COLUMN SEBASTIAN: No signal
Tegenwoordig moet alles met powerpoint. Presentaties, workshops, maar ook gewone toespraken gaan steevast vergezeld van gelikte beelden, griezelig groot geprojecteerd door een dure beamer op een naakt scherm. Sprekers die hun gehoor een halfuur lang -vooruit, een kwartier dan- meeslepend vermaken met alleen het woord, bestaan niet meer. En als er geen grafieken, tabellen, cijfers of plaatjes te showen zijn, dan gebruiken we de beamer om het hoofd van de spreker op schaamteloos formaat te projecteren, alsof de zaal uit enkel bijzienden bestaat. ’t Zal je maar gebeuren: elk vlekje, rimpeltje, puistje, sneetje of gaatje in je gezicht krijgt een omvang die het ergste doet vrezen.
Steevast beginnen multimediale presentaties met de woorden ”no signal”. Een enkele keer komen daarna direct de echte beelden -het publiek slaakt een zucht van verlichting-, maar vaker verschijnen deze twee woorden als een refrein, een modern mantra op het scherm. Op dat moment begint er zowel bij de man of vrouw op het podium als de mensen in de zaal iets te kriebelen. „Gaan we weer”, is de onuitgesproken gedachte.
Intussen probeert de spreker, al dan niet met behulp van een toegesnelde technicus, de laptop aan de praat te krijgen. Herstarten, kabels verwisselen, hoopvolle blikken op het scherm, opnieuw herstarten, andere computer halen, wachtwoord invoeren: zo langzamerhand kunnen we het ritueel dromen. Het lijkt er gewoon bij te horen en we zijn er met z’n allen -bijna- aan gewend. Goed beschouwd is het natuurlijk te gek voor woorden dat we in ons overgedigitaliseerd tijdsgewricht niet met één druk op de knop kunnen laten zien wat we willen.
De techniek staat voor niets, zeggen ze. De waarheid van deze gevleugelde uitspraak moet inmiddels ernstig betwijfeld worden. De techniek laat mensen op hét moment in de steek. Dat doet meer recht aan de werkelijkheid. Want in de steek gelaten voel je je, als je na zorgvuldige voorbereidingen je zinderende presentatie wilt beginnen en het blijft achter je en boven je akelig leeg, met alleen die twee irritante woordjes: no signal.
In de steek gelaten voel je je, als er wel beeld, maar geen geluid is. Of andersom. Heb je daarvoor uren zitten knutselen aan je powerpointpresentatie? Met als beloning dat de zaal gniffelt op een manier die het midden houdt tussen medelijden en leedvermaak. Groot is de opluchting als na enkele spanningsvolle minuten dan toch de felbegeerde presentatie verschijnt. Nog groter is de teleurstelling als na al het gepruts op het podium de spreker moet aankondigen dat hij het -let wel- dit keer alleen met woorden zal moeten doen. Lang leve de techniek.
Overigens doet het probleem zich niet alleen bij powerpointpresentaties voor. Zelfs bij een simpele voorziening als de geluidsinstallatie -die we toch al enige jaren kennen- lijkt het zelden in één keer goed te kunnen gaan. Het geluid staat te hard, te zacht, het zingt rond of het valt steeds weg omdat de batterij van de draadloze microfoon bijna leeg is. Zelfs kerken tobben ermee. Het realiseren van het juiste geluid om de voorganger anderhalf uur naar behoren te kunnen volgen, schijnt moeilijker te zijn dan het bouwen van het godshuis zelf.
De techniek staat voor niets. Klopt. Waar mensen hun hoop op de techniek vestigen, gebeurt er inderdaad soms niets.
Sebastian
Reacties (5)
mogge bezorger | maandag 20 oktober 2008 - 17:07 | ![]() |
aantal posts:2 | Deze meneer vergeet dat de techniek door mensen is gemaakt. Het probleem ligt dus niet bij de techniek. |