Spanning bij lancering
Scholieren brengen satelliet op 1 kilometer hoogte
’t HARDE - Drie. Twee. Eén. Ontsteking. Twee scholieren drukken tegelijk op een knop. Tientallen omstanders turen gespannen naar een raket die honderden meters verderop staat. Iedereen houdt z’n adem in. Helaas. Er gebeurt niets.
Een minuut na de mislukte lancering is het raak op legerbasis ’t Harde. Een wolk witte rook omhult de raket. Op een straal rook kiest het knalrode projectiel het luchtruim. Een hevig sissend geluid klinkt over de heide. Hoger en hoger klimt de raket.
Leerlingen van de Interconfessionele Scholengemeenschap Arcus in Lelystad volgen hem met argusogen. Hún satelliet zit erin. Emile richt een antenne op de plaats waar de satelliet zich moet bevinden. Een klasgenote tuurt naar het beeldscherm van een laptop. „We hebben een signaal”, roept ze. Opgewonden: „Ja goed zo, houden zo die antenne.” Emile: „Ik zie ’m niet.” Zijn buurman, die door een verrekijker tuurt: „Iets naar links.”
In de lucht dwarrelen enkele parachutes. Eén grote met daaraan de raket. Net iets erboven een kleintje met daaraan de satelliet van de ISG Arcus. Continu stuurt het een stroom van gegevens naar het grondstation. Emile: „Hij meet de luchtdruk en de buitentemperatuur.”
Mislukt
In totaal deden er vrijdag 46 teams mee aan de landelijke CanSat competitie, georganiseerd door de Technische Universiteit Delft. De opdracht is simpel: bouw een satelliet ter grootte van een frisdrankblikje. Het moet minstens de luchtdruk en de windsnelheid meten tijdens de val. Daarnaast moet het team nog een ander doel voor de satelliet bedenken. Emile: „Onze satelliet heeft een parachute die wordt afgekoppeld. In het blikje zit een kreukelzone die moet voorkomen dat de elektronica kapot gaat.”
Niet alle lanceringen verlopen vlekkeloos. Tevergeefs richt een leerling van het Pleincollege Sint Joris de antenne op de plek waar hun satelliet zich moet bevinden. Zijn klasgenote achter het scherm, Tessa: „Er komt niets binnen. Wat is er nu mis?” Achteraf blijkt dat de satelliet niet uit de raket is gekomen. Teamgenoot Tim: „Balen. Hij had de G-krachten voor de versnelling moeten meten tijdens de val. Die hebben we nu niet.”
In totaal bouwden de scholieren van de ISG Arcus volgens Emile ongeveer 200 uur per persoon aan de satelliet. Geen probleem volgens hem. „Het is hartstikke leuk om zoiets in elkaar te zetten. Het is zo anders dan gewone lessen. We mochten zelf bedenken hoe we het zouden maken. Het was gaaf om problemen die we tegenkwamen op te lossen. Voor het afkoppelen van de parachute gebruiken we bijvoorbeeld een motortje. Dat is drie keer kapot gegaan. Nu werkt het wel.”
Snelle jongen
De satellieten, die maximaal 370 gram mochten wegen, zijn vrijdag gelanceerd met een CAL-5 raket. Het frame is gemaakt van aluminium en de raket weegt in totaal ongeveer 10 kilo. Het projectiel wordt 4 à 5 seconden voortgedreven door een raketmotor met vaste brandstof. Welke dat precies is, wil de organisatie niet zeggen vanwege veiligheidsredenen. Tijdens de lancering haalt de raket minstens een snelheid van 400 kilometer per uur.