„Puisten horen bij mij”
Smeerseltjes helpen Martine niet van acne af
Haar gezicht is rood. Niet omdat ze bloost. Niet omdat ze zomers verbrand is. Martine (16) heeft last van acne. Erge acne, die haar gezichtshuid verminkt.
Wanneer het begon weet ze niet meer precies. Al een aantal jaar geleden, in elk geval. „Toen ik dertien was, denk ik”, zegt ze twijfelend. Ongeveer de leeftijd waarop elke puber zijn eerste puist krijgt. Maar bij Martine bleef het niet bij één. „Het was meteen erg”, zegt ze. „Niet alleen op mijn gezicht, maar ook op mijn rug. Mijn zus en mijn broer hadden er ook last van, dus helemaal onverwacht kwam het niet.”
Wat doe je als je gezichtshuid er ineens dramatisch anders uit gaat zien? Smeren. Dat was precies wat Martine ook deed. Het bekende Clearasil kwam als eerste op tafel. Al snel volgden andere middeltjes. „Het hielp niet”, zegt Martine. „De eerste week zag ik geen verschil. De tweede week leek het te helpen, maar daarna ging het weer even slecht als daarvoor. Alsof het was uitgewerkt.”
Veel pubers hebben de neiging aan hun gezicht te krabben of hun puisten uit te knijpen. Martine niet. Tijdens het interview raakt ze niet één keer uit automatisme haar gezicht aan. „Dat vind ik echt knap”, zegt haar zus, die binnen komt waaien. „Ik kneep elke puist uit. Ze moesten weg van me.” Tegen Martine: „Maar jij gaat er veel makkelijker mee om.”
Pijn
Martine blijft inderdaad nuchter onder haar heftige acneaanval. „Het hoort bij me”, zegt ze. „En als de pukkels uit ga knijpen, krijg ik er alleen maar meer. Ze wijst naar een rode, ruwe plek naast haar mond. „Deze gaat vaak per ongeluk open. Daarom blijf ik rond mijn mond puisten houden.”
Schaamt ze zich voor haar acne? „Soms, als het heel erg is en ik ergens nieuw kom. Dan vraag ik me af wat anderen van mij denken. Toch vind ik dat niet eens het ergste. Dat is de pijn die ik er soms van heb. Een appel kan ik bijvoorbeeld bijna niet eten als ik veel puisten rond mijn mond heb. Als die vol zitten met etter, zit mijn huid te strak en doet het echt zeer. En soms kan ik mijn bril niet eens op, omdat er een etterende puist onder de brug zit.”
Dat Martine zich over een eerste indruk geen zorgen hoeft te maken, blijkt uit een recente anekdote. Lekker shoppend met haar moeder loopt Martine een kledingwinkel binnen. Ze haalt een shirt uit het rek en past het. Een winkelbediende komt eraan en reageert enthousiast. Maar Martine twijfelt. „Het laat te veel van mijn rug zien”, vindt ze. „Dan zie je mijn puisten veel te goed.” „Wat?” vraagt de vrouw verbaasd. „Heb jij zo veel last van acne? Nu je het zegt. Dat zag ik helemaal niet. Je hebt een leuke uitstraling!” Het doet Martine zichtbaar goed als ze het vertelt.
Negatieve opmerkingen over haar aandoening hoort ze sowieso nooit. „Ik werk op de markt. Dan vragen mensen mij wel eens wat ik heb. Of komen met tips voor middeltjes. Dat is niet erg.”
Chocolaverbod
Of ze er wel eens voor naar de dokter is geweest? Ze schudt haar hoofd. „Mijn zus is doktersassistente. Die heeft gevraagd of er wat aan te doen was. Maar de dokter heeft niks. „Je kunt van alles proberen”, zei hij. „Maar het zijn alleen maar pepmiddeltjes, geen oplossingen.””
Weet ze dan echt niets wat zou kunnen helpen? Een chocolaverbod bijvoorbeeld? „Dat maakt geen verschil.” Weinig stress? „Neuh.” Geen varkensvlees meer eten? „Dat heb ik geprobeerd. Misschien helpt het wat.” Homeopathische middelen, dure crèmes, behandelingen bij een schoonheidsspecialiste? „Het kost een hoop geld, en het is nog maar de vraag of het dan beter wordt.
Dus maakt ze haar gezicht gewoon trouw elke ochtend en avond schoon. Ze wisselt af en toe van crème, in de hoop de sleutel tot genezing in handen te krijgen. En sinds kort dept ze haar gezicht regelmatig met zeewater. „Ik heb een neef die veel last had van acne. Hij zat er helemaal onder. Toen ging hij kitesurfen. Zijn puisten zijn nu helemaal weg.”
Martine heeft één grote ergernis: zeurende kakmadammetjes. „Die wijzen voor de spiegel één puist aan en beginnen dan te klagen. Dan denk ik: Kijk naar mij, joh. Wat jij hebt, is niks.” Fel: „Daar kan ik echt niet tegen.”
Inmiddels heeft Martine zich erbij neergelegd dat haar hoofdhuid nog wel even geplaagd zal blijven door acne. Over toekomstige littekens maakt ze zich niet druk. En zich afvragen of het mannelijk geslacht haar mét puisten wel aantrekkelijk genoeg vindt, doet ze niet. „Ik heb al verkering”, zegt ze. „En mijn acne maakt mijn vriend niks uit.”
Heeft ze nog tips voor leeftijdsgenoten die ook last van acne hebben? „Niet aan je puisten krabben.” En: „Probeer jezelf te blijven en er niet te veel bij stil te staan. Dan kijken andere mensen minder naar je uiterlijk. Het gaat vanzelf weer over.”
Dit is deel 1 in een serie. Volgende week: Tips van specialisten.
Reacties (39)
LoveComesAgain journalist | zaterdag 14 maart 2009 - 13:09 | ![]() |
aantal posts:2239 | Dat is idd wel een beetje stom om te zeggen jah! |