„De kroeg was het begin van mijn ondergang”
„Drank, drugs, seks en criminaliteit. Dat was mijn leven. Totaal verslaafd en bedorven. Dankzij de kracht van God leef ik nog. Ik ben clean. Ik wil never, never, never meer een kroeg vanbinnen zien. Daar is de ellende begonnen.” Het openhartige verhaal van Jan-Willem Hamoen (24) over zijn verslaving én de weg eruit.
De zon schijnt naar binnen in Jan-Willems flatje. „Ik heb weleens gedacht dat de zon nooit meer zou schijnen in mijn leven. Door die verschrikkelijke drank en drugs.” Heftig, fel bijna: „Laat elke jongere alsjeblieft weten wat er allemaal kapotgaat in je leven als je eenmaal verslaafd raakt. Je lichaam, je sociale leven, je ziel. Alles. Zet m’n naam en foto maar in de krant. Dan geloven ze m’n verhaal. Misschien is er één mens waar het voor helpt.
Natuurlijk luisterde ik niet naar waarschuwingen tegen alcohol- en drugsgebruik toen ik vijftien, zestien jaar oud was. Ik wilde me bewijzen en laten zien dat ik een stoere jongen was. Daarom ging ik de kroeg in. De ramp was dat ik grote hoeveelheden alcohol kon verdragen. Dus voordat ik aangeschoten of dronken was, gingen er heel wat biertjes achterover.
Uit de kroeg moet je wegblijven, geloof me. Het blijft er niet bij een biertje. Vroeg of laat staat er iemand voor je neus die je een beetje coke aanbiedt. Of een jointje. Uiteraard zei ik de eerste keer nee. Maar ik ging voor de bijl. En dat gaat iedereen, vroeg of laat. Misschien zegt een ander negentien keer nee, om de twintigste keer ja te zeggen. Het café was het begin van mijn ondergang. Ik kwam er de verkeerde vrienden tegen.”
Keus
„Nee, verkeerde vrienden zijn geen excuus. Verslaving is een keus. Elk biertje, elke snufje cocaïne, ik ben er zelf bij geweest. En het gaat van kwaad tot erger. Ik ging dingen normaal vinden die absoluut niet normaal zijn.
„Ik belandde in de criminaliteit en hield me bezig met inbraak, diefstal en oplichting. Dat leverde het nodige geld op. De leader van de Zeeuwse onderwereld, ’de directeur’, beschermde mij in dat gevaarlijke milieu van geweld en drugs. Hij was gevierd en gevreesd tot in Amsterdam toe. Dat maakte mij onaantastbaar. Ik kon iedereen een grote mond geven en doen wat ik wilde. Hij was mijn houvast. Intussen bleef ik maar drinken. Er gingen twintig halveliterflessen per dag doorheen. En niet alleen bier. Ik heb heel wat liters jenever op.
Ik stal gewoon geld van m’n ouders. Ik heb die mensen verdriet aangedaan, onvoorstelbaar. Wat hadden ze veel geduld met me. Ik zou m’n zoon allang het huis hebben uitgegooid. Het is wel zo ver gekomen dat ik niet meer naar binnen mocht; ik was niet te handhaven. Om vijf, zes uur kwam ik zondagsmorgens thuis. Om negen uur stond m’n moeder weer aan m’n bed: „Kom op Jan-Willem, naar de kerk.” Terecht, dat ze me er niet meer inlieten. Dat zeg ik nu, maar toen schold en vloekte ik alles bij elkaar. Van ellende ging ik dan maar weer naar een van m’n vrienden voor onderdak. Dat liep meestal ook op ruzie uit. We bestalen elkaar soms om aan geld te komen. Werd ik er bij m’n vrienden uit geschopt, dan belde ik mijn ouders weer op. Tja, wat zou jij doen als je eigen kind geen dak boven z’n hoofd heeft? De deur openzetten, toch? Ik maakte misbruik van het oudergevoel.
Mijn vader en moeder maakten een duidelijke afspraak: „Oké, jij mag erin, maar dan ga je wel hulp zoeken.” Best, dacht ik dan, als jullie dat willen, doe ik dat. Ik ging één keer in de week praten met een maatschappelijk werker, sliep thuis veel en rustte uit. Maar als ik dan weer opgeknapt was, verdween ik weer. Ik ripte de portemonnee van m’n vader leeg voor ik vertrok, dan had ik tenminste geld bij me.”
Verdrietig: „En dat allemaal voor drank en drugs. In een paar jaar tijd was de relatie met m’n ouders kapot, was ik regelmatig gearresteerd, moest ik een halfjaar de bak in en ging ik van de ene werkgever naar de andere. Ik deed mijn werk overal goed, overigens. Maar ik stond ’s morgens vaak niet op tijd op de stoep. Wat wil je, ik deed volop mee in het nachtleven.”
Houvast kwijt
Eén dag zal ik nooit meer vergeten. Het twaalfjarig zoontje van de ’directeur’ overleed. Ik kende die jongen goed. Het laatste wat hij tegen zijn ongelovige ouders zei, voor hij stierf, was: „Mama, God bestaat echt. Ik ga naar Hem toe.” Het betekende een radicale breuk met zijn foute leven. Daardoor kwam ik in de knoei. Weg was m’n houvast, m’n grote voorbeeld. Soms sprak m’n geweten door zijn verandering, maar de behoefte aan drank en drugs overschreeuwde alles. Mijn vriendin ging naar een ander. Dat was het dieptepunt voor mij. Ik dacht dat het leven voor mij geen zin meer had.
De voormalig leader vergat me niet. „Ik houd van je, je bent mijn vriend, stop toch met je foute leven”, zei hij. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik bij De Hoop in Dordrecht terechtkwam. Daar heb ik een intensieve afkickperiode doorgemaakt. Toen ik daarna weer terugkwam in mijn flatje, was alle rommel opgeruimd. De vuilniszakken met lege flessen, waarmee het balkon vol lag, waren weg en de meubels stonden netjes op hun plek. De beestenstal was schoongemaakt. Allemaal gedaan door de leden van een evangelische gemeente in Vlissingen. Het was voor mij echt een nieuw begin.”
Hij leunt naar voren, kijkt doordringend: „Ik wil het iedereen wel vertellen: de kroeg is het begin van de ellende. Maar dankzij God ben ik eruit gekomen. Met jezelf en met je vrienden lukt het nooit. Dat heb ik ook geprobeerd, zonder succes. Maar God hielp mij. Ik ben clean. In mijn huis vind je geen druppel alcohol en geen kruimel coke meer. En denk niet dat verslaving in refokring niet voorkomt. Dat het daar alleen maar gaat om een beetje bier. Ik heb er wat gezien: uit Kruiningen, Arnemuiden, Goes. Van de gergem, de oudgergem, noem maar op. Zuipen en snuiven. Ja, ook snuiven. Maar laat ze stoppen. Anders maken ze maken hun leven, hun ziel kapot. Laat ze een voorbeeld aan mij nemen. M’n kortetermijngeheugen is onherstelbaar beschadigd door de drank. Ik kan me moeilijk meer concentreren door de drugs. Maar ik leef nog. Ik heb werk en volg de opleiding voor stucadoor. M’n ouders zijn zielsblij met mijn omkeer. Ik lijk op de zondige zoon uit Jezus’ gelijkenis. Verloren, maar weer gevonden. De genade van God is sterker dan de ergste verslaving.”
Reacties (13)
richard99 bezorger | maandag 15 september 2008 - 16:19 | ![]() |
aantal posts:11 | fijn dat je weer bent op geknapt de HEERE bestuurt alle dingen van richard hasselman |
willem_van_oranje redacteur | maandag 15 september 2008 - 19:22 | ![]() |
aantal posts:404 | ik hoop en zo God het geef nooit aan drank of drugs te raken |
margroet journalist | maandag 15 september 2008 - 19:57 | ![]() |
aantal posts:2881 | Fijn dat het goed gekomen is!! | |
B3VA is the best.. |
romantisch stagiair | maandag 15 september 2008 - 20:29 | ![]() |
aantal posts:61 | drugs en alcohol is verschrikkelijk!! maar goed dat je er af bent gekomen! want het gaat ook wel eens mis! |
ikkkuh correspondent | dinsdag 23 september 2008 - 18:56 | ![]() |
aantal posts:142 | zijn er nog mensen die vinden dat er geen God bestaat???! ik hoop dat ik nooit en nooit verslaafd raak aan wat dan ook!!! |