Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Naar ”de leere”

Een wat vreemde titel. Met de woorden tussen aanhalingstekens bedoelden wij vroeger de catechisatie. Als je twaalf was moest je ”noar de leere”, zo heette dat in ons over-de-IJsselse dialect. Van de dankdag tot de biddag. Het was immers een agrarische samenleving. Eerder en later dan die dagen hadden boerenzonen en -knechten in ieder geval geen tijd.

Nu alom het jonge volk wordt verkondigd dat de catechisaties weer beginnen (we gebruikten natuurlijk ook toen veel onparlementairder benamingen), dwalen mijn gedachten vanzelf terug naar vroeger tijden. Vaak heb ik al zitten denken aan wat mijn dominees vroeger moeten hebben meegemaakt: een grote eenmansgemeente, meestal twee keer preken in de eigen gemeente, vrachten pastorale werkzaamheden en ’gewoon’ alle catechisaties en zo meer. Ik krijg hoe langer hoe meer respect voor de oude garde waarvan velen reeds van hun post zijn afgelost. Ook toen had niet iedere dominee een gelukkige hand van catechiseren, ook toen werd er misbruik gemaakt van dominees goeiigheid, ook toen werden antwoorden uit achter ruggen verdekt opgestelde boekjes opgelepeld. En wat geweest is, zal er ook wel weer zijn.

Nee, wij hoefden niet bij alle dominees uit ons hoofd te leren. Maar de eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat de stof uit de jaren waarin we dat wél moesten, verreweg het beste is beklijfd en dat ”de leere” van het Woord en de confessie mij althans in die enkele jaren het meest nabij gekomen is. Toen ik later zelf het grote en eenzame avontuur dat catechisatie heet, aanging, was het de tijd van het discussiëren. Als je dát niet liet gebeuren was je als dominee geen knip voor de neus waard want niet actueel en eigentijds. Althans, zo wilde de publieke opinie. Hier of daar was dat een soort terreur die door de kerk woei en zoals zo veel wind van leer, heeft het niets dan leegte achtergelaten en veel, heel veel onkunde opgeleverd.

De laatste tijd verslaan de catecheseteams hun honderden. Bereidwillige en ook wel bekwame gemeenteleden spelen in veel gemeenten een belangrijke rol. Zeker de jongere catechisanten zien hun dominee niet zo heel veel. Het valt mij tenminste op dat het aantal gewone catechisatie-uren voor veel collegae, op z’n zachtst gezegd, gering is. Toch waag ik het erop om te denken dat het géén verbetering is als de eigen dominee een beetje onzichtbaar wordt. Want als hij onzichtbaar wordt, wordt hij ook onhoorbaar.

Het lijkt een beetje woordenspel, maar ik bedoel het serieus. Ik weet dat catechiseren een zwaar werk is, soms loodzwaar. Maar toch. Het is me toch een kans om wekelijks met je jongelui op te trekken en jij bent de man die de verbinding kunt leggen tussen het Woord van de zondag en de realiteit van de levens van het volkje dat aan de tafels zit. Jij mag een tijd hun vriend zijn die met ze oploopt, bij wie ze met hun vragen terechtkunnen en die hebben ze, heel veel.

En zie de ”stillen” niet over het hoofd, er gaat soms zo veel in een hoofd en een hart om. Het is geen woord te veel gezegd dat, juist in de periode van de catechese, beslissingen voor de grote eeuwigheid vallen. Daar mag je, daar móét je bij zijn.

Ik bid ál de broeders wijsheid, moed en veel geloof toe! En alle jongens en meiden, het lieve, godgeheiligde zaad, dat soms helemaal niet zo lief is en toch vanbinnen er heel anders bijstaat dan de buitenkant doet denken, toe, zoek de Heere. Je zúlt Hem vinden! Beloofd is beloofd.

Ds. A. Beens, Barneveld

Er zijn nog geen reacties geplaatst.