Geplaatst: 1 dec 2004 13:50 - Gewijzigd: 1 dec 2004 13:50

„Chatten is vaak tijdverspilling”

Hij is general manager van InfoServe, een bedrijf dat zich bezighoudt met internetcommunicatie. Hij realiseert websites, intranetten en contentmanagementsystemen en schreef in 1996 het boek ”Internet verandert de wereld”. Een titel die toen gedurfd was, maar nu waar blijkt. Raymond Hertog uit Apeldoorn reageert op drie stellingen over de veranderde wereld.

Raymond Hertog.

Het uitwisselen van bestanden via peer-to-peerdiensten zoals Kazaa is vanuit christelijk oogpunt geen probleem.
„Het delen van bestanden is juridisch gezien niet per definitie illegaal. Zo mogen pornovideo’s wettelijk misschien best worden uitgewisseld. Vanuit christelijk perspectief is dat natuurlijk wel verboden. Het downloaden van muziek en video’s via peer-to-peerdiensten is meestal niet toegestaan. Elke kopie die auteursrechten schendt, is diefstal en daarmee in strijd met de Tien Geboden. Het lijkt me beter dat christenen zich verre houden van deze praktijken.”

Chatten is alleen verantwoord met vrienden in een afgesloten chatroom.
„Ook dan is het niet altijd goed. Het hangt van je vrienden en de gespreksonderwerpen af. Het niveau van de laatste is doorgaans bedroevend. Bovendien is er vaak sprake van tijdverspilling, zeker als je chat om te chatten. Als je met mensen buiten je vriendengroep gaat chatten, wordt het verhaal nog bedenkelijker. Dan kan zelfs je fysieke veiligheid worden bedreigd.”

Veilig internetten bestaat niet.
„Het is technisch mogelijk om de internettoegang zo dicht te timmeren dat er slechts één of enkele sites toegankelijk zijn, maar de meeste gebruikers ervaren dat als te beknellend. Het probleem is dat de beste andere filters nog steeds zo’n 5 procent van de ongewenste informatie doorlaten. En dat is heel veel. Té veel voor jongeren die daar niet mee kunnen omgaan. Het scheelt al aanzienlijk als computers op een plek worden neergezet waar sociale controle mogelijk is. Jongeren verbieden te surfen lijkt me niet goed. Het is belangrijk dat ze met internet leren omgaan. Na hun opleiding komen ze in een informatieselectiemaatschappij terecht, waarin ze toch moeten weten waar ze gegevens kunnen vinden en hoe ze met het medium moeten omspringen.”