupe, leeftijd, profiel: alles klopt. Ook de moeder matcht: die heeft zo’n actieve dochter.

    Bij het uitgaan stiefel ik af op de dame in kwestie en wil contact maken. Ze kijkt me echter niet-begrijpend aan en als ik vrijmoedig aanhoud -„weet je nog dat we gezellig met elkaar onder de appelboom zaten”- begint ze héél vreemd naar me te kijken.

    Eigenlijk komt het niet meer goed. De vrouw -de tweede, niet de originele- kijkt me (ik kan het me natuurlijk allemaal verbeelden) gedurende lange tijd niet aan, mijdt me als onze wegen elkaar per ongeluk kruisen. „Enge man, met z’n appelboom. Die is niet helemaal goed snik.” Laatst incasseerde ik bij de kerk een vage groet: het vergrijp ligt nu kennelijk ver genoeg achter ons.

    Goed, dat was lastig. Veel erger nog is een andere categorie mistasten. Het ontstaat zo makkelijk, maar is zó akelig. Mijn vrouw komt thuis met de boodschap dat mevrouw die-en-die in blijde verwachting is en al vrij ver heen, gezien haar omvang. Zo gaat dat. Leuk, de vierde, beetje een nakomertje. Niks mis mee. Tot ik de bijbehorende echtgenoot tegen het lijf loop en hem aanspreek op de nieuwe situatie. Dat je in zo’n geval altijd voorzichtig moet zijn in je woordkeuze, weet ik wel.

    Maar het kwaad is alweer in volle hevigheid geschied: zijn vrouw blijkt in het geheel niet zwanger. Na drie kinderen heeft een buik soms lang tijd nodig om weer een beetje in de oude vorm te raken. Lastig genoeg, dunkt me.

    Mijn aan hem gemaakte verontschuldigingen zijn kennelijk onvoldoende voor zijn vrouw om over de totaal onbedoelde belediging heen te kunnen stappen. Komen we elkaar tegen, dan ben ik lucht. „Jammer, jouw probleem”, denk ik dan. Wil ik denken. Dat lukt niet helemaal. Blunders hebben soms een zodanig formaat dat ze zich niet laten wegpoetsen.

    Een goede leer voor elke volgende keer. Niemand, nee, niemand zal mij ooit weer horen refereren aan gezamenlijke appelboomsessies of het zou m’n eigen vrouw moeten zijn. Niemand, nee, echt niemand zal van mij ooit nog te horen krijgen: „Hé, wat leuk, ik hoorde dat jullie een kind verwachten.” Wat de fruitboom betreft: alleen bij 200, nee 300 procent zekerheid zal ik tot actie overgaan. Aangaande een buik: hoe omvangrijk die ook moge zijn, van mij zal niemand meer iets horen. Of de auto van de verloskundige moet al een paar uur op de oprit staan. Maar dan nog. Eerst de muisjes. Zolang ik geen beschuiten zie, doe ik of mijn neus bloedt.

    Reacties (2)

    Rody
    stagiair
    Quote bericht
    aantal posts:71

    Dat gaat dus echt niet lukken, hoor! Je kunt je voornemen al je woorden eerst op een goudschaaltje te wegen, zodat je geen blunders o.i.d. meer zult maken, maar voor je 't weet ga je weer de mist in. Wanneer je een spontaan karakter heb verander je dat niet zomaar. Ik weet het uit ervaring, maar laat mijn blunders achterwege.....

    hoihoi
    journalist
    Quote bericht
    aantal posts:2992

    hahaha!!!!!lagge mn!

    vooral met die (niet) "zwangere vrouw"

     

    tja, dn voel je je wel staan ja!