Herinnering aan chemo Casper
Ruim twaalf jaar geleden lag Mariska van Wijngaarden (19) uit Krimpen aan de Lek er toen ze botkanker had. En ze wilde graag nog een keer terug naar de afdeling oncologie van het Sophiaziekenhuis in Rotterdam. Maar nu ze in de deuropening staat, stokt haar adem. Ze kán niet verder. Later: „Het confronterende is dat ik zelf ook kaal ben geweest.”
Mariska van Wijngaarden herkent de parkeergarage. En de bloemen op de deur van haar afdeling. „Dat kan ook komen doordat ik nog eens in de drie jaar hier word onderzocht.”
Bij die bezoeken komt ze niet verder dan de eerste spreekkamer. Nu staat polikliniekcoördinator Manita van Baalen haar op te wachten om ook de rest van de gang te herontdekken. En ze brengen een bezoek aan de afdeling Zuid, waar Mariska als kind niet alleen anderhalf jaar lang bijna ononderbroken heeft gelegen, maar ook 12 chemokuren en 32 bestralingen en een zware operatie onderging.
Knuffelbeest
In de eerste kamer komt ze al direct een bekende tegen: een pluchen mannetje met een bril, een pet en twee heel lange benen. „Dat is chemo Casper”, zegt Mariska. „Alle kinderen die chemotherapie nodig hebben, krijgen zo’n knuffelbeest mee. Een verpleegkundige legt daarmee uit hoe chemo de kankercellen in het lichaam probeert uit te schakelen. Ik heb hem thuis nog.”
Een volgende kamer roept minder fijne herinneringen op. „Hier brachten ze altijd een infuus in m’n arm in. Later kreeg ik een port-a-cath bij mijn sleutelbeen, waardoor ik minder vaak hoefde te worden geprikt.”
In een volgende ruimte staat een enorme blauwe prinsessenstoel. Winnie de Poeh bungelt aan een lampje. Een bak met cadeautjes staat op een tafel eronder. „De prikruimte”, weet Mariska nog, hoewel de kamer in de afgelopen jaren enorm is opgeleukt. „Na iedere prik mocht je een klein ansichtkaartje uitzoeken.”
Ze gaat er eens voor zitten en vertelt over toen. „Ik kreeg als ik binnenkwam bijna altijd eerst een vingerprikje. Zo konden ze zien hoe het met mijn bloed was. Ik had daar altijd een enorme hekel aan. Want ze moesten vaak op mijn vinger drukken om er genoeg bloed uit te krijgen. Nog steeds heb ik een hekel aan prikken. Ik denk dat de angst ervoor in die tijd is ontstaan.”
De zaal ernaast confronteert haar het meest met haar verleden. Zes bedden met kinderen die chemo krijgen ingedruppeld. Vaders en moeders om hen heen. De deur staat open, maar Mariska blijft voor de opening staan. „Je mag wel even een kijkje nemen”, nodigt Van Baalen. Maar ze heeft genoeg gezien. „Ik kán het niet.”
Even later wrijft ze de tranen uit haar ogen. Pas dan kan ze vertellen wat haar zo raakte. „Die kale hoofdjes. Dat is zo’n confronterend gezicht. Het zet me stil bij het feit dat ik er zelf ook zo heb uitgezien. Natuurlijk heb ik wel foto’s van mezelf. Maar daar ben ik aan gewend. En dat is voorbij. Deze kinderen zijn allemaal zó ziek. Ik zou alles wel willen doen om hen beter te maken.”
Eenzaamheid
Aan het eind van afdeling Zuid biedt een raam zicht op de parkeergarage. „Hier vandaan zwaaide ik altijd naar m’n ouders, als ze naar huis gingen. Ze kwamen vaak. Maar ik herinner me ook nog de eenzaamheid. Ik was de eerste maanden zo ziek dat ik niet bij andere kinderen op de zaal mocht liggen.”
Mariska draait zich om. Dan volgt een bijzondere ontmoeting. „Mariska? Wat zie je er geweldig uit!” Zuster Ineke herkent haar. Ze pakt haar hand en vraagt hoe het ermee gaat. „Ik was hier toen je voor het eerst werd opgenomen. Ik weet het nog goed, het was in de nacht. Dat komt niet vaak voor.”
Mariska heeft een fotomapje bij zich om te kunnen vergelijken met toen. Ze laat een foto zien van een meisje van zes in een rolstoel. Mariska: „Dat was in deze gang.” En: „Hier heb ik m’n haar nog.”
Zuster Ineke: „Je was heel erg ziek. En het duurde ontzettend lang voordat het beter ging. Daarom is het helemaal geweldig om je te ontmoeten nu het zo goed met je gaat.”
Mariska beseft heel goed dat haar situatie kritiek is geweest. „Ik had hier een vriendje. Met hem had ik veel plezier. Maar op een dag was hij er niet meer. Hij was overleden. Zo had het met mij ook kunnen gaan. Dat idee heeft mij wel veranderd. Ik geniet van iedere dag dat ik mag leven. En voel me bevoorrecht dat het zo goed met me gaat. Dat is ook iets waar ik God elke dag voor bedank.”
Reacties (23)
margroet journalist | vrijdag 12 september 2008 - 14:58 | ![]() |
aantal posts:2881 | fijn dat het beter gaat! | |
B3VA is the best.. |
Music68 journalist | vrijdag 12 september 2008 - 17:05 | ![]() |
aantal posts:2078 | Mooi verhaal! |
LydiaaidyL correspondent | vrijdag 12 september 2008 - 17:45 | ![]() |
aantal posts:150 | Je krijgt gewoon kippenvel als je het leest en de reacties Fijn dat het goed met je mag gaan. | |
AchterDeWolkenSchijntDeZon!! |
-XoXo- correspondent | vrijdag 12 september 2008 - 18:15 | ![]() |
aantal posts:202 | Wat fijn inderdaad dat het nu goed gaat! | |
Laatste jaar op school! |