Geloven
Geloven doe je in de kerk. Eigenlijk een flink afgesleten uitdrukking. Koren op de molen van lieden die religie uit het publieke domein willen verbannen. U kent het vervolg natuurlijk: hier moet je het zeker weten!
Onderhuids zit in zo’n uitdrukking een hele thematiek verborgen. Wat is geloven? Stapels boeken zijn erover geschreven. En nog is de markt niet verzadigd. Of zou het zo zijn dat iedere generatie weer op haar manier met deze dingen bezig is en zoekt naar verwoording in eigentijdse taal?
Een ander aangelegen punt lijkt mij geloven in relatie tot kerkgang. Wat hebben die twee met elkaar te maken? Is er verband tussen, en welke verbinding is dat dan? Vragen te over die altijd weer opduiken, niet het minst bij onze jongeren.
Het is al weer jaren geleden dat prof. dr. A. A. van Ruler dat prachtige boekje schreef: ”Waarom zou ik naar de kerk gaan?” Ik meen dat hij maar liefst 22 antwoorden op die vraag gaf. „Om een kans op de bekering te lopen” bijvoorbeeld. Dichter nog bij ons onderwerp van vandaag: „Om het heil te ontvangen.” Of : „Om tot het licht te komen.”
Nu ik dit schrijf, kan ik trouwens een gevoel van heimwee niet onderdrukken als ik denk aan de vrijdagochtenden waarop deze kleine professor ons twee uur lang geboeid bezighield met de dogmatiek, uiterst beweeglijk en bezield.
Maar goed, ik keer naar mijn thema terug. Geloven doe je in de kerk. Je hebt er de kerk voor nodig. De kerk en haar dienst, haar bemiddelende functie in de prediking van het Woord. Want zo brengt de Heilige Geest tot het geloof. Uit het gehoor en door het Woord van God. Dat brengt ons tot de vraag wat het heil is. Het is redding, verlossing, uit de verlorenheid en uit de schuld die wij voor God hebben.
Een God tegen Wie wij gezondigd hebben en bij Wie wij derhalve in de schuld staan. Bovendien de God die ons gemaakt heeft en ons in Zijn verbond een plaats heeft gegeven. En nu bestaat het heil daarin dat de zonden ons vergeven worden, dat de schuld ons niet wordt toegerekend, dat de straf van ons is weggedaan. Zó ver als het westen is verwijderd van het oosten. En dat we ervan verzekerd worden dat Christus het heil voor ons persoonlijk heeft verworven.
Die wetenschap komt ons niet aanwaaien. Of het moet zijn dat het gebeurt op de adem van de Heilige Geest, Die zich bundelt in het Woord van de prediking. Evenzeer als het oordeel ons wordt aangezegd en het door de Geest ons ráákt, wordt het Evangelie ons gepredikt en ook toegezegd. En dat ontvangen en omhelzen, dat is geloven.
Of het moet zijn… zei ik straks. Het ís zo. Het gebeurt. Nog altijd. Ook bij jonge mensen. In de kerk en onder het Woord. Mooie uitdrukking eigenlijk. Onder het Woord bedekt. Met al je schuld en nood die God achter Zijn rug heeft geworpen. En het Woord is zeker.
Er kan intussen heel wat op af komen. Nu denk ik aan iemand in een gemeente die ik diende. Ze had een moeilijk lichaam, bijna geen adem. Maar met uiterste inspanning sleepte ze zich elke zondagmorgen naar de kerk. „En ik zit er zo heerlijk”, zei ze dan. „Nergens is het beter. Want ik kan het eigenlijk alléén in de kerk maar geloven.”
Lief mens, je bent alles intussen te boven. Je hoeft niet meer te geloven, je mag aanschouwen. Maar ik ga je steeds beter begrijpen.
Ds. A. Beens, Barneveld