Een zieke leerling telt mee
„De meeste jongeren willen geen speciale aandacht alleen omdat ze een bepaalde ziekte hebben.” Dat zegt Joyce Staring uit Maartensdijk.
Staring werkt bij Ziezon, een landelijk instituut voor alles wat te maken heeft met zieke scholieren. Ze is consulent voor het onderwijs aan zieke kinderen. Dat betekent concreet het begeleiden van leerlingen die door ziekte niet meer naar school kunnen en het adviseren van hun leraren.
„Jongeren willen geen uitzondering, maar gewoon een van de vele leerlingen zijn”, denkt Staring. „Op de basisschool gaat dat meestal nog wel goed, zeker zolang de leerkracht er goed mee om kan gaan en van het wel en wee op de hoogte blijft.
Een zieke medescholier heeft soms veel extra aandacht nodig. Maar geen speciale, opvallender aandacht dan de andere klasgenoten. Heel belangrijk is ook dat een leerling die langere tijd niet op school komt, bij de klas betrokken blijft. Heb je iemand in de klas die ziek thuiszit, laat iedereen dan veel bellen, kaartjes sturen, verhalen uit de klas op een bandje zetten, huiswerk brengen en zo mogelijk een bezoekje afleggen.
Maar ook hier geldt: Schenk nooit te veel aandacht aan alles wat je medeleerling niet meer kan. Wijs wel op alle goede dingen die iemand nog kan en doet. Gelukkig kunnen jongeren heel goed de grenzen van hun kunnen bepalen.
Het kan als je zelf een ziekte hebt heel aardig zijn om in een spreekbeurt daarover te vertellen, eventueel met hulp van een ouder. Dat hangt uiteraard af van de aard en de ernst van de ziekte.
In het voortgezet onderwijs heb je als zieke leerling vaak behoefte aan een aangepast programma, zodat je de belangrijkste vakken wel kunt volgen. Tijdens een uur gym kun je dan bijvoorbeeld alvast het huiswerk maken. Dat is zeker fijn als je weinig lichamelijke inspanning kunt verdragen.”