Jasper van den Bovenkamp - 26 apr 2008 07:23 - Gewijzigd: 25 apr 2008 13:20

Bewust (niet) spuiten tegen de bof

Alle kranten stonden er vol mee: er is een bofepidemie in Nederland. Dankzij „die christenen”, die zich niet willen laten inenten. Blogs en forums stroomden vol met soms hatelijke reacties richting de reformatorische hoek. Maar waarom laten sommige christenen zich niet inenten? En waarom doen anderen het wel? Eveline en Gerrie leggen het uit.

„Je kunt God niet voor zijn”
De veertienjarige Eveline de Heus uit Opheusden kreeg ongeveer een maand geleden de bof. De kinderziekte heerste rond die tijd al in het dorp. Ook zij werd besmet. „Maar ik ben er niet heel ziek van geweest. Af en toe had ik een beetje pijn met eten. Ik ben anderhalve week thuisgebleven van school.”

Eveline de Heus

Ondanks dat Eveline de ziekte kreeg, is ze blij dat haar ouders ervoor hebben gekozen haar niet in te enten. „Mijn vader en moeder hebben een goede beslissing genomen”, vindt ze. „Ze zeiden tegen mij: Als je jezelf nu of later wilt inenten, vinden we dat goed. Maar ze vonden het moeilijk om over onze levens te beslissen. Want stel dat het fout gaat -je kind wordt bijvoorbeeld heel ziek van de vaccinatie- dan vergeef je dat jezelf als ouders niet.”

Zelf zou Eveline haar kinderen later niet laten inenten, denkt ze. „Natuurlijk moet je dit overleggen met je man. Maar als ik nu zou moeten kiezen, zou ik het niet doen. Je probeert God voor te zijn als je je laat inenten, zeggen mijn ouders. Dat vind ik ook. En je spuit een ziekte in je lichaam. Dat is niet zonder gevaar. Medicijnen zijn ervoor om je te helpen als je ziek bent, niet om een ziekte waarvan je niet weet of je die zult krijgen, te voorkomen.”

Eveline is niet bang voor erge ziektes als polio en kinkhoest. „Nee, ik ben nooit heel ziek geweest. De meeste kinderziektes heb ik nu wel gehad. En als God wil dat ik ziek word, gebeurt dat ook. Daar helpt een inenting niet tegen.”

„Middelen mogen worden gebruikt”
Gerrie Mol (15) uit Apeldoorn heeft geen bof, rode hond of mazelen gehad, omdat ze is ingeënt. Ze respecteert die keuze van haar ouders. „Als ik later zelf moet kiezen of ik mijn kinderen laat inenten, zou ik het denk ik ook doen”, zegt Gerrie. „Maar ik vind niet dat het verplicht moet worden voor iedereen. Het is een keuze die iedereen zelf moet maken.”

Gerrie Mol

Gerrie is op de hoogte van de mogelijke gevaren van een vaccinatie. „Ik zou dat risico wel nemen”, zegt ze. „De kans is heel klein dat de inenting ernstige gevolgen heeft. Natuurlijk hoor ik wel eens verhalen dat het fout gaat, maar veel gevallen zijn dat volgens mij niet. Ik vind het belangrijk dat je je goed beschermt tegen ziektes. Die kunnen namelijk ook gevaarlijk zijn.”

Ze begrijpt dat sommige mensen ervoor kiezen hun kinderen niet te laten inenten. „Maar ik weet niet zeker of het argument klopt dat je God voor wilt zijn. Er zijn nu eenmaal middelen, en die mag je gebruiken”, vindt Gerrie. „Ik zou niet het gevaar willen lopen dat ik een ziekte kreeg of zou overbrengen op anderen, doordat ik niet was ingeënt.”

Gerrie zou het vervelend vinden in een omgeving te wonen waar een gevaarlijke epidemie heerst omdat veel mensen er niet zijn ingeënt. „Je loopt dan zelf misschien ook wel gevaar. Al zou ik het niemand kwalijk nemen, want het is een persoonlijke keuze om je in te enten en die respecteer ik.”

Hersenvliesontsteking
De bof wordt veroorzaakt door het bofvirus en is erg besmettelijk. Je kunt het overdragen op iemand anders door bijvoorbeeld hoesten en niezen. Pas twee of drie weken na de besmetting word je ziek. Je krijgt dan koorts, één of beide wangen worden dik en soms zwellen ook de speekselklieren in de mond op, waardoor eten pijn doet. Bij ongeveer vier tot tien van de duizend patiënten zorgt de bof voor een hersenvliesontsteking of hersenweefselontsteking. Dat loopt meestal goed af.

Sinds 1987 is inenting tegen de bof opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Daardoor komt de ziekte nu relatief weinig meer voor.

Vroeger belandden elk jaar 300 tot 800 kinderen en volwassenen in het ziekenhuis met hersenvliesontsteking, veroorzaakt door de bof. De vaccinatie (ander woord voor inenting) geeft volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bij meer dan 95 procent van de ingeënte mensen goede bescherming. Toch bleek afgelopen week dat bij een op de drie gemelde bofgevallen de patiënt wel was ingeënt.

Het aantal Nederlanders dat zich laat inenten, lijkt gestaag te groeien: van 94 procent in 1995 naar 96 procent in 2005. Op de bijbelgordel, een streek in Nederland van Zeeland tot Overijssel waar veel reformatorische christenen wonen, zie je duidelijk een lager aantal ingeënte mensen.

Na inenting tegen de bof kun je een beetje hangerig zijn of koorts krijgen. Ook huiduitslag, koortsstuipen, een tekort aan bloedplaatjes en gewrichtsklachten kunnen gevolgen zijn.

Bron: www.rivm.nl.